Eergisteren belde zuster Godwine mij op: of ik vandaag niet even wilde langskomen. Ze kreeg immers het bezoek van vroegere leerlingen uit Matadi, Anouk en twee van haar broers (ze waren met 10 kinderen thuis) en vermits Anouk en een van die broers klasgenoten van mij waren geweest…
Rond drie uur in de namiddag zette Roger mij af aan het klooster terwijl hij zelf een paar boodschappen ging doen. Anouk en ik wisten natuurlijk allebei van zuster Godwine dat we elkaar zouden ontmoeten, misschien is het daardoor dat we elkaar zo spontaan herkenden, maar toch vonden we beiden dat we weinig veranderd waren!
Toen ik aankwam, waren ze al druk bezig met foto’s bekijken en herinneringen aan vroeger ophalen. Onder andere aan de oudste zus van Anouk, de oudste van de sibbe trouwens, die in december 1953, op zes jaar, is overleden aan kinderverlamming. Zuster Godwine vertelde dat er toen in haar klas 5 kinderen het slachtoffer werden van die ziekte, allemaal geboren in Congo, en die geen inenting hadden gekregen (wegens in Matadi niet beschikbaar vaccin). Ik wist daar niets van: wij zijn pas in april 1954 in Matadi aangekomen.
Terwijl we taart aten en koffie of thee dronken, vertelde zuster Godwine aan de gedeeltelijke sibbe over onze Matadireünies. Omdat ook zij een heel goed contact hadden behouden met onze pastoor uit Matadi, pater Inghels, tot aan zijn overlijden, leken ze fel geïnteresseerd. Maar ze bleken niet veel mensen te kennen die nog naar onze reünies komen. Behalve één koppel dan, waarvan de vrouw als gouvernante heeft gefungeerd voor hun jongere tweelingzusjes.
We zullen zien. Ik heb een e-mailadres, zal hen foto’s van zuster Godwine, die Roger gaat scannen, doormailen en vragen of ze wel of niet willen komen volgend jaar in september.
En, uiteraard verliepen alle conversaties weer in het Frans. Toen Roger later binnenkwam, viel het mij op dat ze er zelfs niet aan dachten hem in het Nederlands te begroeten, terwijl ze toch in de buurt van Sint-Truiden waren. En dat ondanks het feit dat ze zuster Godwine en mij geregeld Nederlands met elkaar hadden horen spreken… En zelf blijk hadden gegeven iets meer Nederlands te begrijpen, en zelfs te spreken, dan de doorsnee Franstalige.
Heel eigenaardig zijn die Franstaligen. Ze lijken altijd te denken dat iedereen hun taal spreekt!
Dat én Anouk én haar broer in dezelfde klas zaten als ik, ligt aan het feit dat er in Matadi twee niveaus per klas zaten, en dat hun ouders hadden gezorgd voor één kind om de dertien maanden!
En wat een overvolle lokalen gaf dat! Soms zaten we er met meer dan 45! Dat is nu ondenkbaar in het lager onderwijs!
Met dat alles zou ik bijna vergeten dat onze dochter vandaag verjaart! Proficiat, meisje!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten