‘Zullen we naar het kasteel van Leut rijden?’ stelde Roger voor op deze weer grijze dag. Hij heeft immers graag een doel voor zijn dagelijkse wandeling. ‘Oké, maar laten we eerst die kweeperen wegbrengen die we aan Liliane beloofd hebben voor haar vriendin,’ antwoordde ik, ‘en misschien willen Liliane en Paul wel meekomen’.
Ze hadden geen tijd. Liliane was cake aan het bakken en ze pasten op hun twee kleinzonen. ‘Maar kom na de wandeling mee van de cake proeven’, stelden ze voor.
Onderweg naar Leut veranderde Roger van gedacht: ‘Leut is nogal ver, we zullen dat doen op een lentedag. Laten we naar Gors-Opleeuw rijden’.
‘Heb je daar dan een doel?’ plaagde ik hem. ‘Jawel, we gaan kijken of er in Zammelen nog van die zwarte walnoten liggen’.
Op een uurtje klommen we dus van Gors-Opleeuw naar Zammelen via de Mombeekvallei, raapten daar enkele zwarte walnoten in hun groene, naar citroen ruikende, bolsters en maakten een lus terug naar Gors-Opleeuw.
We kwamen net op tijd aan voor de cake bij onze vrienden (en ik vermoed dat Roger daarvoor dichterbij wilde wandelen . Hij weet immers dat Liliane heel goed kan bakken).
De schattige kleinkinderen waren druk aan het spelen op het binnenplein en ik ging even kijken waar ze mee bezig waren. Toen ik na een kort praatje zei dat ik naar binnen ging om een stukje cake te eten, antwoordde de oudste me: ‘Kom maar terug als jouw cake op is hé!’ Zo lief!
Roger en ik lieten ons verleiden tot het eten van twee stukken cake, zo lekker was die inderdaad! Ondertussen zaten we gezellig bij te praten en uiteraard ging ik daarna nog even naar de jongetjes. Nu wilden ze mij de kippen tonen… En lieten een kip ontsnappen uit het kippenren. Omdat we ze niet meer naar binnen kregen, moest ik hulp vragen aan Paul die dat op één, twee, drie klaarspeelde.
En toen was het ineens laat: we moesten echt naar huis, want ik moest nog koken (deze avond, na de heerlijke butternutsoep, weer niertjes voor Roger, voor mij een omelet met champignons, uien, look en tomaten).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten