Deze avond, vrij laat, hoorden we nog een merel fluiten in de tuin. Ik herinnerde me hoezeer ik dat soort zaken had gemist toen we in Antwerpen woonden (maar ik ben wel heel blij dat we daar woonden zolang de kinderen ‘kindjes’ waren: geen enkel probleem om ze naar school te brengen bijvoorbeeld).
Ik bedacht ook dat het leven raar is: het heeft me van Leuven over Matadi (in Congo) weer naar Leuven gebracht, daarna naar Berchem bij Antwerpen, Schoten, ‘s Gravenwezel, weer naar Leuven, en daarna weer naar Antwerpen, om me uiteindelijk hier in Haspengouw, de ‘roots van mijn grootouders’, te doen belanden.
En ineens kreeg ik zin om nog even naar Katarakt te kijken (Hendrik heeft gezorgd dat ik dat kan op mijn PC).
Deze avond heb ik dus niet voortgeschreven, wel de laatste aflevering van Katarakt herbekeken.
Ik ken veel mensen (vooral niet Limburgers) die de serie niet goed vonden. Hun verwijt is meestal: te traag. En inderdaad, het gaat traag. Maar is dat niet typisch voor deze contreien? Wil iemand (was het Stevaert?) niet het woord ‘Limburgen’ laten opnemen in ‘van Daele’ als een synoniem van ‘onthaasten’? Zijn de mensen in Provence ook niet trager dan bijvoorbeeld in Parijs?
Ikzelf vond wat ik bekeken heb wel weer heel goed. Psychologisch leek alles te kloppen. De landschappen waren prachtig, en de verhaallijn heel logisch. En het is ontroerend tot en met!
Alleen de taal hindert inderdaad. De acteurs spreken een soort ‘verkavelings-Vlaams’, terwijl hier ofwel echt dialect, ofwel het zuiverste Nederlands uit Vlaanderen wordt gesproken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten