Het was een rustige dag. Zoals ik al zei, beslisten we niet te gaan wandelen wegens de hitte en kreeg ik de tijd om het volgend nummer van Oostland verder na te lezen. De kleine vertaling die ik maakte (en waar ik toch niets mag over vertellen) was boeiend genoeg om mij de indruk te geven dat ik nog niet heb afgedaan, maar liet me tijd genoeg over om te “koken” én was een uitstekend excuus om niet opnieuw te beginnen schoonmaken (wat eigenlijk al wel zou moeten). Als avondmaal dronken we eerst een liter gazpacho en aten we daarna een koude schotel met maatjes en ansjovis: ik had er eigenlijk heel weinig werk aan.
Deze avond herinnerde mijn “Google kalender” mij eraan dat ik wat tijd moest besteden aan de boekhouding van de KVLS maar die “afspraak” heb ik handmatig enkele dagen verschoven. Er zijn nu zo goed als geen inkomende en buitengaande handelingen op de bank en ik wilde mijn gemoedsrust niet laten verstoren door geldzaken.
Nany was aan telefoon heel optimistisch: ze mag morgen naar huis. En wie gaat daarvoor zorgen? Weer mijn zusje natuurlijk! Nany gaat dus niet naar een revalidatieoord (van in het begin was duidelijk dat ze daar niet zou voor kiezen als het enigszins mogelijk was) maar hangt voorlopig – omdat ze in het begin zal “vastzitten” in haar flat (ze moet liefst nog niet meteen al die trappen doen) – wel af van de goede wil van vrienden, buren en familie. Wijzelf proberen binnenkort ook even naar haar te rijden, liefst als het niet te druk is op de E313.
Deze avond, na een paar mails te hebben beantwoord en een uurtje lezen in Troyat (ongelooflijk hoe hij door zijn stijl de meest banale gebeurtenissen spannend kan maken), even gekeken (op mijn pc-scherm) naar “de Keuken van Sofie” en er geweldige ideeën opgedaan (onder andere over een pesto op basis van netels – die hebben we hier in overvloed) maar me weer geërgerd aan dat constante foute “voor te koken”, “voor te proeven”.
En daarna zitten nadenken over een uitspraak van een zekere Marleen gisteren.
Ze vertelde me dat ze een zoon van 21 jaar heeft verloren. Voor haar is die jongen voorgoed in het niets opgegaan. Ikzelf blijf ervan overtuigd dat het niet over is na de dood van het lichaam(hoezeer ook anderen én Hendrik me proberen te overtuigen van het tegengestelde. Eigenaardig trouwens: tegenwoordig proberen “gelovigen” – en dat is niet hetzelfde als “kerkelijken” - niet meer “ongelovigen” te overtuigen maar is het net omgekeerd). Uiteraard heeft Hendrik (met anderen) gelijk dat het idee voortkomt uit een wens, maar er zijn ook de vele tekens die ik heb gehad.
Dus googelde ik een beetje en vond ik ontzettend veel sites over dat onderwerp. Te veel om ze op te noemen en de ene al overtuigender dan de andere.
Afijn, het was een heel rustige dag… En daar kan ik van genieten!
Alleen… Ontspon er zich weer een verhaal in mijn hoofd. En wist ik meteen dat ik geen tijd zou krijgen om het uit te werken (tenzij ik rustige dagen als deze daarvoor aanwend).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten