Shoppen is niet echt mijn ding, maar ik had nu eenmaal aan Elena en Matthias een hoedje beloofd. Gisteren had ik even rondgekeken, ik had tweemaal iets opgemerkt dat zou kunnen voldoen, dus trokken we vandaag na ons ontbijt en onze boodschappen naar die twee winkels. In de ene hadden ze geen kinderhoeden, in de andere vond ik de hoedjes echt niet mooi. Ondertussen had Roger wat honger gekregen; een bar bood een Engels ontbijt aan en daar had hij wel zin in. Ik had toen nog geen honger maar proefde van zijn worstjes en bacon. Niet slecht.
We reden terug naar de camping maar de poort ervan was gesloten: er zijn betonneringen aan de gang. Dus moesten we via het rotsige strand lopen om binnen te geraken. Eigenlijk een welgekomen bijkomende wandeling: het was niet heel warm (ik schat rond de 28°C) en er stond een lekker briesje.
Van 13 uur tot 15:30 uur verbleven we op de camping en ik moet toegeven dat ik gisteren te streng ben geweest. Onze staanplaats is inderdaad minder groot dan die van de vorige keer maar ze is veel schaduwrijker. En in feite ruim genoeg! Alleen vind ik het sanitair nogal ver zijn.
In de schaduw van dennen en heel hoge olijfbomen en omringd door oleanders en palmboompjes lazen we, at ik nog wat fruit, praatten we een poosje en rustten we een beetje.
En toen ging het terug naar Denia centrum (we hadden een zijingang van de camping gevonden, waarlangs we sneller bij de aan de hoofdingang geparkeerde auto geraakten).
Ik herinnerde me dat aan de andere kant van de haven altijd kraampjes staan (die we nog nooit bezochten) en dacht aan wat Elena eens tegen mij zei: ‘Oma, cadeautjes vind je in Spanje op die kleine markt’. Zou zij (die elk jaar een poosje in Denia verblijft en dus Spanje waarschijnlijk vereenzelvigt met deze stad) die kraampjes bedoeld hebben?
Uiteraard waren ze gesloten (siësta). Dus liepen we wat rond in de straatjes, keken naar de boten, wandelden – via een tunnel onder de rotsen – tot aan het kasteel en dronken uiteindelijk een biertje aan de haven. De olijven die we erbij kregen stilden mijn opkomende honger.
En… Daarna waren die kraampjes open. Het eerste wat ik zag waren handgemaakte strooien hoeden! Elena en Matthias, we hebben onze belofte kunnen houden en ik hoop dat je de “cadeautjes van de markt” mooi zult vinden!
We liepen nog even verder langs de kraampjes maar vonden alles veel te duur (ik zal maar niet vertellen hoeveel de hoedjes kostten – in feite ook te veel maar nogmaals, winkelen is niet echt mijn ding en ik was al blij genoeg dat ik gevonden had wat ik zocht).
We aten deze avond weer bij de tent. Alle menu’s in de stad vond ik te copieus. Ik weet het, in Malpartida de Plasencia aten we elke avond een menu maar ik liet ook telkens meer dan de helft over (eens werd mij gevraagd of ik het niet lekker vond, en nee hoor, ik vond het heerlijk. Het was gewoon veel te veel).
Het werd deze avond gazpacho en daarna sandia met serranoham.
Terwijl ik dit schrijf is er een Frans gezelschap luidruchtig aan het praten in de campingbar hier vlakbij. En toen wij hier “siësta” hielden, hadden we het gezelschap van een troep jongeren die begonnen te zingen en gitaar te spelen en die deze avond mysterieus zijn verdwenen. Mysterieus omdat je normaal gezien ten laatste tegen de middag moet ophoepelen uit een camping.
O ja, en nog dit: toen we parkeerden in de stad, werden we aangesproken door een joviale Vlaming die vertelde dat hij hier al 10 jaar woont, dat zijn kinderen terug naar België zijn verhuisd maar eraan denken uiteindelijk in Denia te komen wonen: ‘Dus is het hier goed, hé?’.
Ja, het is hier goed. Maar je moet wel werken om te kunnen leven. Ik vraag me dus af: was die man een miljonair? En, wat nog eigenaardiger was: hij had een Spaanse nummerplaat maar zijn stuur stond rechts.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten