Met een twaalftal leden van Heemkunde Groot Heers reden we vlak na de middag naar Remicourt waar we het museum van Haspengouw (“Hesbaye” in het Frans) zouden bezoeken.
We werden er ontvangen door heel vriendelijke, bekwame gidsen (vader en zoon) die ons een leerzame en interessante rondleiding gaven. De uitleg gebeurde uiteraard in het Frans, maar waar nodig konden onze gastheren (vooral de zoon) een beknopte Nederlandse vertaling geven.
Het museum bevindt zich in een vroegere school met schoolmeesterwoning en behandelt volgende thema’s (ik neem ze over van hun website):
- Wat is Haspengouw?
- Van de prehistorie tot de Middeleeuwen
- Rond de kastelen ontwikkelen zich dorpen
- De lekkere suiker van Haspengouw
- Toen er nog talrijke suikerfabrieken waren
- Over alle soorten suiker en inuline
- Zoals het er vroeger aan toe ging op school
- Mélotte en zijn mensen exporteerden Haspengouw in de wijde wereld
- Van de Duitse invasie tot de capitulatie
- Geërfde meubels
- Motoren en locomotieven in Borgworm
- Toen men zijn toevlucht zocht in gewelfde kelders (dit was een bezoekje aan de kelder, ingericht zoals hij dat was toen mensen zich daar verschansten tegen V1-bommen)
Meer dan twee uur liepen we rond in de verschillende zalen. Het was zo boeiend dat ik overwoog er eens naartoe te gaan met de “kindjes” maar ik weet niet of ons “groot meisje” en onze “grote jongen” daar al aan toe zijn…
Jules Mélotte, die ik niet kende, maar die blijkbaar een belangrijke rol heeft gespeeld in Haspengouw tijdens zijn relatief korte leven.
Uiteraard wilden we nog samen iets gaan drinken na dat bezoek. Onze gids raadde ons het cultureel centrum aan, dat echt meeviel: Roger en ik konden er een Orval drinken – je vindt dat bier praktisch niet meer op café.
En, voor de eerste keer dit jaar, liep ik er naartoe en later weer naar de auto zonder jas: het is blijkbaar lente!
Ineens stonden onze gidsen naast ons in die gelegenheid: ze wonen vlakbij. We trakteerden hen op een biertje.
We kwamen pas thuis rond 17:45 uur. Terwijl ik enkele nodige telefoontjes pleegde met het toestel in mijn linkerhand, zorgde mijn andere hand voor het opwarmen van de rest van onze maaltijd van gisteren, voor het sorteren van de was, voor het in gang zetten van de wasmachine en lukte het mij zelfs met één hand de keuken op te nemen (die was echt smerig geworden de vorige dagen).
Om de was te drogen te hangen na ons avondmaal, terwijl Roger de vaatwasser vulde, had ik wel mijn twee handen nodig!
Maar ik dwaal af…
Dat “musée de la Hesbaye” is echt een bezoek waard!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten