Na de wandeling van deze middag zorgde ik voor soep. Daarna zouden we naar Horpmaal gaan voor de inhuldiging van een nieuw standbeeld op het Dorpsplein. En daarna pas zou ik voor ons eigenlijke avondmaal zorgen.
In feite was het een dorpsfeest voor de bewoners van Horpmaal (die “Tuyters” worden genoemd) maar Roger was erop uitgenodigd in zijn hoedanigheid van bestuurslid van Heemkunde Groot Heers.
Horpmaal (waar de hoeve Renwa van mijn achter-achterneef Nestor Renwa staat) is een prachtig dorpje. Vanop het dorpsplein kijk je zo uit op de koeien in de weiden.
We kwamen er al meteen een achterneef van Roger, en zijn vrouw tegen. Na een babbeltje gingen we zitten aan een van de tafels, waar we weldra het gezelschap kregen van enkele Tuyters. Ik luisterde hun conversaties af. Ze waren onder andere (in vrij plat Limburgs) nogal fel aan het afgeven op hun vroegere “hypocriete” pastoor. Enkele bekenden kwamen ons begroeten: de voorzitter en een lid van Heemkunde, een paar schepenen, en de gemeentesecretaris die onlangs zijn vrouw heeft verloren. Toen ik hem vroeg hoe het nu met hem gesteld was, antwoordde hij dat het wel ging en dat zijn echtgenote Ria al een heel poosje ziek was geweest.
Bij een pintje luisterden we naar enkele toespraken, de meeste in prachtig Nederlands. Het valt echt op dat als de mensen van Haspengouw (en ik denk dat dit geldt voor heel Limburg) AN spreken, ze dat perfect doen. Twee toespraken waren echter in het dialect, afijn, in wat nog overblijft van het dialect. Op zich vond ik dat niet erg vermits het feest in feite alleen voor de dorpsbewoners was bedoeld. En ik begrijp die plaatselijke taaltjes wel. Maar stel dat ik een Franse toerist was geweest en dat ik speciaal Nederlands had geleerd om Haspengouw te ontdekken: ik had er niets van begrepen!
Er werd in de toespraken onder andere uitgelegd waarom de mensen van Horpmaal Tuyters heten, maar dat verhaal was zo ingewikkeld dat ik vermoed dat het pure fantasie was.
Na de onthulling van het beeld (een Tuyter, met twee ongelijke broekspijpen, want die lange en korte broekspijp zouden iets met de naam te maken hebben), volgde een receptie.
Cava, bier, fruitsap, wijn à volonté. En in plaats van hapjes: boerenboterhammen met hoofdkaas, paté of kaas. Heel lekker! En ik hoefde thuis niet meer te koken na mijn vier (jawel, vier, zo heerlijk vond ik ze) boterhammen! Het valt me wel op dat ik aan het verdikken ben sinds we in het lekkere Haspengouw wonen. Of is dat puur toeval en ligt het gewoon aan de leeftijd?
En toen zag ik Liske staan: de vrouw van mijn achter-achterneef Nestor.
Na een zoen vertelde ze me dat ze eind vorig jaar een hersenbloeding heeft gehad en daar nog een paar gevolgen van ondervond. Nestor Renwa was er niet: die had last van reuma. Ik beloofde Liske binnenkort nog eens bij hen langs te komen.
We zijn nog tot 22 uur blijven zitten op dat Dorpsplein. De sfeer was zo eenvoudig goed, de temperatuur zo aangenaam lauw, het uitzicht op de velden waarboven de maan opkwam zo feeëriek, en de zwaluwen boven het dorpsplein waren zo talrijk dat ik af en toe het gevoel kreeg dat ik al met vakantie was.
Thuis heb ik uiteraard niet meer gekookt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten