Vlak voor ons avondmaal kregen we een telefoontje van straatgenote V.: of haar kleinzoon L., die bij haar op bezoek is, even mag langskomen met een doos verse eieren.
L. kwam langs (bedankt voor het cadeau, V.!) en we praatten wat. Eerst over de plotse kou en de verwachte regen, de lekkere taart die hij pas bij V. en T. (zijn opa) had gegeten.
En dan ging het ineens over de stage die hij aan het doen is en over hoe erg hij zich daar thuis voelt en wat hij daar precies doet. Uiteindelijk vroeg L. me of ik hem nog wil helpen met zijn Frans. 'Je krijgt toch geen Frans meer op school?' reageerde ik spontaan.
Inderdaad, maar hij wil toch graag zijn Frans verder oefenen. Ik heb dan voorgesteld dat ik mijn eigen cursus van zeker 20 jaar geleden wat zal opfrissen (echt nodig, want ik denk dat het tegenwoordig overbodig is in een basiscursus "Frans spreken" te leren over bandopnemers of schrijfmachines bijvoorbeeld, en misschien moet ik er ook de passages over rookwaar uit halen 😒) en dat ik hem daarna uitnodig om geregeld met mij te komen oefenen.
Dat voorstel stond L. wel aan, en ik vind het ook een heel prettig vooruitzicht. Maar eerst heb ik dus vrij veel (wel aangenaam) werk voor de boeg!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten