Onze Subaru moest om 13 uur in de garage (aan de rand van Hasselt) zijn voor een onderhoud. Men had ons gezegd dat het anderhalf uur zou duren, dus besloten we dat wij ondertussen onze dagelijkse wandeling zouden maken. Voor daarna had ik enkele huishoudelijke taken op het programma staan.
In de garage werd ons echter gevraagd de auto pas rond 17 uur te komen afhalen!
‘Zullen we dan maar wat in Hasselt rondlopen?’, stelde Roger voor. Ik twijfelde een beetje: de enkele keren dat we in Hasselt waren, voelde ik geen echte affiniteit met de stad. Maar vermits het openbaar vervoer daar gratis is, leek het me uiteindelijk een goed idee naar de halte van de bus naar het centrum te stappen.
Daar liepen we wat rond.
Het was niet koud, het regende even niet en ik kreeg zowaar een lente- en zelfs vakantiegevoel. En voelde mijn onverklaarbare, vroegere spontane, aversie tegenover de stad stilaan wegsmelten.
Dat werd nog meer voelbaar toen we merkten dat de Sint-Quintinus-kathedraal open was.
Het interieur ervan vond ik zeker de moeite, en ik ademde daar weer de spirituele sfeer die ik meestal in mooie kerken terugvind.
Daarna vond ik het tijd voor een terrasje. Jawel, zelfs daarvoor was de temperatuur lauw genoeg. En, ik moet het toegeven, Hasselt zorgt (net als Sint-Truiden) dat rokers niet in de kou blijven: de meeste terrassen zijn goed beschermd tegen de wind. Op de minder afgesloten terrassen zaten dan ook veel minder mensen dan op de gedeeltelijk afgesloten.
Terwijl ik daar mijn hobby (volgens onze dochter toch) beoefende, zijnde mensen observeren, en genoot van een sigaret, een biertje… en de grappige hyper kinetische ober, hoorde ik een berichtje binnenkomen op mijn smartphone: een vertaling! Vaarwel vakantiegevoel! Nu, het bleek niet zo veel te zijn, ik kon vanaf dat terras de klant mailen dat ik daar pas deze avond zou voor kunnen zorgen, dus (dankzij die smartphone, bedankt, “kindjes”!) kwam mijn vakantiegevoel snel terug.
Maar toen we thuis kwamen, besefte ik weer dat ik achter stond op mijn huishoudprogramma! En dat vond ik minder leuk! Ik kan immers niet meer, zoals tien of twintig jaar geleden, ons huis in een of twee dagen schoon krijgen. Dat laat mijn rug niet meer toe. Dus moet ik het werk verdelen over de weekdagen, en als ik één dag niet doe wat ik voorzien heb, wordt het de volgende dag dubbel zo zwaar. En als daar nog “echt” werk (vertalingen dus) tussenkomt (want, geef toe, mannen, jullie vinden dat huishouden niet echt werken hé, behalve als jullie er moeten voor betalen natuurlijk), dan wordt het extra zwaar voor mij.
De vertaling heeft echter (na een snel maar lekker – en toch snel in elkaar geflanst - avondmaal) niet veel tijd gevergd, gelukkig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten