Gisteren, terwijl we naar het crematorium reden en wat familienieuwtjes uitwisselden met Jeannine Leduc, zei die, ik weet niet meer precies naar aanleiding waarvan, dat de Bijbel haar niet interesseerde, maar dat ze hem dan ook wel niet gelezen had. Ik ben daar niet op ingegaan. Om te beginnen zat ik achteraan in de auto, en dat bemoeilijkt het praten met de chauffeur, en ten tweede zou ik de tijd niet gekregen hebben om haar te overtuigen van de spirituele rijkdom die je in het Nieuwe Testament (jawel, in dat “woestijnboek”, lieve Hendrik!) vindt. Dus verschoof de conversatie naar andere onderwerpen, onder andere euthanasie. Terloops sprak Jeannine over de Award die ze pas gekregen heeft. Ook daar ging ik niet echt op in (behalve dat ik haar proficiat wenste): mijn knusse zitplaats was een goed excuus. Jeannine vertelde er wel bij dat zij op haar Leifkaart had gezet dat ze niet beademd wilde worden… Maar dat ze dat gauw heeft laten schrappen nadat een vriendin van haar na beademing helemaal genas van het syndroom van Barré . Weer kreeg ik zin om te antwoorden: ‘Zie je wel? Wees niet te snel met te beslissen over het einde van je leven!’ maar weer besefte ik dat zulke discussie best niet aan boord van een auto wordt gehouden. En ik zat toch zo comfortabel, daar achteraan!
Uiteraard kregen we later de kans niet meer om dieper op die onderwerpen in te gaan.
Vandaag zijn we binnen gebleven, hoewel ik zag dat het een prachtige herfstdag was. Roger is immers ziek. Niet zieker dan de vorige dagen, nee. Gewoon ziek van zijn verkoudheid. Van wat de meeste mensen onterecht een “griepje” noemen: een banale zware verkoudheid waardoor je je ellendig voelt. Hij heeft wat rondgehangen, maar ook even verder gewerkt aan het schikken van onze boeken. Ikzelf heb een beetje schoongemaakt (alleen de badkamer, de gang op de verdieping, de trap, de hal, de salon en de keuken. Morgen moet ik nog wel de salon en de keuken met water opnemen: mijn rug begon vandaag van zich te laten horen). Ik weet dat het niet veel zin heeft (het manipuleren van al die boeken doet enorm veel stof opwaaien en binnen de kortste keren zal alles dus weer vuil zijn) maar…
Volgend weekend krijgen we de kinderen op bezoek (het is wel nog niet duidelijk wie hier wanneer aankomt en tot wanneer blijft, en dus ook niet of ze allemaal tegelijk hier zullen zijn) en ik wilde het toch een klein beetje zuiver hebben, vooral voor Elena en Matthias (onze eigen “kindjes” zijn een stofrijke omgeving wel gewend).
Schoonmaken is niet mijn favoriete bezigheid (ik heb zoveel andere dingen te doen) maar telkens als ik er tijd voor maak, besef ik dat het je toelaat ondertussen na te denken, te dromen, zelfs te bidden.
Ik begon dus tijdens dat stofzuigen enzovoort na te denken over mijn eigen leven. En over mijn smachten naar meer spiritualiteit in dat leven. Want, hoewel het, vergeleken met dat van veel andere mensen, nog niet zo erg is, vind ik het toch te materialistisch geworden: sinds we zoveel afspraken hebben, begin ook ik bijvoorbeeld na te denken over wat ik zal aantrekken bij een volgende gelegenheid.
Deze avond vond ik het nodig iets over spiritualiteit op te zoeken via Google. En ik viel onder andere op dit. Waar ik enkele uitspraken las die overeenkomen met wat ik al zelf had ontdekt. Ik kopieer hieronder enkele uitspraken waar ik het resultaat van mijn mijmeringen in herken:
‘Ik besefte dat niemand me ooit gekwetst heeft of gemanipuleerd. Zeker, mensen hebben diverse dingen gedaan die me fysiek beïnvloed hebben, maar wat me mentaal en emotioneel kwetste, waren niet de handelingen van andere mensen – het was mijn reactie op de handelingen. Met andere woorden ik was degene die mezelf gekwetst had (…). Ik begon plotseling te beseffen dat alle spirituele boeken die ik had gelezen, hadden gesproken over het spirituele pad van zelfmeesterschap. Tot dusver had ik mijn aandacht gevestigd op het woord ‘meesterschap’ door te denken hoe geweldig het zou zijn om al die bovennatuurlijke vaardigheden te hebben die meesters hebben. Nu besefte ik dat het echt belangrijke woord ‘zelf’ was. Ik moest de meester over mijzelf, mijn zelf, worden voor ik enigszins dichter bij spiritueel meester zijn, zou komen. En de eerste stap was door het bevel te voeren over mijn reacties op de acties van andere mensen, zodat ik vrij kon zijn om mijn reacties te beslissen in plaats van gewoon te reageren met een van te voren geprogrammeerd patroon. (…) Ik besef ook dat hoogmoed één van de belangrijkste obstakels op het spirituele pad is – wat in bijna elk echt spiritueel boek ook genoemd wordt. Maar hoogmoed is niet een vermogen van de ziel, maar een vermogen van het ego’.
Oei, ik begin ineens onbedaarlijk te niezen en te hoesten! Heb ik de virus dan toch te pakken? Ik hoopte eraan te ontsnappen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten