Zonnig weer tijdens onze brunch: we besloten dat we, nadat ik de wasruimte onder handen had genomen en we oud glas naar de container gebracht hadden, een wandeling zouden maken in Groot-Gelmen (iemand had ons verteld dat daar een nieuwe wandeling werd uitgestippeld).
Maar eerst die wasruimte dus (eigenlijk meer een bijkeuken: ook onze vaatwasser staat daar, evenals de schoonmaakproducten, het schoenpoetsgerief, de dweilen, de emmers, de borstels etc.). Aan die 4 m² heb ik bijna een uur besteed (ik moet toegeven: die plaats schiet vaak over bij de schoonmaak).
Dan ons oud glas weggebracht en ik merkte al meteen dat Roger een goed idee had toen hij gisteren dat lint aan mijn hoed naaide.
Daarna reden we naar Groot Gelmen. De aanbevolen wandeling bleek niet zo nieuw: die hadden we al lang geleden ontdekt en ze stelde niet heel veel voor. Dan maar een half uur in het dorp zelf (dat Roger en ik niet echt mooi vinden) rondgewandeld en inderdaad, het was nog vrij koud en er stond een vrij sterke wind: leve mijn “lint”!
Roger wilde daarna iets gaan drinken in de Kluizenaar, maar ten eerste begon het plotseling te regenen en ten tweede herinnerden we ons dat het café rond deze tijd zou ophouden te bestaan.
Dus reden we maar naar huis waar ik nog even met Nany belde (ze is nog steeds niet helemaal in orde) en daarna aan het avondeten begon.
Veel werk had ik daar niet aan. Ik had immers beslist alles, wat binnenkort op moet, te serveren. Het werd dus, bij een glas sherry, wat men een “apéritif dinatoire” kan noemen (een hapjesmaaltijd dus): inktvissen, ansjovissen, gedroogde tomaten, een spread van tuinbonen, tomaten, ui, olijfolie en kruiden (het enige wat ik echt klaarmaakte) die mij niet echt smaakte (buiten linzen en kikkererwten, zijn peulvruchten niet mijn favoriete kost), een restje van gisteren voor Roger, artisjokharten, etc., en wat speltbrood.
Terwijl Roger de vaatwasser vulde, las ik voort in “L’agneau”. Ongelooflijk goed geschreven… Wat mij opvalt is dat de auteur er voor zorgt dat we het verhaal telkens vanuit één standpunt te lezen krijgen (hij verandert dus soms wel, maar dan op een heel subtiele maar herkenbare manier voor de lezer, van standpunt). Dat is een van de bezwaren die ik telkens heb tegen romans van hedendaagse Vlaamse schrijvers: dat ze tijdens het schrijven, en vooral het “herschrijven”, te weinig rekening houden met dat standpunt.
Maar… Ik had deze avond ook het volgend nummer van “Alternatif Bien-être” (in pdf-formaat) aangekregen in mijn elektronische brievenbus. Met de lectuur daarvan beëindigde ik dus de avond.
Ontzettend interessant! Ik ga hier natuurlijk niet het hele nummer vertalen of overnemen maar voor sommigen van mijn vrienden: ik heb gelezen dat (buiten kurkuma in combinatie met olie), 6 zaadjes uit de pit van een abrikoos of een aantal appelpitten per dag kan helpen kanker te voorkomen, echt! Alleen, zoiets brengt niets op aan de farmaceutische industrie natuurlijk!
Ik kopieer hieronder een deel van dat ene artikel (een deeltje, want ten eerste is de pdf zo opgesteld dat kopiëren – terecht – bijna onmogelijk wordt gemaakt en ten tweede omdat jullie maar zelf een abonnement op het tijdschrift moeten nemen als het jullie interesseert):
Uit Alternatif Bien-être van maart 2015:
“Il s’agit de Jason Vale, atteint d’un cancer dans les années 1990
et à qui ses médecins prédisaient un décès à court terme. Ne
pouvant s’y résigner, Jason se lança dans une recherche approfondie
et il apprit que des malades obtenaient des résultats
en consommant des pépins de pomme et les graines de
noyaux d’abricots, puis il sut que c’était parce que ces graines
contenaient de la vitamine B17 en grande quantité. Il se mit
donc à en consommer quotidiennement et bientôt se sentit
mieux. Il persévéra et peu après on constata que son cancer
avait complètement disparu.
Cette histoire extraordinaire fut diffusée à la télévision et eut
un tel retentissement que le reportage fut rediffusé la semaine
suivante. Jason Vale fut alors submergé d’appels téléphoniques,
ce qui l’incita à secourir toutes ces personnes en organisant sur
son site web la diffusion de laétrile extrait des graines d’abricots.
Et au cours des années suivantes, il put aider des milliers
de malades à traiter eux-mêmes leur cancer avec succès.
Mais il avait oublié que la FDA avait fait interdire le laétrile sur
tout le territoire des États-Unis. Aussi fut-il arrêté et traîné en
justice. Un tribunal du district Est de New-York le condamna,
le 18 juin 2004, à 63 mois de prison et
3 ans de liberté surveillée, au motif qu’il
avait, sur son site Internet, mis en vente
et vanté les propriétés curatives d’un produit
interdit. Après avoir purgé près de 4
ans de prison, Jason Vale fut libéré au début
de 2008. Il créa en 2009 un nouveau
site web, situé hors des USA, sur lequel
il poursuit son combat pour la vitamine
B17, qu’il continue de consommer régulièrement
lui-même, en précisant qu’il
est toujours là après avoir été diagnostiqué
cancéreux en phase terminale il y
a… 27 ans !”
(uit, en dus gratis reclame voor: Alternatif Bien-être ).
Nog even dit antwoord op enkele vrienden: nee, Roger heeft zijn rommel in de keuken nog niet opgeruimd! Zo ken ik hem wel en zo heb ik met hem leren leven!
"6 zaadjes uit de pit van een abrikoos of een aantal appelpitten per dag kan helpen kanker te voorkomen, echt! Alleen, zoiets brengt niets op aan de farmaceutische industrie natuurlijk!" --> Wat een naiviteit.....
BeantwoordenVerwijderenWas het maar waar, natuurlijk, maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Helaas...
VerwijderenProberen kost niet veel hé! :-)
Verwijderen