Die Jan was de grootvader van Martin en Boudewijn Knevels. Martin, de oudste broer van Boudewijn, heeft de dagboek-cahiers van zijn grootvader verzameld in een familiekroniekje dat hij heeft uitgegeven, in feite alleen voor familieleden.
Deze avond kwam hij voor Heemkunde Groot Heers vertellen over die schriftjes. Het werd een boeiend verhaal over het leven in de Kempen in het begin van vorige eeuw.
Die grootvader van Martin en Boudewijn was dus “boormeester”: dat betekent dat hij de ondergrond van de Kempen peilde naar steenkool en andere ertsen (want volgens Martin zijn grootvader zaten er veel andere ertsen die ongebruikt zijn gebleven).
Ondanks het feit dat die kroniek oorspronkelijk alleen voor de nakomelingen van Jan “Moustache” was bedoeld, hebben we toch een boekje kunnen kopen voor 10 euro. En deze avond, na de vergadering, heb ik er een beetje diagonaal in gelezen.
Eigenaardig genoeg viel mijn oog meteen op een stukje uit 1911. Het ging over vreemdelingen die naar de Kempense mijnen kwamen, en over de Walen die als enigen niet geneigd waren Nederlands (of, in die tijd het lokale dialect? ) te leren om zo met de mensen uit de Kempen te kunnen praten. Nee, ze eisten van die Limburgers dat ze Frans zouden leren, en noemden hen onder elkaar toen al “sales Flamins”. Jan “Moustache” was, ondanks het feit dat hij maar tot 12 jaar naar school was geweest, wel bekend met vreemde talen, en heeft de belediging dus heel goed begrepen… En onthouden!
Jan werd “Moustache” genoemd omdat hij een opvallende snor had. Zijn kleinzoon Boudewijn Knevels heeft ook een knevel! En Vlamingen zullen al gauw doorhebben dat een “moustache” een “snor” betekent!
Deze middag, nog voor de lezing, maar na nog een beetje samen te hebben schoongemaakt (hoewel, heeft dat veel zin met die werken in de straat die maar niet ophouden?) zijn we nog drie kwartier gaan wandelen, van Borgloon naar Kuttekoven en terug.
Het was koud, grijs en heel winderig! Toen we langs het kasteeltje De Klee stapten, zei Roger mij dat hij het geen mooi kasteel vond. Ik integendeel begon natuurlijk weer te dromen over hoe het zou zijn als ik daarin woonde! En natuurlijk kwamen er in mijn droom (vriendelijke en niet door mij uit de hoogte bekeken) hulpjes aan te pas om “mijn kasteel” te helpen onderhouden!
Had Roger dat door?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten