Donderdag 9 juni 2011
Het was zonnig toen we opstonden deze ochtend. Na onze brunch reden we naar Llobera, eerst via een vlakte met bossen en akkers, daarna langs een klimmend wegje door een naaldbos. Llobera bleek slechts een verzameling van enkele gebouwen: een Romaanse kerk met vlak ernaast een vijgenboom, een boerderij met woonhuis, schuur en enkele stallen en nog een bijgebouw.
Waarschijnlijk wat men hier een 'mas' noemt, een soort landhuis. Maar dan wel heel oud, en, dachten we, verlaten. We vroegen ons wel af wat een kerk kwam doen in zulk gehucht (al was het eigenlijk nog minder dan dat). Aanpalend aan de kerk was er nog een woonhuis (een pastorij), dat er op het eerste gezicht al even verlaten uitzag. In een poel zwom een waterslang en enkele immense, rode en blauwe libellen vlogen er rond.
Uit de schuur kwamen ontelbare zwaluwen gevlogen. Terwijl we daar wat rondliepen, beeldde ik me in dat we daar zouden wonen. Er was plaats genoeg om de hele familie uit te nodigen, en wij zouden genieten van de stilte op die heuvel. We wandelden rond de kerk, hoorden koeienbellen in de verte, en terwijl ik een van de volgens mij onbewoonde gebouwen naderde, begon er een hond te blaffen. Toen zag ik pas dat er was hing te drogen achter dat gebouw.
Daarna reden we verder, over een hoogvlakte, tot Ardevol. In dat mooie dorp hebben we jaren geleden nog gegeten in het enige restaurant. Ik herinner me dat ik vreselijk honger had en dat we geen eten bijhadden. Roger wilde de uitkijktoren van Ardevol bestijgen, en een voorbijganger had hem uitgelegd (toen nog in het Spaans, ik bedoel dus in Castellano) dat hij de sleutel moest vragen in een bepaald gebouw. Dat bleek een restaurant te zijn (je zag het niet aan de buitenkant) en we aten daar het dagmenu. Het was weer zo veel dat ik niet alles op kreeg, maar het was eenvoudige, lekkere kost.
Deze keer hebben we er niet gegeten. We hebben gewoon wat rondgewandeld in het dorp, de huizen en brasero's bewonderend.
In Solsona zie je ook brasero's in de straten, ter verlichting 's nachts.
In Ardevol vlogen ontelbare zwaluwen rond.
Van Ardevol ging het naar Pinos, een klooster. Helaas gesloten op dat uur, maar alleszins voor mij veel minder indrukwekkend dan El Miracle dat we destijds een paar keer bezochten.
Pinos is wel het geografische centrum van Cataloniƫ. Terwijl we daar even rondliepen, werden we in het Catalaans aangesproken door een oudere dame. Catalaans is vrij gemakkelijk te lezen (het doet me denken aan oud Frans, of Occitaans), maar als het gesproken wordt, begrijp ik er niets van. De dochter van die dame zei iets tegen haar dat ik interpreteerde als: 'Die mensen begrijpen je niet'.
In deze streek zijn veel dolmens en Roger wilde er wel eentje van gaan bekijken. We volgden een aanwijzing, reden door een naaldbos, zagen plotseling een vos de weg overlopen, en kwamen uiteindelijk aan de aangeduide plek aan. Terwijl we nog een honderdtal meter een bosje inklommen, hoorden we constant een koekoek roepen in de buurt. Het was een vrij grote dolmen.
(Foto Roger)
En dan, alsof hij mijn gedachten had geraden, reed Roger naar El Miracle, dat klooster dat op mij veel meer indruk had gemaakt destijds dan Pinos. Dat klooster is gebouwd op de plek waar het 'mirakel' zich voordeed in 1458. Toen verscheen Maria aan twee kinderen uit een naburige ‘mas’. Eerst werd er een kapel gebouwd, daarna een kerk. Met een prachtig barok retabel.
In een hoekje liggen 'offers' aan Maria, als dank voor verhoorde gebeden. Er liggen onder andere beenprotheses, en ik vroeg mij af of de eigenaar dan een nieuw been had gekregen?
Er is een kruisweg in open lucht die voert naar de kapel van de 'verdwijning': daar zouden de kinderen Maria voor het laatst hebben zien verdwijnen.
Ik vind de site telkens heel rustgevend.
We reden terug naar Solsona waar we weer eens de straten in klommen. En natuurlijk een biertje dronken. Helaas, je mag niet meer roken in de bars (en er is dan ook veel minder volk dan vroeger). Een terras biedt soms uitkomst, zeker in de zomer, maar de straat, waar die bar zich bevond, was te smal daarvoor.
Op restaurant gaan we nog maar zelden, ten eerste omdat je er niet mag roken na het eten, ten tweede is het eten hier vaak veel te vet. Dus aten we weer eens bij de tent: gaspacho gevolgd door een “revuelto” met asperges en garnalen. En dat smaakte!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten