woensdag 16 september 2020

Een (beetje luciede) droom

Er valt eigenlijk elke dag veel te vertellen (in dit geval over een telefoontje met Nany die elke dag meer lijkt op te fleuren, een telefoontje met Hendrik deze avond nadat ik even problemen had met mijn pc, over deze prachtige nazomerdagen, de twee uur die ik vandaag besteedde aan een derde brief van mijn vader, en zoveel meer). 

Ik wil het echter vooral hebben over een eigenaardige droom die ik had deze nacht. En die de hele dag door mijn hoofd bleef spoken.

Ik was op de dool in een stad in Turkije (geen idee welke stad of waarom in dat land). Ik was verloren gelopen, was Roger kwijtgeraakt, herinnerde me de naam van ons hotel niet, was me pijnlijk bewust van het feit dat ik geen Turks spreek, en vond de weg naar het centrum van de stad niet. Want ik bevond me dus ergens aan de rand van de stad (eigenaardig genoeg soms op een strand en soms op een berg... en toen vroeg ik me al even af in mijn slaap of ik aan het dromen was). 

Ik was helemaal niet in paniek, maar vond het wel raar dat iedereen rondom mij met mondkapjes voor zijn gezicht rondliep. Mijn enige zorg was (Roger in) dat hotel terug te vinden... en,  vermits mijn e-liquids zo goed als opgebruikt waren, een winkel vinden waar ik er zou kunnen kopen. Desnoods zou ik zelfs sigaretten hebben gekocht! Ik herinnerde me immers (in mijn droom dus) dat een studie (in het echte leven maar waar geen ruchtbaarheid is aan gegeven) zo goed als bewezen heeft dat Covid-19  niet tegen nicotine kan.

Ik kom uiteraard mensen tegen maar vermits ik me noch de naam noch het adres van ons hotel herinner, kan ik moeilijk de weg vragen. Ik vraag wel aan iemand (en dat is heel eigenaardig: eerst in het Frans, dan in het Spaans, en uiteindelijk in mijn beste Engels, vermits - zo redeneer ik in mijn droom - ik geen Turks spreek, zal ik maar in het Engels proberen) naar een winkel waar ze tabak verkopen. Ik krijg een antwoord in het Turks maar - weer eigenaardig genoeg - ik begrijp daar alles van, tenminste zodra ik me geen zorgen meer maak over het feit of ik het wel zal begrijpen. 

Er wordt mij uitgelegd dat er vroeger overal winkeltjes waren waar je sigaretten, tabak en zelfs e-liquids kon kopen maar dat die verkoop onlangs aan banden werd gelegd en dat de winkels heel vroeg moeten sluiten. Dan stel ik vast dat de duisternis inderdaad al begint in te vallen.

Oké, denk ik, ik zal nog wel ergens een winkel open vinden en ik loop in wat ik denk de richting van het centrum te zijn. Ik maak me nog enkel zorgen over het feit dat Roger, in dat hotel, zich waarschijnlijk zorgen maakt om mij!

En dan verschijnen ineens Hendrik en Zeger op mijn weg. Ze blijken daar ook samen (dat gebeurt enkel in mijn dromen, denk ik! Ha nee, ik herinner me dat ze ooit samen naar Spanje reisden) op reis te zijn en kennen de naam van mijn hotel. Ik denk eerst: 'Wat een geluk, nu zal ik dat hotel wel heel gemakkelijk terugvinden!' en vlak daarna: 'Er klopt hier iets niet, ik denk dat ik inderdaad aan het dromen ben!'

En dat was zo, stelde ik vast toen ik wakker werd nog voor ik het hotel had gevonden! En... eigenlijk vond ik het jammer dat ik doorhad dat ik droomde! De droom was immers niet akelig en het enige dat er niet prettig aan was, zou weldra opgelost geweest zijn als ik niet ineens had beseft dat ik droomde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten