Nog even over dat relaas van Lieven. Ik verneem er bijvoorbeeld door dat tijdens die opstand de bus die de gevangen blanken voerde naar het "Hôtel Métropole" werd bestuurd door "onze" geliefde Jean, de zwarte chauffeur die ons elke dag van school naar huis bracht! Dat Jean Lieven herkende en dat zijn gelaatsuitdrukking liet blijken dat hij een opgelegde taak uitvoerde en zelf niet goed begreep waar hij mee bezig was.
Lieven vertelt in zijn relaas ook over de "maison de passage" (een tijdelijke woning, waarin wij ook zes maanden doorbrachten toen we in Matadi arriveerden), beschrijft het gebouw nog veel beter dan ik het deed in "Zoals de zee een zandkasteel", spreekt over de paadjes die vandaaruit voerden naar het centrum van Matadi. En uiteraard heeft hij het ook over "onze" wijk "Soyo" waar we zo vrij konden spelen (en waar ik als kind Lieven leerde kennen tijdens een van mijn ontdekkingstochten in de buurt - ik denk einde 1954 of begin 1955, tussen mijn 5 en 6 jaar dus)!
Helemaal aan het einde van zijn verhaal lees ik dat hij, na onze terugkeer naar België, naar het college ging vlak achter het lyceum waar ik schoolliep. Hoewel in die tijd de jongens van het college naar de meisjes van het lyceum lonkten (en vice versa) hebben we toen elkaar nooit ontmoet. Het is pas veel later dat we elkaar terugvonden.
Kortom, niet alleen onthult zijn relaas me details (over die opstand dus) die mijn vader achterhield, maar het herinnert me ook aan veel details uit mijn heel prille jeugd. Nogmaals bedankt, Lieven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten