donderdag 7 oktober 2021

Herinneringen

Nany belde me zelf vandaag (nadat ik weer drie keer tevergeefs naar haar had gebeld) en had veel te vertellen: ze heeft het druk en voelt zich prima. Haar verhalen zijn opnieuw vrij coherent: zou de ontsteking weer over zijn?

Voor ons was het geen drukke dag. Buiten enkele eenvoudige huishoudtaken en deze avond een routinebezoek aan de dokter (vroeger gold dat soort bezoeken enkel voor Roger, nu hoor ik ook bij de categorie "patiënten" en probeer ik zo veel als mogelijk te zorgen dat we vlak na elkaar een afspraak hebben), veel lectuur.  Voor mij niet enkel "De onderstroom" maar ook mijn eigen vroegere dagboeken.  

Dat komt hierdoor. Een paar nachten geleden had ik weer zo'n heel realistische droom... die verwees naar enkele markante momenten uit mijn tienerjaren. De droom was zo realistisch en zoals meestal zo lucide dat ik af en toe de gang van de droom veranderde omdat ik wist dat de echte gebeurtenissen net iets anders waren geweest. Ik werd trouwens wakker op het moment dat de droom te fel ging afwijken van de realiteit en ik besefte (tja, ik was echt nog aan het dromen) dat ik hem niet meer kon "richten", op het spoor "van vroeger" brengen. Het was een heel raar gevoel! Alsof, als ik verder had gedroomd, ik in een parallelle wereld zou terecht gekomen zijn.  Ik wist meteen dat ik had gedroomd van zaken die in 1964 waren gebeurd en wilde dat toetsen aan mijn dagboek: inderdaad! 

Ik bleef maar lezen in dat dagboek, ging verder met 1965 en ben nog steeds daarmee bezig. Ik besef weer dat zo'n dagboek een ongelooflijk rijk bezit vertegenwoordigt (ook al zou het later geen van de kinderen interesseren, voor mezelf is het ontzettend boeiend om te lezen wat ik meemaakte, dacht, hoopte en vreesde op mijn 14-15 jaar).   

Sinds mijn spier- en gewrichtsproblemen begonnen vorig jaar in april, typ ik mijn vroegere, met de hand geschreven, dagboeken niet meer over (onmogelijk, want te veel pijn). Ik troostte mezelf met het idee dat het toch niemand zou interesseren (of, als het toch iemand echt zou interesseren, hij of zij mijn geschrift wel zou proberen te ontcijferen). 

Ik ben nu van gedachte veranderd: zodra mijn vingers nog iets soepeler zijn, doe ik voort, ook al weet ik dat ik dat werk nooit tot een goed einde zal kunnen brengen (ik ben aan eind 1967 en pas sinds 1993 typte en bewaarde ik mijn dagboeken op mijn pc). Als je weet dat elk jaar iets meer dan 100 getypte A4-vellen vertegenwoordigt...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten