18 juni 2012
Deze ochtend vertrokken we rond 11 uur onder een grijze lucht, richting Plasencia en Salamanca. Weer herkende Eva de weg niet: ze veranderen hier constant.
Het landschap werd stilaan bergachtiger en nog steeds vlogen er roofvogels en ooievaars over. Rond 11:50 uur reden we voorbij de afslag naar Plasencia. De lucht klaarde op en we zagen voor ons de sierra de la Pena de Francia opduiken. De bergen zijn relatief fel bebost, aan hun voet grazen koeien en paarden in magere weiden met hier en daar een poeltje.
Om 12:20 uur reden we de provincie Salamanca in Castilla y Leon binnen. De dorpen en steden volgen elkaar sneller op dan in Extremadura. We waren net de sierra uitgereden en zaten weer in een vlakte met door muurtjes (van los op elkaar gestapelde stenen) gescheiden weiden.
Eva was ingesteld op de camping Don Quijote vlak bij Salamanca en zodra we weer op de oude weg zijn, brengt ze er ons feilloos naartoe. Maar de camping staat ons niet aan. Veel te weinig schaduw en te dure Wi-Fi. We besluiten dus verder te rijden naar Tordesillas, ongeveer 80 km verder. We kennen het stadje en de camping valt goed mee, al is hij duur (25,50 euro per nacht). Maar weer zullen we dus Salamanca niet weerzien…
Natuurlijk rammelde ik alweer van de honger (het was ondertussen bijna 14 uur) en Roger beloofde me halt te houden bij het volgende wegrestaurant. Wat dan ook kort daarna gebeurde. Ik wilde een kleinigheid eten, maar Roger berekende dat een kleinigheid en een drankje bijna evenveel zou kosten als een menu voor 10 euro en het werd dus weer een menu: soep/sla; kalfsvlees/eieren gevuld met tonijn; taart/watermeloen en elk 33 cl bier.
Nu had ik weer te veel gegeten en ik werd slaperig. Maar van dutten kwam niets, want het landschap veranderde weer en ik vond het te mooi: licht golvende groene, gele en roodachtige akkers met daarboven een blauw, wit, grijze lucht.
Om 15:25 uur reden we de camping El Astral van Tordesillas binnen. We installeerden ons op een vrij groot perceel, in de schaduw van moerbeibomen, dronken een biertje, gingen boodschappen doen en lieten een wasmachine draaien terwijl we aten.
Plotseling zei iemand ons ‘Bonjour!’ Onze Franse buur uit Dos Hermanas! Hij vond het in Sevilla ook te warm geworden en reed net zoals wij weer naar het Noorden en uiteindelijk naar La Rochelle waar hij vandaan komt. In Dos Hermanos hadden we nauwelijks met elkaar gesproken: hij bleek daar gedacht te hebben dat wij geen Frans spraken. Nu, na een verbaasd ‘Jullie spreken Frans!’ volgde een hele conversatie over onze reizen.
Iets later ontmoetten we een andere “vroegere buur” hier: een Nederlands koppel dat ook in Caceres kampeerde, met hun hond, hun kat en twee schildpadden. Ook zij kwamen een praatje met ons maken. Hij wist dat er in de buurt van Salamanca een nieuwe camping zou zijn geopend. Daar hebben we geen aanwijzing naar gezien, maar ja, wij zijn de afrit Salamanca gewoon voorbijgereden, en op die Ruta de la Plata staan geen campings aangeduid.
Naast ons zitten wat wij denken een Franse opa, oma en kleindochter te zijn. Ze spelen kaart terwijl opa de pijp rookt. Gezellig tafereel.
En achter ons zijn daarstraks een familie Spanjaarden aangekomen: vader, moeder en kind op schoolleeftijd. Hun tent opstellen heeft wel 2 uur gevergd. Maar ik stel me vooral een vraag: is de schoolvakantie hier begonnen? Er lopen immers nog andere kinderen rond.
Hier is gratis Wi-Fi, maar alleen in de bar. Daar gaan we nu even naartoe om deze regels te posten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten