Woensdag 15 juni 2011
Elena is gisteren 5 maand geworden, ongelooflijk hoe de tijd vliegt! 'De tijd gaat snel, gebruik hem wel', placht Roger zijn mama constant te zeggen.
Voor ik vertel over deze dag, wil ik iets noteren dat ik gisteren vergeten was. Toen we gisteren op de parking van Dia een karretje wilden nemen voor onze boodschappen werden we tegengehouden door een bedelaar. Om preciezer te zijn, door de zoon van een bedelaar. Hij verhinderde ons om een geldstuk in het karretje te steken, stak er zelf een plastic schijfje in van dezelfde grootte als de bewuste munt en waaraan een verlengstuk was aangebracht zodat hij zijn 'contraptie', zoals onze kinderen zoiets noemen, weer uit het karretje zou kunnen halen.
Daarbij richtte hij onze aandacht op zijn vader, die zat te bedelen. Met voor hem een bordje waarop stond dat hij vreemdeling was, zijn kinderen moest onderhouden en daar de middelen niet toe had.
Wij gingen gewoon de winkel binnen, en toen we binnen waren, bedacht ik ineens dat de bedoeling waarschijnlijk was dat we de 2 euro die we normaal gezien in het karretje zouden gestoken hebben, aan de bedelaar zouden geven.
Vandaag vertrokken we om 5 over 11. Bij het betalen van de camping vernamen we van de receptioniste dat die Engelsman die we vorige jaren al zagen in het restaurant elk jaar van mei tot oktober in een caravan op de camping verblijft. Hij zou ouder zijn dan 80 jaar.
We reden richting Coria, Caceres, ons doel zijnde Alcantara, ook in Extremadura. De bijna purperen rotsen maakten weldra plaats voor een “steppe”-landschap. Dor gras, enkele struiken, geen bomen. Er werd gewerkt aan nieuwe wegen en Roger en ik maakten ons de bemerking dat de oude, smalle weg waar we nu op reden wel zou blijven bestaan naast de nieuwe, maar dan ongebruikt en niet onderhouden. Dat hebben we al zo vaak gezien in Spanje.
Na een poosje zien we tussen al dat dors de embalse de Alcantera. Een immens stuwmeer. En er groeien na een poosje weer meer boompjes. Af en toe een eenzaam huis en zelfs de ruïnes van een kasteel. Rond 12:25 dalen we naar de vallei van de Taag om daarna Alcantera binnen te rijden. De camping bevindt zich een eindje verder, boven op een heuvel, aan de voet waarvan dat stuwmeer ligt.
De uitbater blijkt afwezig, maar iemand zegt ons dat we ons mogen installeren. Wat we dan ook doen. Het sanitair is heel netjes, de percelen schaduwrijk, dankzij acacia's en ratelpopulieren, en ruim. Er vliegen weer blauwe eksters, zwaluwen en mussen rond, maar ze komen niet zo dichtbij als in Malpartida. Boven ons zweven geregeld roofvogels (onder andere gieren) en ooievaars.
Nadat we een hapje hebben gegeten, geraken we in gesprek met een Nederlander die hier ook in een Subaru is aangekomen. Hij huurt een bungalow en vertelt dat hij al meer dan 8 jaar hier zijn vakantie doorbrengt. Vooral om vogels te spotten. Hij wijst op enkele mooie wandelwegen (in feite zitten we hier in de Parque Natural Tajo International, natuurreservaat dat zich uitstrekt over Spanje en Portugal), maar die lijken te steil voor mijn hoogtevrees. Hij praat ook over alle vogels die je hier kunt ontdekken (ik weet al dat morgen ochtend de wielewaal ons zal wekken).
Maar wij willen vandaag vooral de stad zien en vooral de Romeinse brug (waar we over zijn gereden om naar de camping te komen). Eerst rijden we toch even de bergen in, tot aan een vroegere granietgroeve. Er werd destijds bouwmateriaal gedolven voor de stuwdam. Nu staat de groeve vol grondwater. Het is er stil en rustig, maar naar het schijnt komen in het weekend de stadsbewoners daar zwemmen. Weer massa’s roofvogels, ooievaars, zwaluwen.
En daarna rijden we weer naar de Romeinse brug uit de 2de eeuw (met daar vlakbij een Romeins tempeltje) en dan het stadje in.
Daar klimmen we in de straatjes, bewonderen enkele paleizen, enkele kerken... Maar snakten weldra naar niets anders dan naar een pint. Zo warm was het! Praktisch niemand op straat: siësta waarschijnlijk. Je zou voor minder warmte de middag binnen doorbrengen!
Op een schaduwrijk terras aan de rand van het stadje dronken we twee pintjes na elkaar. We kregen bij het eerste een heerlijke tapa: een salade van gebakken rijst met ei, tomaat, sla, paprika, asperge, selder, ham, en surimi. Omdat ik de uitbaatster zei dat ik het zo lekker vond, kregen we nog een tweede schoteltje. Bij ons tweede pint kregen we champignons met chorizo en look, even lekker.
Na onze boodschappen in een kleine supermercado, kwamen we terug naar de camping (die blijkt deel uit te maken van een finca) waar we ons inschreven. De uitbater is getrouwd met een Française en wilde absoluut Frans spreken. Hij raadde ons aan naar de vroegere groeve te gaan kijken en er een verfrissende duik te nemen. Maar wij zijn naar onze tent gegaan en zullen hier seffens avondmalen.
Helaas, hier is geen wifi en ik kan dit dus niet posten vandaag. Ik heb de “kindjes” al verwittigd, en Nany, die onze reis op de kaart volgt, heb ik ook een SMS gestuurd.
Deze avond waait er een briesje (zoals dat meestal ook het geval was in Malpartida) en dat geeft een beetje verfrissing.
De uitbater van deze camping en de Engelsen met wie we praatten in Malpartido vertelden ons dat het hier in april-mei vreselijk veel geregend heeft. En dat zijn ze hier niet gewend!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten