Na onze brunch moest Roger even weg. Ik hoorde een vertaling binnenkomen maar die was zo kort dat ik die uitstelde tot nadat ik de keuken even oppervlakkig onder handen had genomen en een wasmachine had ingeladen.
Tijdens dat huishouden kwam er een mail van Jan Gerits binnen. Hij zocht naar de Limburgse monografie over Lod Lavki, uitgegeven in juni 1991. Ik vond er nog één exemplaar van in het archief van de KVLS en stelde voor dat boekje door Roger te laten scannen. Dat vond Jan een uitstekend idee.
Toen Roger thuiskwam, was ik pas begonnen aan die vertaling nadat ik eerst de was had opgehangen en naar Nany had gebeld. Het regende pijpenstelen.
Roger begon meteen die monografie te scannen… waar we vrij veel fouten in vonden. Die ik niet kon verbeteren: de scan is eigenlijk een soort foto.
Ik moest terugdenken aan mijn eerste jaren bij de KVLS. Oostland stond toen ook vol fouten, en blijkbaar de monografieën ook (toen wist ik nog niet dat die bestonden). Ik herinner me zelfs een ruzie tussen mij en Richard zaliger, de man van Ingrid. Ik had geklaagd over de vele fouten in de publicaties van de KVLS, en dan vooral in het voorwoord (meestal geschreven door Ingrid) en het zat er tegen met Richard! ‘Doe het dan zelf hé,’ verdedigde hij zijn vrouw tegenover mij, ‘als jij het toch zoveel beter kunt!’. (Uiteindelijk zijn Richard en ik wel de beste vrienden geworden hoor).
De regen hield abrupt op maar het waaide (of woei? Wat is nu het mooiste woord?) nog heel fel.
‘Zouden we geen wandeling maken?’, vroeg ik aan Roger. ‘Ja, maar dan bijvoorbeeld in Sint-Truiden, want voor het open veld of het bos waait het veel te fel’, vond hij.
Wij dus naar Sint-Truiden maar onderweg begon het weer en steeds harder te regenen. Op een bepaald ogenblik vond ik dat we beter rechtsomkeer maakten: in die diluviale regen zouden we toch niet lang wandelen.
Jan Gerits had al geantwoord: hij was heel blij dat Roger zo snel voor die monografie had gezorgd. En ik werkte eindelijk voort aan die korte vertaling. Die ik leverde vlak voor ik aan het avondeten begon.
Daarover valt ook wat te vertellen. We proberen de laatste tijd zoveel mogelijk suiker en smaakversterkers te bannen uit onze recepten. Dus had ik gisteren een ouderwetse bouillon klaargemaakt waar ik deze avond soep mee brouwde. Wat was die soep flauw! Ik bekeek nog eens de ingrediënten die in het voor mij gebruikelijke bouillonblokje zitten, en zoals ik eigenlijk al wist, ontmoette ik suiker én smaakversterkers. Onze smaak lijkt daardoor echt aangetast!
Na een uurtje lectuur (ik herlees met veel plezier “Lettres de mon moulin” van Daudet - eigenlijk een blog “avant la lettre”) en nog wat praten met Roger, genoot ik van een aflevering van Star Trek (die me een beetje deed denken aan het sprookje van “De kleine zeemeermin”).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten