Ik hoop zo dat ons hindegebraad niet het gevolg was van een klopjacht!
Toen we van onze wandeling thuiskwamen vandaag, heb ik eerst een beetje verder gewerkt aan een vertaling. Om ondertussen te beseffen dat ik gisteren was vergeten mijn gebraad te laten marineren.
Maar, zo bedacht ik, met een lekker sausje erbij, zou dat gebraadje ook wel smaken.
Dus ging ik aan de slag. Gebraad versierd met een paar kruidnagels, een laurierblad, zout en peper, en overgoten met een klein scheutje olijfolie.
Zo ging het in de oven voor bijna een uur (ik had een gebraad van 1 kg, dus daar zullen we verschillende dagen van eten. Eigenlijk had ik het gekocht met het idee dat Zeger misschien hier zou zijn vandaag, maar hij had vandaag een personeelsfeestje).
Ondertussen heb ik even verder vertaald en na een half uurtje ben ik begonnen aan de knolselderpuree. Gewoon gekookte aardappelen en stukjes selder gepureerd en aangemaakt met een scheutje sojaroom, peper en nootmuskaat.
Maar toen het gebraad uit de oven kwam, en door Roger werd in sneetjes gesneden, moest ik heel snel een sausje bedenken om erbij te serveren. Ik heb mijn fantasie én mijn neus carte blanche gegeven en Roger vond de saus, het gebraad én de puree overheerlijk!
Ik probeer me te herinneren wat ik heb gebruikt voor de saus:
- het braadvocht van het gebraad
- een goede scheut sojaroom (tja, misschien is het nog lekkerder met echte room, maar ik let op Roger zijn gezondheid)
- een scheutje balsamico-azijn
- 2 koffielepels pruimenconfituur
- vrij veel peper (om de zoete, vanille-achtige smaak van sojaroom te verdoezelen)
- een heel klein snuifje zout ‘herbamare’
- en een heel klein snuifje nootmuskaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten