18 september 2013, woensdag
Ik weet niet of ik dit vandaag gepost krijg: de verbinding met het internet is hier heel slecht.
We reden vandaag dus naar Mérida, een stad die ons niet aanstond de eerste en voorlaatste keer dat we er waren, maar de bedoeling was deze keer een uitstap naar Zafra te maken.
Het gins langs heel dorre vlaktes, met daarboven af en toe een enorme roofvogel, en hier en daar toch een waterplas waarrond kudden koeien, schapen of geiten zich verzamelden. Iets later staken we de Taag over. Iets verder dan Caceres zagen we weer zo’n stationdorpje met paviljoenen, zoals we er destijds ontdekten in de buurt van Malpartida de Plasencia en Caceres. Dit dorp heette, volgens de plattegrond, Estacion de Aldea del Cano, en een beetje verder had je het dorp Aldea del Cano. Eigenaardig. Ontstond er telkens een dorpje aan het station dat een ander dorpje bediende? Zodra ik wat gemakkelijker op het Internet kan, moet ik dat eens opzoeken.
Om 13 uur kwamen we aan op de camping van Mérida. De siësta was begonnen, maar aan de receptie hing een bericht dat we ons mochten installeren. Dat ging heel snel, maar we werden wel opgehouden door een Nederlandse dame die in Portugal woont en die tot en met afgaf op de camping. Ze vroeg ons zelfs op nogal autoritaire toon waarom we niet eerder in Caceres kampeerden! Toegegeven, de camping van Caceres is veel beter, de stad veel aangenamer, maar Caceres ligt meer dan 100 km van Zafra!
Om 13:55 uur konden we eindelijk naar Zafra vertrekken, waar we onze auto om 14:40 uur parkeerden vlakbij het 15de eeuwse paleis van de hertogen van Feria.
Dat paleis is nu een parador geworden.
Gedurende enkele uren liepen we rond, voornamelijk in de oude stad, met zijn smalle straatjes, zijn witte huizen, zijn twee met elkaar communicerende pleinen (Plaza Pequeña en Plaza Grande), zijn enkele paleizen en zijn kerken waarboven een lege ooievaarsnest pronkte...
… En uiteraard zijn mooie apotheek waarvan Roger ook vorig jaar een foto maakte.
Het stadje was ingeslapen: alleen enkele Nederlanders zaten te keuvelen op een terras op het grote plein. Alle winkels waren gesloten, maar Roger bleef telkens weer vol bewondering staan voor een etalage met Spaanse laarzen en handtassen. En hij wilde me absoluut een van die (mooie) handtassen offreren.
‘Maar ik heb geen handtas nodig’, herhaalde ik telkens weer. Toch wilde Roger wachten tot de winkels weer open zouden gaan (17:30 uur). Dat deden we onder andere met een biertje op een terras. Ergens zag ik dat het 33°C in de schaduw was, maar gelukkig stond er een zacht, koel briesje.
Rond 17:30 uur kwam er inderdaad wat meer leven in het stadje, maar de bewuste winkel was om 18 uur nog steeds niet open. Dus reden we maar terug naar onze camping, deden onderweg boodschappen, schreven ons bij aankomst in op de receptie van de camping en aten deze avond bij de tent (veldsla met ansjovis en daarna lookscheuten, asperges en garnalen).
We gingen nog een biertje drinken in de bar van de camping en nu zitten we weer voor onze tent… Waar een jong katje onze aandacht probeert te trekken.
O ja, nog even dit: noch in Segovia, noch in Plasencia noch in Zafra zagen we bedelaars!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten