Wat een prachtige dag vandaag! De hele dag was de zon van de partij. We zijn eindelijk nog eens gaan wandelen, in de buurt van de kapel van Helshoven. Rond de kapel zelf was het wel vrij druk: er was een huwelijksmis aan de gang en toeristen lijken de plek ook gevonden te hebben. Gelukkig (wat ben ik weer egoïstisch!) wandelen of rijden ze met hun Vespa’s (een formule die hier heel veel succes heeft, zie http://www.vesparoute.com/sint-truiden.htm ) niet de boomgaarden in waar wij het liefst wandelen. En wat is het daar bijgevolg heerlijk rustig! Jammer genoeg was Roger zijn fototoestel vergeten mee te nemen!
Toen we thuiskwamen, kreeg ik een telefoontje van de vriendin van een van onze Matadi-vrienden. De man (ik ging bijna schrijven ‘de jongen’! Wanneer leert een mens zijn leeftijd aanvaarden? Of is het zo dat iedereen, net zoals ik, zich eeuwig een kind voelt?), de man dus, heeft mijn leeftijd. In Matadi zaten we in dezelfde klas en wedijverden, samen met nog een meisje, elk jaar voor de eerste plaats op de ‘palmares’ die toen nog werd gepubliceerd ter gelegenheid van de ‘proclamatie’.
Hier in België is hij niet van leed gespaard gebleven: zijn ouders zijn vrij jong gestorven, en zijn enige broer heeft ze gevolgd op zeer jonge leeftijd. Daarna is hij nog verwikkeld geweest in een vechtscheiding met zijn mooie vrouw, kreeg hij zeker één (en ik meen me te herinneren twee) herseninfarct(en), met blijvende unilaterale verlamming. Daarna werd hij werkloos. En alsof dat niet voldoende was, kreeg hij twee jaar geleden keelkanker, die recidiveerde vorig jaar.
Zijn vriendin vertelde me dat hij vandaag ter observatie was opgenomen in een ziekenhuis. Hij zou nog steeds een bloedklonter in een van zijn slagaders hebben en ze vreesden een nieuw herseninfarct.
Ze kunnen morgen dus niet komen naar de Matadi-reünie. Ik heb meteen gebeld naar De Horne, vrezende dat het al veel te laat zou zijn om het aantal deelnemers te laten wijzigen. Maar nee, dat bleek geen probleem te zijn! Een pluim voor De Horne !
Ik belde daarna terug naar die vrouw dat ik hen hun bijdrage zou kunnen terugstorten. En ze begon een hele uitleg over het feit dat wij, de ‘anciens’ uit Matadi, elkaar veel te zelden ontmoeten. ‘In feite vormden jullie een soort familie in Congo,’ zei ze, ‘maar daar blijft weinig van over. Een ontmoeting één keer per jaar is veel te weinig. We weten veel te weinig over elkaar, enzovoort, enzovoort…’
Ik moet toegeven dat ze in theorie gelijk heeft. Maar op de duur heb je zoveel ‘families’: de eigen sibbe, die van jouw echtgenoot, de kinderen (die ook hun eigen schoonfamilie hebben), de vrienden die je in de loop der jaren bijmaakt, de verenigingen, in mijn geval de Matadi-kliek, enzovoort.
Zij (die vrouw aan telefoon dus) vertelde me dat zij en haar vriend (mijn vroegere klasgenoot) dit jaar welgeteld één keer bezoek hadden gekregen en dat slechts van één van hun gezamenlijke kinderen. Erg, natuurlijk… Maar ik (en dat zei ik ook) zie echt niet hoe ik die ‘Matadi-familie’ meer dan één keer per jaar kan verenigen.
Ze weet dat ik per e-mail wel geregeld contact heb met haar vriend en andere ‘Matadi-vrienden’. Maar, aangezien zij echt niet om kan gaan met een computer, heeft zij daar natuurlijk niets aan.
‘Neem een goede raad van mij aan,’ zei ze nog, ‘als van een moeder, want ik ben toch een beetje ouder dan jij (ik dacht anders dat ze jonger was dan mijn vriend uit Matadi, maar kom, ik liet ze voortspreken) zorg dat niet alle contacten met jouw vrienden en familie per e-mail gebeuren. Niets overtreft bijvoorbeeld een barbecue waarrond het hele gezin is verenigd’.
Natuurlijk heeft ze gelijk, maar ik probeerde toch e-mails, chatten enzovoort, te verdedigen… En stelde haar voor toch even computerlessen te volgen. Daar vond ze zich veel te oud voor, hoewel haar vriend haar ooit had gezegd dat binnenkort mensen die niet een klein beetje om kunnen gaan met informatica, gelijk zullen zijn aan analfabeten. Ik drong nog een beetje aan: ze wilde toch niet analfabeet zijn, zeker? Nee, nee, ze vond dat we de slechte weg op gingen. Als ieder van ons een beetje minder tijd aan zijn PC zat, zouden we allemaal veel meer tijd overhouden om elkaar in levende lijve te ontmoeten.
Maar… Zo werkt dat natuurlijk niet!
Toen we uiteindelijk afscheid namen, vroeg ze me nog even hoe oud ik precies ben: zij bleek twee jaar jonger te zijn dan ik!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten