Toen ik naar Roger reed met de belbus stopte die ook aan een andere halte in Heers om een dame op te laden. Ik zag haar een abonnement tonen aan de chauffeur maar ze heeft verder niets gezegd tijdens de hele rit. Alleen constant heel fel gehoest.
Ik kwam nogal vroeg aan, kon nog niet bij Roger, maar belde hem via mijn mobieltje en hij kwam me vervoegen in de cafetaria. Waar ik de dagschotel bestelde. Deze keer vond ik die heel lekker: vooral de bloemkool met mosterdsaus vond ik zeer geslaagd. Daarna zijn we naar zijn kamer verhuisd waar we nog wat praatten en veel lachten. Roger moest nog een onderzoek ondergaan en ik maakte van de gelegenheid gebruik om een sigaret te gaan opsteken. Ik had natuurlijk naar de rokersruimte kunnen gaan, maar die is zo eng, zo rokerig en ik vermoed dat ik daar die ene vrouw toch niet meer zal ontmoeten. Dus liever buiten. Waar het in de zon en met je rug naar het Oosten te doen was ondanks de ijzige kou.
Het onderzoek van Roger gaf een prima resultaat: hij mag heel gauw naar huis!
Het avondmaal heb ik ook samen met Roger gebruikt: ik had voor mezelf broodjes meegebracht (met sardienen, tomaat en sla) en at die op terwijl Roger zijn avondeten verorberde.
Vlak voor ik zou vertrekken, verschenen Hendrik en Anneke! Ik vond het zo jammer dat ik niet langer kon blijven! Maar de belbus wachtte. Ik weet het, en deze avond dacht ik er nog even aan: ik had destijds misschien toch beter een rijbewijs aangevraagd! Ik heb immers leren rijden, maar omwille van steeds terugkerende nachtmerries waarin ik bij mijn eerste autonome autoreis een dodelijk ongeval veroorzaakte, heb ik nooit een rijbewijs willen halen (in die tijd ging daar zelfs geen examen mee gepaard!). Heb ik gelijk gehad of heb ik een kans gemist? Ik zal het ooit weten.
De belbus bleek weer een “beltaxi” te zijn. Nadat ik naast de bestuurder had plaatsgenomen, kwam die hoestende vrouw uit Heers eraan. Ze heeft trouwens weer heel de rit onbedaarlijk zitten hoesten! Ze vroeg aan de chauffeur (in het Frans) om de vele tassen die ze nu bijhad in de autokoffer te leggen. Nadat ze zich had geïnstalleerd op de achterbank vroeg de bestuurder haar of ze een abonnement had en ze antwoordde (in het Frans): ‘Ja, maar dat ligt in een van die tassen’. ‘Oké,’ zei de chauffeur, in het Frans (Vlamingen, wees toch niet zulke kruipdieren!), ‘ik zal dat bij het uitstappen natrekken’.
Ik zei tegen de taxibestuurder, luid genoeg opdat de zwijgzame hoestende vrouw het zou horen: ‘Ze heeft een abonnement, ik heb het haar deze middag zien tonen in het naar Sint-Truiden rijden’.
Toen we aan haar halte aankwamen, vroeg ze: ‘Est-ce que je dois vous montrer mon abonnement?’
‘Non,’ zei de chauffeur, ‘l’autre madame m’a dit que vous l’avez!’
Nadat ze haar tassen had gerecupereerd en was uitgestapt, stelde ik luidop vast dat ze mij blijkbaar niet had verstaan toen ik zei dat ik wist dat ze een abonnement had. ‘Inderdaad niet,’ zei de bestuurder, ‘en dat is toch een van de eerste zaken die je leert als je ergens gaat wonen: de taal!’.
Ja, maar waarom doen Franstaligen dat niet? Omdat wij, Vlamingen zo kruipen voor hen! En sorry, ik ben ook Franstalig van opvoeding! Beschuldig mij dus alsjeblieft niet van “Vlaamse bekrompenheid”!
Maar is het niet zo dat wij, Vlamingen, door het feit dat we niet fier genoeg zijn op onze taal, mensen kansen ontnemen om onze taal te leren?
Deze avond keek ik nog naar een aflevering van Star Trek: Darmok. En daar ging het ook over taal, en vooral over respect voor zelfs talen die héél vreemd in elkaar steken.
Josiane,
BeantwoordenVerwijderenFijn te horen dat het goed gaat met Roger.
Hier zijn wij beiden verkouden....
Kusje
Francoise
Hij is thuis en maakt het goed!
BeantwoordenVerwijderenVoorlopig ontsnappen we nog aan een verkoudheid, maar mama heeft het ook al zitten, zei ze me deze avond aan telefoon!