donderdag 3 april 2025

Correspondentie

Ik was van plan vandaag verder opzoekingen te doen bij die foto's, maar ik kreeg er de tijd niet voor. Het was boodschappendag, ik moest wat huishoudtaken inhalen en deze avond heb ik eindelijk enkele mails beantwoord.

Toen ik jong was (en ook nog toen ik iets minder jong was) voerde ik een drukke briefwisseling met vrienden van overal: een Franse vriendin, een vriendin uit Leuven toen ik in Schoten woonde, een vriendin uit Antwerpen toen ik opnieuw in Leuven woonde, de collegevriend van mijn vader, André, die zowat mijn beste vriend werd (en die afwisselend in Afrika en in België woonde), een vriendje uit de tijd van Matadi, een Duits meisje dat ik ooit in Parijs had ontmoet, een Limburgse jongen die ik in Leuven had leren kennen, de peter van mijn vader die als missionaris in Indië woonde, Marcel Inghels, onze pastoor in Matadi… enzovoort. Minstens één avond per week besteedde ik aan die correspondentie.

En dan kwamen er computers, en internet, en mails. Stilaan verving ik mijn brieven door mails, maar sommige vrienden haakten af. (Mijn Matadi-vriendin Sabine bijvoorbeeld antwoordde eerst nog geregeld met een papieren brief, maar die brieven werden steeds schaarser. Op den duur schreef ze enkel nog af en toe, als ze echt iets speciaals te melden had – zoals onlangs het overlijden van haar moeder Rachel.) Vriend André antwoordde ook steeds minder vaak. Misschien had de stijgende prijs van postzegels daar ook iets mee te maken? (Ik vergat trouwens te vertellen dat Eva me vorige dinsdag een brief overhandigde die ik pas thuis mocht lezen. Ze had hem niet op de post gedaan omdat postzegels zo duur zijn en ze me toch zou zien. Ik heb haar bedankt per e-mail nadat ik de heel lieve brief had gelezen, maar ik moet haar nog wel antwoorden – “op papier”.)

Stilaan begonnen mensen met elkaar te communiceren via "berichtjes" en "chatprogramma's". Mij lag dat veel minder. Een lange brief of mail maakt dat je minstens een half uur in gedachten bent bij je correspondent. Die "berichtjes" vond ik enkel geschikt voor dringende boodschappen. En chatten – al had het zijn charme – leek me in de meeste gevallen te veel op “keuvelen”.

Toch merkte ik dat steeds meer mensen berichtjes begonnen te sturen ("sturen" noemt men dat hier tegenwoordig, eigenaardig genoeg zonder nog te zeggen wat je stuurt). En één voor één vielen praktisch al mijn correspondenten weg, behalve enkelen die nog steeds "ouderwets" mailen, en die dan ook een vrij lange mail terug verwachten met nieuwtjes, gedachtewisselingen, vragen, antwoorden op vragen en nieuws van hun kant. Kortom: een mail die eigenlijk de vroegere papieren brief opvolgt.

Dat zijn dus de mails die ik geregeld beantwoord – en die vragen wel wat tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten