Ik had net een vertaling geleverd, we zouden op bezoek gaan bij Roger zijn nicht en daarna even wandelen in Kerniel. En deze avond, na zijn werk, zou ik Hendrik opbellen: hij wordt vandaag 33 jaar (proficiat, jongen!). Daarna zouden Roger en ik bakharing eten met gepofte aardappelen en gebakken uien.
Katje had pas gegeten en, zoals zo dikwijls de laatste dagen, had ik het in de tuin zien rondlopen.
Ik deed de poort open, Roger startte de auto, ik keek nog eens rond of ik Katje echt nergens in het poorthuis zag (want ik dat geval pak ik het altijd op: het zou wel eens de straat kunnen oplopen en door een auto overhoop gereden worden). Nee, het katje bleek nog steeds in de tuin te vertoeven. Roger reed de auto buiten… En ik zag Katje liggen op de plek waar de auto vlak daarvoor had gestaan: dood. We hadden niet gezien dat het diertje zich onder de auto had verstopt. Ik werd zowaar bijna hysterisch!
Uiteindelijk zijn we toch naar Jeannine geweest, hebben we toch gewandeld, maar alles gebeurde in mineur. Ik kon niet echt genieten van de mooie kleuren en geuren. Constant vroeg ik me af waarom ik ook niet onder onze auto had gekeken.
‘s Avonds heb ik Hendrik opgebeld (en nee, jongen, ik heb het je toen niet verteld: ik wilde jouw gezellige verjaardag-avond niet verpesten: je zou het later hier wel lezen), en hebben hebben we bakharing gegeten, maar die smaakte me niet echt.
Terwijl ik onze uien in ringen sneed en de haringen schoonmaakte, bleek wel dat ik het voorval even ‘vergeten’ was: ik bedacht dat ik Katje nog eten moest geven. Om dan te beseffen dat we ons kattenvoer nu beter aan iemand anders cadeau zouden doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten