In Spanje vind je niet, zoals in Frankrijk, een camping in bijna elk dorp. Dus moest het wel weer eens Segovia worden als we naar het Zuiden wilden en niet al te lang wilden rijden.
We vertrokken om 10:50 uur, na een kort praatje met een van de gisteren aangekomen Nederlanders. De echtgenote van de zieke man hebben we niet meer ontmoet.
De zon scheen krachtig maar het waaide fel terwijl we via de Hoya de Huesca richting Zaragoza reden. Onderweg zagen we weer de Salto de Roldan, en op de heuvels rondom de Hoya, ontelbare windturbines. Na Zaragoza reden we richting Madrid en ontmoetten onderweg aanwijzingen naar veel plaatsen waar we vroegere jaren vertoefden. In de buurt van La Almunia de Doña Godina herkende onze GPS de weg even niet meer: er zijn weer nieuwe wegen bijgekomen.
Om 12:15 uur namen we de afslag richting Cariñena en daarna klom de snelweg tussen de typische Aragonese grijze, bijna kale bergen. De wolken hingen heel laag (het was daar veel minder zonnig dan in Huesca) en dat gaf een heel mooi kleurenpalet van grijstinten. En weer windturbines: wel honderden!
Aan de afslag naar Calatayud besloten we even de snelweg te verlaten. We wilden gaan kijken wat er geworden was van de camping aldaar. Maar, hoewel er nog steeds een aanwijzing naartoe voerde, bleek die nog steeds gesloten, en zelfs nogal fel overwoekerd door de vegetatie.
Dat lijkt me weer typisch Spaans, die aanwijzing laten staan terwijl de camping niet meer bestaat! :-) Het terrein stond te koop en even droomde ik weg: als wij het nu eens zouden kopen en dus toch naar Aragon zouden verhuizen (dé droom van Roger)? :-)
Tijdens die korte halte aten we een perzik met een stukje brood, zodat we nog een poosje verder konden voor we aan een middagmaal moesten denken.
En dan verlieten we Aragon om Castilla y la Mancha binnen te rijden. Hoogvlaktes en bergen wisselden elkaar af, bergen die nu meer roodachtig waren.
Rond 13:30 zochten we een plekje om te picknicken en namen we dus een “via de servicio” (op de niet betalende Spaanse snelwegen vind je geen rustplekken). Een ideaal plekje vonden we niet, maar we aten, staande naast de weg, wat hummus, chorizo en brood.
Na een paar bergpassen volgde een klein half uurtje een rechte, heel eentonige weg op een hoogvlakte die baadde in een bijna verblindend zonlicht (de zon was dus weer van de partij), en daarna veranderde het decor in heel groene bergen.
Iets later, vlak na Guadalajara, volgden de ene “peaje” na de andere: 5 hebben we er moeten passeren op 2 uur tijd terwijl we voornamelijk rondom Madrid reden! Peajes betekenen blijkbaar ook rustplaatsen en van een daarvan maakten we gebruik om koffie en thee te gaan drinken en naar toilet te gaan.
Om 16:05 uur precies verlieten we de ring rond Madrid om de snelweg naar A Coruña op te rijden. Dit was niet het mooiste deel van de reis: veel te bevolkt, die regio! Kort daarop reden we 4 km door een tunnel, dwars door bergen van de sierra de Guadarrama, en daarna was het weer minder druk, en ook minder bevolkt. Kort daarop volgde de afslag naar Segovia, waar we om 16:45 uur op de camping aankwamen.
We wisten het: deze camping is heel duur en absoluut niet ideaal. De percelen zijn vrij diep, maar heel smal: je moet echt schipperen om jouw spullen geplaatst te krijgen, ook al omdat er overal bomen staan (wat dan weer een goed punt is: veel schaduw). Er is wel Wi-Fi, maar je betaalt ervoor 2 euro per verblijf, bovenop de meer dan 26 euro per nacht voor de camping. En de snelweg is dichtbij: veel lawaai. Zoals Roger zei: ze hebben hier een soort monopolie, want er is geen andere camping in de buurt.
Maar kom, we hebben ons vrij comfortabel kunnen installeren onder een appelboom en hebben nog eens genoten van Segovia, maar over dat laatste vertel ik in een volgende post.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten