Donderdag 30 juni 2011
Vorig jaar hadden we hier veel dorpjes bezocht, maar ik was vergeten wat zich waar bevond (heb ik altijd als ik te veel zaken na elkaar ontdek). Roger en ik vroegen ons af wat we in Argent sur Sauldre hadden gezien: een kasteel geflankeerd door een molen of die trompe-l'oeil in de straten? Het bleek beide zaken te zijn. In het park van het kasteel hadden we toen gepicknickt. Deze keer niet. We wandelden wat rond het kasteel, Roger maakte weer wat foto's en daarna maakten we langs de Sauldre een lus terug naar het dorp.
Even gingen we de inspirerende gotische kerk binnen, En zoals in vorige kerken die we bezochten, vond ik er bedrukte blaadjes over novenen. Ik heb er mee genomen, om ze te bestuderen. Toch een eigenaardig gedoe als je het mij vraagt. Alsof God of eender welke bemiddelende heilige al die 'rituelen' nodig heeft om iemand te helpen (kaarsje branden, gebed in een kerk deponeren, negen dagen na elkaar hetzelfde gebed opzeggen, enzovoort). Zijn het misschien de mensen zelf die zulke rituelen nodig hebben? Op alle briefjes die ik heb gevonden, stonden getuigenissen van mensen die verhoord werden. Hendrik zou natuurlijk zeggen dat het puur toeval is. Toch... Mij blijft het intrigeren.
Van Argent reden we naar Blancafort. We herinnerden ons dat daar een kasteel van de 15de eeuw stond, dat we het niet bezocht hadden wegens te duur, maar vroegen ons af waarom we dan niet gewoon wat in het park ervan hadden gewandeld. En het antwoord zagen we meteen aan de ingang van het park: daarvoor moest je al 8 euro per persoon betalen. Bezoek aan kasteel plus park kostte 9,5 euro per persoon. Veel te duur. Natuurlijk moet zulk kasteel onderhouden worden, maar ik vermoed dat er dubbel zo veel bezoekers zouden zijn als er maar de helft van de prijs werd gevraagd!
Dus weer geen kasteelbezoek voor ons. We daalden wel het beboste paadje naar de kerk met voorportaal af. En gingen even de kerk binnen. Daar nog bidbanken en zelfs eenpersoonsbidbanken met deurtje.
En aan de deur een briefje: “gelieve de deur goed te sluiten zodat de zwaluwen niet in de kerk opgesloten geraken om er te sterven.” Schattig!
Van Blancafort ging het naar Concressault. We dachten dat we er nooit geweest waren, maar herkenden meteen de kerk en enkele vervallen huizen. Het dorp stelt voor de rest niet veel voor.
Volgde nog eens Vailly, dat we ook niet bijzonder vinden, behalve de kerk dan.
Deze keer liepen we er toch wat langer rond dan de vorige keer, en kwamen we in de “Cour royale” terecht: een steegje dat uitmondde op een soort plein. Met de meest vervallen huizen. Roger en ik vroegen ons af of de benaming ervan ironisch bedoeld was.
Bij een bakker zag ik taarten die heel fel leken op onze Limburgse vlaaien. Voor ongeveer 10 euro, wat minder dan twee derde is dan wat voor dezelfde taart gevraagd wordt in Aubigny.
Na nog een halte tussen Vailly en Oizon, om te picknicken (en daar had je een prachtig zicht op de uitgestrekte vlakte waar bosjes en graanvelden elkaar afwisselen), kwamen we aan in Oizon (waar het kasteel de La Verrerie zich bevindt). Deze keer gingen we niet naar het kasteel maar wandelden door een bosje naar de wasplaats, enkele honderden meters van het dorp vandaan, opgericht op de plek waar een rondtrekkende en missionerende monnik, de heilige Martial, een bron deed ontspringen. Terwijl we daarna terug naar het dorp klommen, beklaagde ik de vrouwen die destijds met hun wasmand die weg moesten afleggen. Zeker als het een beetje warm was, zoals vandaag. En nog meer als het zo heet was als enkele dagen geleden.
Daarna was het tijd voor een rustpauze op de camping (en die is bijzonder rustig!) om daarna onze boodschappen te doen.
Ondertussen heb ik enkele mails gekregen, als antwoord op mijn mail over het overlijden van Frank, maar ook om mij op de hoogte te brengen van zijn overlijden. De tamtam doet weer zijn werk!
Frank werd deze ochtend begraven, en aangezien iedereen pas gisteren op de hoogte werd gebracht van zijn overgaan, vrees ik dat er geen Matadi-delegatie zal aanwezig geweest zijn. Zijn vrouw (die niet kan mailen en van wie ik geen GSM-nummer heb) zal ik pas morgen avond laat mijn deelneming kunnen betuigen. Morgen avond hopen we immers terug thuis te zijn. Hopen is eigenlijk een verkeerd woord: ik weet nu al dat mij heel veel werk wacht, tot zelfs vertalingen.
En eigenlijk zou ik dus liever blijven “rondzwerven”. Hoewel… Foto’s toevoegen aan mijn relaas is hier in de tent te bewerkelijk. Daarvoor zou ik liever thuis zijn! En ik beloof dat ik ervoor zal zorgen zodra de meest noodzakelijke andere karweien achter de rug zijn.