Een kort relaas van een lange dag, want ik ben heel moe!
Het was kindjes-dag en we hebben het gevoeld, Roger en ik! Hoewel er geen tijd was voor een wandeling, hebben we meer dan voldoende beweging gekregen. Elena moest het weer hebben van rollenspelletjes en was afwisselend “onze dochter” en “mijn moeder”. Ik heette toen “Fa”, opa was mijn papa en onze dochter een juf, en ik werd afwisselend naar de juf gebracht en naar Spanje (dat was in de tuin).
“Alien” Elena zorgt zelf voor haar vieruurtje (foto Roger)
Matthias was moe: zijn dutje duurde dus vrij lang, maar daarna was hij even levendig als zijn zus, al vindt hij kruipen nog steeds interessanter dan proberen te lopen. En eten dat die kan! Ik begrijp niet dat die jongen niet dikker wordt! Hij brabbelt steeds meer maar ik begrijp er nog niet veel van.
Wel is het duidelijk dat hij verstaat wat wij zeggen. Zo wilde ik hem er op een zeker ogenblik op attent maken dat opa terugkwam uit de tuin en zei hem: ‘Kijk eens wie er nu aankomt!’ en hij spurtte (mag je dat woord gebruiken als je bedoelt dat hij “vliegensvlug kroop”?) naar de trap en begon aan het traphekje iets te roepen dat klonk als “papa” en enthousiast te wuiven. Toen er niet onmiddellijk respons kwam vanop het gelijkvloers op zijn “dadadada papapa”, keek hij mij beteuterd aan. Ik zei hem: ‘Het is opa die terugkomt uit de tuin!’ (waar Roger speelde met Elena terwijl ik voor het eten zorgde) en Matthias keerde zich al kruipend om naar de keuken: hij weet blijkbaar heel goed dat je langs daar vanuit de tuin binnenkomt!
“We zegden dat haar slabbetje een jas was”, en met de bal spelen deden Elena en opa in “Spanje”! (klik om te vergroten)
Terwijl de kindjes na hun badje nog een fles melk dronken, gezellig met hun mama op de sofa, zijn Roger en ik naar Diepenbeek gereden waar ik naar een KVLS-vergadering moest.
“De Ploeg, in Diepenbeek”, foto Roger
Vergadering die vooral ging over onze tentoonstelling in Beringen begin juni, in het kader van de herdenking van de Grote Oorlog: gedichten geschreven bij schilderijen van Modamske. Ik druk me eigenlijk verkeerd uit, in die zin dat de schilderijen (volgens mij) de hoofdmoot vormen van de geplande tentoonstelling.
Het was bijna 23 uur toen we thuis kwamen (nadat we Boudewijn Knevels hadden thuisgebracht – in een naburig dorp en met onderweg serieuze conversaties over de verloedering van onze taal, te danken aan televisie en radio).
Daarna voelde ik me heel moe!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten