Elvira en Geert stelden deze ochtend een wandeling voor in het natuurreservaat Montgó. Dat is de majestueuze berg aan de voet waarvan de stad ligt. De berg zelf hebben we niet beklommen. Niet enkel vanwege mijn hoogtevrees: met de kinderwagen was dat niet te doen. Toch werd het een heel mooie wandeling. En geurig! Behalve tijm groeiden er andere kruiden waarvan ik het parfum rook, maar waarvan ik de naam niet ken.
Elena vond het blijkbaar prettig in haar kinderwagen over de rotsen en stenen te rijden. Ze had opgemerkt dat haar stem ervan trilde en ze oefende vlijtig om dat trillen te veroorzaken.
Op een informatiepaneel zagen we dat hier inderdaad witte adelaars zitten (aguila perdicera).
Later gingen we nog even naar de kaap Sant Antoni en daar zagen we er weer enkele verschijnen van tussen de rotsen. Geert dacht dat het enorme meeuwen waren, maar je ziet duidelijk het verschil.
Het was heel warm en in het terugrijden zijn we iets gaan drinken. We namen er drie raciones bij (calamares, patatas bravas en gambas al ajillo). Elena kreeg haar flesje en een flesje water waar ze gretig van dronk.
En ze speelde met mijn bril… die ze constant in haar mond wilde steken.
De namiddag verliep rustig. We deden zoals de mensen van hier: niets. Deze avond, na de boodschappen en het avondeten nog een korte wandeling langs de zee.
En zopas heeft ons koelkastje het begeven. Dat is wel vervelend… Deze avond horen we krekels zingen op de camping (niet de twee vorige avonden) en hebben we een buur gekregen waardoor we niet meer het aanpalende perceel kunnen voor een deel inpalmen zoals we de vorige dagen deden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten