Het was echt heet vandaag (we haalden de 33°C in de schaduw). Tijdens onze wekelijkse boodschappen kreeg ik hier en daar een levendige herinnering aan bepaalde pietluttige details uit Spanje. Zoals wanneer we in Huesca van de camping naar de Mercadona liepen langs een plein waar de hitte pijnlijk weerkaatst werd door het witte plaveisel. 'We zullen dat nooit meer zien,' bedacht ik maar eigenaardig genoeg voelde ik zelfs geen droefheid.
En... nog eigenaardiger, herinnerde ik me plotseling een ander heel klein detail dat ik nooit heb begrepen... maar wel volledig was vergeten
Het was in Leuven, ik studeerde nog, mijn vader was al ziek, Roger en ik waren nog geen stel én onze vriend André zaliger (de collegevriend van mijn vader) was uit Congo naar Leuven teruggekeerd om er zijn doctoraatsthesis te verdedigen. Hij logeerde toen enkele weken bij "ons". Met "ons" bedoel ik hier vriendin Seany, Dirk Lambrechts zaliger, ik en, als ik me niet vergis, in die tijd (want ik denk dat het 1973 of 1974 was) nog een Portugese vriend, de fadozanger R.
André zaliger sliep toen in de gemeenschappelijke living, want een kamer op overschot hadden we niet (en eerlijk gezegd, hoe graag ik hem ook zag, soms vond ik zijn constante aanwezigheid heel vervelend en ik vermoed dat mijn medehuurders nog meer dat gevoel hadden).
Toch namen we André altijd mee op onze (kroeg)tochten en vaak was het zelfs hij die ons ergens naartoe voerde ( zelfs naar vrienden in Amsterdam!) in zijn auto.
Op een weekend ging André met mij wandelen in de Hoge Venen. We kochten daar een postkaartje dat we naar mijn ouders stuurden. En het volgende weekend brachten we bij mijn ouders door. Wat heb ik toen moeten horen vanwege mijn vader: we hadden hen dat kaartje gestuurd om hem jaloers te maken, want we wisten heel goed dat hij waarschijnlijk nooit meer op reis zou gaan (in feite was papa bijna nooit op reis geweest, behalve even naar Duitsland, naar Parijs én natuurlijk had hij zes jaar in Matadi gewoond). André en ik probeerden hem uit te leggen dat we gewoon aan mijn ouders (en André dus aan zijn vrienden) hadden gedacht tijdens onze wandeling en dat we hoopten ze te plezieren met ons kaartje, mijn vader bleef heel boos, het hele weekend.
Mijn vader stierf in september van het heel hete jaar 1976 en eigenlijk heb ik nooit meer gedacht aan die boosheid van hem tijdens dat verre weekend.
De laatste keer dat we bij Chantal, de weduwe van André, op bezoek waren, vertelde ze me nog dat André geregeld herinneringen ophaalde aan die weken in Leuven en zelfs toen herinnerde ik me die eigenaardige, boze, zelfs jaloerse reactie van vader niet!
Mij maken jullie reisverhalen niet jaloers, hoor vrienden! Blijf ze maar vertellen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten