Onlangs werd ik uitgenodigd op een redactievergadering van de KVLS. Omdat we die dag al een andere afspraak hadden, heb ik me verontschuldigd maar... tegelijk stelde ik vast dat het me goed uitkwam dat we die dag niet vrij waren.
Ik heb geen rijbewijs, dus zou Roger mij moeten brengen en zich vervelen tijdens de hele vergadering (die volgens mij niet nodig was: tegenwoordig kun je heel veel bespreken via e-mail en zo). En ik was er zeker van dat, als Roger me al zou brengen, hij het enkel zou doen om mij te plezieren maar dat hij het zelf helemaal niet leuk zou gevonden hebben.
Toen op het laatste nippertje bleek dat onze eerste afspraak niet kon doorgaan, heb ik dan ook niet aan Roger voorgesteld toch naar die vergadering te rijden. En begon ik me vragen te stellen over mijn lidmaatschap van de KVLS (nee, in feite stel ik me daar al enkele jaren vragen over).
Waarom blijf ik daar lid van hoewel we nooit meer naar een activiteit gaan en ik serieus wat vragen heb over de kwaliteit van sommige schrijfsels van leden (waaronder mijn eigen schrijfsels uiteraard 😀).
Uiteraard heb ik goede herinneringen aan sommige vroegere activiteiten, zoals aan onze jaarlijkse poëtische lentewandeling in Haspengouw, die Boudewijn en wij elk jaar voorbereidden (maar die Roger en ik vandaag niet meer zouden aankunnen), aan sommige diners, aan enkele meer spontane ontmoetingen.
Maar nu heb ik duidelijk helemaal geen zin meer in die activiteiten. Waarom dus lid blijven? Het enige wat ik nog doe, is elke drie maand de drukproeven van Oostland nalezen (en de Limburgse monografieën - maar die horen sinds kort niet meer bij de KVLS).
Ik heb het al eens gezegd, tot voor kort was ik objectief degene die het beste kon zorgen dat "Oostland" zonder te veel taalfouten kon verschijnen, maar nu hebben ze een corrector die dat veel beter doet dan ik (omdat hij zelf heel goed schrijft natuurlijk).
Blijf ik nog lid van de KVLS, vraag ik me dus af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten