Weer een blunder
Mijn Franse woordenschat groeide gestaag en er kwamen steeds meer woorden bij die ik in het Nederlands niet kende. Water bijvoorbeeld “coulait” uit de “robinet”, maar ik wist niet dat water in het Nederlands uit een “kraan liep” (in Leuven, bij Marraine, waren er geen kranen, alleen een pomp! En ik herinnerde me niet of Nany mij ooit had verteld hoe dat “buisje” boven haar bad heette noch dat water “liep of stroomde”)!
Elke avond keek ik vol verwondering naar “le coucher du soleil sur le fleuve Congo” maar ik wist niet dat de zon “onderging” en dat de waterloop waarin het feeërieke schouwspel zich weerspiegelde, een “stroom” was.
Papa probeerde mijn verfransing te versnellen door me reeds voor mijn zesde verjaardag boeken van de Comtesse de Ségur cadeau te geven.
Die boeken waren voor mij een echte revelatie: een aparte wereld in een boek, stel je voor! Je kon je de zaken die je las (en dat lezen ging wonderlijk vlot) in je hoofd voorstellen zoals je dat zelf verkoos (want er stonden weinig prenten in die toch al vrij lijvige boekjes van de “Bibliothèque rose”). Ik verslond het ene boek na het andere, tot grote vreugde van papa die zelf ook een fervente lezer was. Ook mama kreeg Franse boeken, of boeken in Franse vertaling, aangeboden en nog een paar jaar later zou ik die romans (soms stiekem) ook lezen.
Mijn zus leerde gewoon Frans alsof het altijd haar moedertaal was geweest.
Mama beweert wel dat mijn zus vlak voor ons vertrek naar Congo al enkele woordjes brabbelde maar dat ze in Congo ineens niets meer zei. Dat kan: al beweren sommige studies het tegenovergestelde, ik denk dat het niet echt gemakkelijk is voor een peuter om twee talen tegelijk te assimileren.
Ondanks mijn steeds groeiende kennis van het Frans beging ik nog eens een serieuze blunder!
Als de bel ging voor het einde van de schooldag, werden we in rijen ingedeeld. Er was een rij “ Soyo”, die naar de bus voor Soyo werd geleid, een rij “ville moyenne” die naar de bus met bestemming “middenstad” werd gebracht, enz., en ook een rij “à pied” (te voet) voor de leerlingen die op loopafstand van de school woonden.
Ik moest naar Soyo, het begrip “à pied” kende ik niet, dus ik ging er van uit dat de rij “à pied” bedoeld was voor een bus die naar een wijk genaamd “Apied” reed.
Op een dag kreeg onze bus op weg naar Soyo pech. Omdat we nogal lang moesten wachten voor hij werd hersteld, mochten we allemaal uit de bus stappen (airco bestond nog niet en daarbinnen was het immers veel te heet!). Staande aan de rand van de ravijn naast de rode aarden weg zag ik, helemaal in de diepte, een wijk die ik nog niet kende.
Ik weet niet waarom, maar ik wist plotseling zeker dat dit “Apied” moest zijn en in een poging om geestig te doen, zei ik tegen een vriendje: ‘Alors, on va habiter à Apied?’, wat betekent: “zullen we dan maar in “ Te Voet” gaan wonen?” Wat in het Frans even grote nonsens is als in het Nederlands.
Het vriendje wierp me een niet begrijpende blik toe en ik begreep dat ik weer iets verkeerds had gezegd.
Ik was zo wijs er niet verder op in te gaan en nu weet ik echt niet meer hoe of wanneer ik te weten ben gekomen wat “à pied” (te voet, lopend) echt betekende.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten