Toen we gisteren naar Remicourt reden, merkten we onderweg een watermolen op die we niet kenden. Op deze prachtige lentedag met een temperatuur die tot 20°c steeg, besloten we daar naartoe te rijden.
De molen die we zochten (aan de Geer – Jeker in het Nederlands - in Bergilers) bleek nog in gebruik en grotendeels omringd door een muur: we konden er moeilijk foto’s van maken.
We wandelden verder rond in het dorp en het viel ons weer op hoeveel grote en mooie huizen en boerderijen je vindt in die Waalse dorpen.
Dan reden we verder naar Remicourt (dat we al langer dan van gisteren kenden) waar we nog een klein uurtje rondwandelden, en daarna tot aan de watertoren vlak buiten het dorp liepen en terug. Weer zulke grote huizen, soms schots en scheef ingeplant in het straatbeeld, maar daar hou ik wel van.
Daarna was het tijd om naar huis te rijden: ik moest immers nog koken (soep van spinazie en broccoli gevolgd door rundsentrecote met sla, tomaten en gebakken aardappelschijfjes), een wasmachine laten draaien en telefoneren naar Nany.
Ik probeer mijn moeder immers verschillende keren per week op te bellen om te compenseren dat we haar zo zelden een bezoek brengen (het is anderhalf uur rijden van hier naar haar flat: drie uur heen en terug dus, we hebben zo weinig tijd… en brandstof is tegenwoordig heel duur). Gisteren had ik haar ook eventjes aan de lijn en ze vertelde me toen dat Broeder Leo vorige donderdag is overleden. We hebben die man slechts een keer ontmoet, we wisten dat hij ziek was, en toch schrok ik!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten