woensdag 22 april 2020

Wandeling in de wei

Het was heel aangenaam op het binnenplein vandaag maar veel kouder (door de noord-oostenwind) zodra we de poort opendeden.

Nadat we langs de post waren gegaan (te veel volk op een te kleine oppervlakte daar), langs de bierhandel (daar doen ze het goed: je mag er maar met twee tegelijk binnen en je houdt constant voldoende afstand tot de uitbaters die trouwens altijd mondkapjes dragen) wilde Roger naar een "doe het zelf-winkel" om een hakbijl te kopen (de werklui bleken zijn hakbijl te hebben weggedaan en Roger mist die sinds hij geregeld hout klaarmaakt voor de kachel).

Daar aangekomen, net toen ik dacht mijn heupgewrichten nog eens zachtjes aan het werk te zetten (niet dat we veel wilden rondlopen in die winkel, maar alleen van de ingang tot de kassa gaan, betekent er een poosje stappen), kreeg ik een telefoontje van Nany.

Ik bleef dus in de auto zitten zodat ik haar handenvrij kon beantwoorden. Mijn eerste reactie was immers mijn gsm naar mijn oor brengen (met mijn rechterarm, ik weet immers dat ik de linker moet ontzien) en meteen voelde ik dat die ook al overbelast is!

Dus bleef ik braafjes in de auto zitten, met de gsm op mijn schoot. Nany vertelde enthousiast over haar middag die ze grotendeels in de binnentuin van het rusthuis doorbracht, en waar ze, samen met andere bewoners, liedjes heeft gezongen.

Roger was vrij snel terug, Nany vertelde nog even voort terwijl wij naar huis reden en dan nam ze afscheid, want het was bijna etenstijd voor haar.

Voordat we naar de post gingen, had Roger nog in de wei gewerkt (ik zeg het: hij is opvallend vlijtig de laatste dagen; ik wilde dat ik hetzelfde kon zeggen van mezelf!). Zodra we weer thuis waren, vroeg hij me of ik even mee kwam "wandelen" in de wei. Ik nam mijn wandelstokken (nadat ik mijn sandalen toch maar had verwisseld voor schoenen) en volgde hem.

Roger heeft inderdaad heel fel gewerkt in die wei (ik schat dat hij er nog een dag of drie werk aan heeft)! Maar... ik vrees echt dat hij dat ritme niet kan volhouden (ik merk dat in de "tuin" het gras alweer zou moeten afgereden worden).

Mijn heupen vonden het goed, dat rustig rondlopen in de wei (en we haalden herinneringen op aan onze eerste jaren hier, en aan hoe we in die wei barbecueden met de kinderen) en zelfs mijn armen deden even geen pijn... tot ik, terug in de leefkeuken, mijn schoenen wilde uittrekken. Sommige bewegingen blijken nog steeds enorm pijn te doen!

'Ik word echt oud,' zei ik tegen Roger.
En hij: 'Maar nee, je bent oud!'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten