Eindelijk kwam het er vandaag wel van! Ze ligt niet meer in het ziekenhuis, is nu naar huis teruggekeerd (dat wil zeggen in een kamer van het nieuwe gedeelte van het rusthuis). We reden dus naar het Leuvense en vonden dat er opvallend veel verkeer was onderweg (idem dito toen we deze avond terug naar Haspengouw keerden).
L. wachtte op ons in haar nieuwe kamer, minder ruim dan de vorige maar nog steeds veel ruimer dan die van Nany. Veel grotere ramen ook en ik vrees dat het er te heet zal worden als de temperaturen weer omhoog schieten. Ik moest terugdenken aan mijn neef (in de betekenis van "cousin") die een flat bewoont in Zuid-Frankrijk en me eens zei dat hij de "Belgische" fout had gemaakt voor heel grote ramen te kiezen: bij de minste hittegolf was het er niet meer uit te houden.
Na een poosje bijpraten liepen we samen naar de cafetaria (deze keer steunde L. op haar rollator en moest ze niet meer voortgeduwd worden in haar rolstoel).
Onderweg kwamen we een verpleger tegen met wie L. een gesprekje begon. Hij bleek een Spanjaard te zijn, informeerde naar haar familie (en bleek iedereen bij naam te kennen: onthoudt hij al die details over elke bewoner?) maar vroeg haar ineens of ze niet nog te veel pijn had en of ze geen "paracetamolletje" wilde (hij maakte zelfs het gebaar van een pilletje uit zijn zak te halen). Daar schrok ik toch even van: paracetamol is geen snoep hé!
Ondanks het mooie weer zat schoonzus liever binnen in de cafetaria omdat ze de stoelen buiten niet zo gemakkelijk vindt. We dronken er thee of koffie en een wijntje dat er echt mocht zijn (evenals de Earl Grey thee trouwens) en praatten nog wat bij met op de achtergrond muziek die soms hinderlijk was, vooral omdat de akoestiek er echt te wensen overliet. Ik merkte wel dat Roger, die tegenover schoonzus en mij zat, ons soms helemaal niet begreep.
Na een paar aangename uurtjes liepen we terug naar de kamer langs een echt labyrint van gangen. Ik vroeg me af of nog oudere mensen daarin niet op de dool geraken.
Toen was het tijd voor schoonzus om naar de eetkamer te gaan en Roger en ik liepen terug naar de uitgang die we deze keer gemakkelijk vonden (in het komen hadden we wat moeten zoeken naar haar kamer).
Het rusthuis lijkt me vrij aangenaam maar ik miste er al die zithoekjes die je bij Nany vindt. En... terwijl Nany, moest ze nog goed ter been zijn, gemakkelijk naar het centrum van de gemeente zou kunnen wandelen, moet je hier voor het minste een bus nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten