maandag 24 mei 2010

Pinkstermaandag

Vandaag gingen Zeger, Roger en ik wandelen in Rullingen. Het was zo warm dat ik spijt had dat ik mijn strooien hoed niet bijhad! Wij kennen de site al vrij goed en konden dus een wandeling uitstippelen die Zeger toch min of meer zou appreciëren (ik weet dat hij eigenlijk liever in een stad rondloopt). Hoeveel foto’s heeft die trouwens wel gemaakt!!! Elk detail merkt hij op! Ik ben echt benieuwd naar zijn kiekjes, maar ik zal die ten vroegste morgen avond te zien krijgen, als hij weer in Leuven is geraakt op zijn fiets. Hoewel, het zal waarschijnlijk pas overmorgen zijn, want hij zal morgen avond wel heel moe zijn van zijn lange fietstocht.

Ik merkte tijdens de wandeling dat hier en daar de meidoorn uitgebloeid is (hoewel sommige exemplaren nog hun volle pracht ontplooien) en dat nu de vlierstruiken beginnen te bloeien en te geuren. Het is een vanille-achtig aroma dat je opsnuift, jammer genoeg met een duffe toets die Zeger onmiddellijk opmerkte.

In Rullingen zagen we geregeld een reiger opvliegen of landen, vlak voor we in het Jachthuis van het kasteel van Rullingen iets gingen gebruiken. Uiteraard maakte Zeger een foto van een van die reigers.

Dat Jachthuis heeft enkele jaren geleden andere uitbaters gekregen. En alles loopt er sindsdien in het honderd. Je moet langer dan een kwartier wachten om je bestelling te plaatsen, dan moet je op voorhand betalen, daarna nog bijna een half uur wachten voor je bestelling wordt gebracht! Roger had een Duvel besteld. En hij kreeg een vochtig glas. Bier van hoge gisting vraagt echter om geschonken te worden in een droog glas. Roger meldde dat aan de kelner… die gewoon het glas even uitschudde! :-)

‘Nee,’ zei Roger, ‘het moet echt een droog glas zijn!’ En op dat echt droge glas hebben we nog een minuut of tien moeten wachten. Ondertussen hebben we wel vier gezelschappen het zien afstappen voor ze nog een bestelling konden plaatsen. Ik vermoed dus dat de locatie het moet hebben van de vele toevallige wandelaars, maar niet van habitués!

Wat ik hier allemaal verwijt aan de locatie (Roger zei: ‘hier komen we nooit meer’) is niet aan de ober gericht: hij werkte hard genoeg. Dat hij niet wist dat bier van hoge gisting in een echt droog glas moest geserveerd worden lag aan zijn opleiding. En… er is daar veel te weinig personeel. En dat ligt dan weer aan de belastingen op het werk, denk ik. De staat plundert ons gewoon! Hebben jullie al uitgerekend hoeveel van jullie geld naar de staat gaat???

En deze avond hebben Zeger en ik gekeken naar een animatiefilm: Chicken Little. Ik heb er wel van genoten, en voelde me weer een kind. En droomde weer van kleinkinderen! :-)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten