dinsdag 11 december 2012

“Schoon volk in de hemel?” van Thierry Deleu

Dat boek (van Thierry Deleu) heb ik besteld en verwacht ik een van deze dagen in onze brievenbus te vinden. Ik ben echt heel benieuwd!

En zeker nadat ik het onderstaande las:

“In een interview voor El Paĩs (24.01.2004) zegt Saul Bellow, Amerikaanse Nobelprijswinnaar literatuur (1976), op de vraag “Wat denkt u dat er zal gebeuren na de dood?”: “Dat weet ik niet, maar ik geloof niet dat met de vernietiging van het lichaam alles is opgelost. Ik ben van mening dat wat de wetenschap ons zegt, niet voldoet en niet bevredigt.”

In het januarinummer 2004 van Streven schrijft S.W. Couywenberg, oud-hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Erasmus-Universiteit Rotterdam: “Wat stelt het atheïsme als levensbeschouwing voor? De belangrijkste pijler ervan is iets negatiefs, met name de ontkenning van God, wat atheïsten evenmin kunnen bewijzen als gelovigen het bestaan van God.”

Ik wil niets bewijzen en niemand overtuigen. De twijfel is mijn werktuig. “Nescio,” is mijn antwoord. “Ik weet het niet.” Ik vraag mij wel af waar al die Kerkse gelovers en stramme atheïsten hun absolute zekerheden vandaan halen.

(De auteur)

“Veel mensen hebben behoefte aan inspiratie en zingeving. Het lijkt erop dat er ondanks alle welvaart ook iets verloren is gegaan. Daarom zoeken mensen naar een beter evenwicht tussen materiële welvaart en geestelijk en lichamelijk welzijn.”

(Thierry Deleu)

***

Als uitgever was het geen sinecure om te beslissen dit essay uit te geven. De auteur heeft mij echter overtuigd van de waarde van dit geschrift.

Mensen zijn willend, voelend, denkend of gelovend. Tussen deze menselijke activiteiten kan harmonie bestaan. Gevoel en verstand kunnen met elkaar samengaan. Hetzelfde geldt voor geloven en denken.

Dit boek van Thierry Deleu gaat in op de wederzijdse relatie tussen geloven (religie) en denken (rede). De auteur is erin geslaagd het thema op een creatieve en boeiende manier uit te werken. In het boek neemt hij geen stelling, hij maakt hoogstens een voorzichtige overweging of vergelijkt zijn mening met die van zijn bron, maar hij reikt wel een vocabularium aan om te komen tot prikkelende discussies.

De auteur noemt het boek zijn filosofisch testament. Als uitgever laat ik mij in met het attractief-zijn van het essay of met de kansberekening voor veelvuldig lezen en discussiestof. Indien het boek ook de vorm van een afrekening aanneemt, - waar ik niet van overtuigd ben, - dan distantieer ik mij van deze (strikt persoonlijke) bedoeling.

Schoon volk in de hemel? is veeleer een arbitrair boek om tot een harmonieus samengaan te komen tussen religie en wetenschap. Daar is iedereen, van welke overtuiging ook, mee gebaat. En dat kan voor niemand een struikelblok zijn!

De uitgever

Thierry Deleu, geboren op 11 februari 1940, woont op de Zandzeggelaan 18 te 8670 Oostduinkerke

Hij is eredirecteur secundair onderwijs van de Middenschool van het Gemeenschapsonderwijs in Tielt (1988-2000).

Van 1962 tot 1988 was hij leraar Nederlands en intern pedagogisch begeleider aan de Middenschool van het Gemeenschapsonderwijs te Harelbeke. In 1973 werd hij voor een periode van twee jaar de eerste gedetacheerde leerkracht bij Humanistische Jongeren Service.

Van 1970 tot 2000 is hij politiek actief geweest als copywriter, campagneleider en parlementair medewerker. Van 1995 tot 1999 was hij attaché op het onderwijskabinet van Vlaams minister Luc Van den Bossche en Eddy Baldewijns.

Sinds 1982 is hij voorzitter van de (slapende) confrérie "Orde van het Zwarte Schaap". Sinds 1 september 2004 is hij ridder in “The Order of the Razorblades”, de enige online ridderorde in Vlaanderen. Sinds 2011 is hij lid van de “Orde Driekoningen” (Beauvoorde).

Hij is co-auteur van enkele leerboeken Nederlands ten behoeve van het beroepsonderwijs, onder de titel Ons Taalboek (1968-1972).

Thierry Deleu geniet bekendheid als medeoprichter van het tijdschrift “Kreatief” (1966), hoofdredacteur van het tijdschrift "Boulevard" (1970-1980), als uitgever van de reeks Schaap Boeken (in hoofdzaak poëzie) en als samensteller van enkele bloemlezingen voor het kunstonderwijs. Vooral is hij echter bekend als dichter en romancier. Liefde, dood, erotiek en natuur zijn de voornaamste thema’s in zijn werk. De Westhoek en spec. De Moeren zijn meestal het decor van zijn gedichten.

Hij is eveneens auteur van de biografie Marc Bourry, man van het volk (1986) en de essays Verslag van een literaire ontmoeting met André Velghe (1998), Ik zou liegen als ik het anders zei (2001), Guy van Hoof, dichter zonder kroon ( 2001), à titre Personnel (brievenboek, 2004) en Dichters dromen lucide (essay) (2010).

Bij het Pablo Nerudafonds verscheen in 1986 een essay over zijn poëzie van de hand van de Antwerpse auteur Guy van Hoof, onder de titel Aan wat overblijft heb ik genoeg. In 2004 gaf de VWS in de reeks Bibliotheek van West-Vlaamse Schrijvers de monografie Als een jager in zijn grondgebied uit (auteur Guy van Hoof).

T.g.v. zijn 60ste verjaardag (in 2000) werd hij gehuldigd door de Stad Harelbeke en publiceerde De Gebeten Hond een selectie van zijn beste gedichten, onder de titel In de weelde van de liefde. Hij werd toen ook Culturele Figuur van de Stad Harelbeke.

In 2002 verscheen zijn debuutroman Eindterm. Het eerste deel van de Creuse Trilogie, waarvan in 2003 Amélie Laforêt verscheen en in 2004 de historische roman Arsène du Frêne, heer van La Vallade. Ook deze boeken werden uitgegeven door De Gebeten Hond Harelbeke.

Ook de gedichtenbundel De kiemjaren en de vierde roman, Klamme handen, werden in 2006 voorgesteld in de stadsbibliotheek van Harelbeke. Beide zijn uitgaven van Razor’s Edge Editions Gent.

Magisch alfabet (gedichten & foto’s), speciale editie, verscheen in 2007 bij dezelfde uitgeverij.

Vanaf 2008 worden zijn boeken voorgesteld op het gemeentehuis van Koksijde.

De politieroman De doden zwijgen niet (zelfde uitgever) in 2008.

In datzelfde jaar werd daar ook het eerste jaarboek van “De 50 Meester-dichters van de Lage Landen bij de zee” voorgesteld.

Thierry Deleu is voorzitter van dit Vlaams-Nederlands dichterlijk genootschap. Op 7 (binnen drie dagen) wordt op dezelfde locatie het 2de jaarboek van dit Nederlands-Vlaams dichtersgenootschap gepresenteerd.

In 2009 verscheen zijn zesde roman, Liefde en dood op Sint-André.

In 2011 werd de verzamelbundel Strandjutter (n.a.v. zijn 70ste verjaardag) voorgesteld in het gemeentehuis van Koksijde. Een uitgave van Demer Uitgeverij.

Datzelfde jaar verscheen zijn zevende roman, Niets is wat het lijkt, bij Boekscout (Nederland).

In 2011 kwam ook het tweede jaarboek uit van “De 50 Meester-dichters van de Lage Landen bij de zee”.

In december 2011 werd de familiekroniek 1661 - Dum spiro, spero in Cinema Koksijde voorgesteld. Het boek kwam uit onder het coauteurschap van burgemeester Marc Vanden Bussche en Thierry Deleu.

In april 2012 werd zijn essay Een gelukkig, gedroomd Arcadia (essay over de poëzie van Fernand Florizoone) voorgesteld op het gemeentehuis van Koksijde.

Inmiddels verschenen zes gedichtenbundels als netbook bij Het Prieeltje Online Diest en De Geletterde Mens Uitgevers, resp. Bourgondische suite, Helvetiaanse verzen, Wulpen, in nevel van tijd, Eb en vloed en Chaos.

In voorbereiding: Meeuwen in bloot onderlijf (Oostduinkerkse gedichten), Job boven beenhouwerij (roman).

Thierry Deleu publiceerde sinds 1965 tot op heden 23 gedichtenbundels, stelde 4 bloemlezingen samen, schreef 7 romans, 6 essays, 2 taalboeken Nederlands voor het beroepsonderwijs. Poëzie van hem werd geplaatst in 52 bloemlezingen.

Dankbetuigingen

Voor mij was het schrijven van dit boek een geweldige ervaring, herscheppend - hét motief! - maar ook lastig. Het was een onderneming die ik niet had kunnen voltooien zonder de hulp en de steun van mijn vrouw, al ruim dertig jaar mijn levensgezellin. Zij is de positieve “centrale persoon” in mijn leven. Zij heeft mij niet alleen tot een beter schrijver gemaakt, maar ook tot een beter mens. Zij is de inspirerende en leidende kracht geweest toen ik mijn eigen leven van binnenuit (her)schiep.

Haar geloof in mij heeft me de moed gegeven om opnieuw te beginnen en mijn weg terug te vinden naar mijn authentieke ik, terug naar wie ik echt ben, in plaats van wat anderen zouden willen wie ik was. Ze verspreidde geen boodschappen van schuldgevoelens, ze trok geen lang gezicht over de lange uren. Dat was enorm belangrijk. Zo kon ik mij concentreren op de dingen die voor mij echt belangrijk waren. Ik vroeg mij dikwijls af: “Wat steekt er achter al dat geworstel in het leven?” Eerlijkheidshalve moet ik wel vermelden dat zij het niet altijd eens is met mijn hypotheses, visies en standpunten.

Ik dank ook alle informanten voor hun inspanningen met betrekking tot de inhoud van het boek. Dank - veel dank - aan de sponsors voor hun mecenaat. Door hen is het mij gelukt om mijn boodschap aan “iedereen die kan lezen” over te brengen.

(De auteur)

Recensie over Schoon volk in de hemel

Een wijs boek!

Dit essay is een bravade, soms irriterend, provocerend, maar altijd eerlijk. Het doet denken aan een handboek, een handleiding, ruim bemeten en met veel passie geschreven.

De auteur brengt de “weters” en de “gelovers” graag met beide voeten op de grond. Onvoorwaardelijk geloven of fanatiek negeren van het mysterie is vaak oorzaak van onderdrukking.

Iemand de mond snoeren is een arrogante bezigheid en leidt tot stiekeme reacties waarmee onderdrukten hun gram halen. Wat onderdrukt wordt, keert terug in de vorm van barbarij.

De auteur houdt een vurig pleidooi voor respect en verzoening. Hij huivert van extreem vasthouden aan primitieve machtsinterpretaties.

Hij is niet pessimistisch en gelooft in een revival van de tolerantie. Hij ijvert voor coöperatie en verzet zich tegen polarisering die door het eigen “grote gelijk” wordt gevoed. Polarisatie van het eigen blikveld leidt tot verarming van lijf en geest, van doen en denken.

In modale taal: “Ander Geloof”, “Andere Overtuiging” hanteren als een leiband om de mensen te manipuleren is verfoeilijk! Elk weten, elk niet-weten, een vermoeden, kan deel uitmaken van een discussie, maar is geen vrijgeleide voor superioriteit.

Dit essay vergt aandacht en inspanning, maar het is een moedig pleidooi dat tot nadenken oproept, tot zelfreflectie en tot kritisch handelen stemt.

De auteur geeft via lijnen van geleidelijkheid uiting aan een vrijmoedig spreken, hij wil vrij-denkend zijn, zijn gedachten moeten vrij zijn. Dit betekent dat hij er zich van bewust is dat hij bij alle kennis en objectiviteit in fine slechts zijn eigen biografie overhoudt.

De auteur opteert voor een samenleven van “gelovers” en “niet gelovers” waarin beiden resoluut en onvoorwaardelijk nalaten hun gelijkhebberigheid door de strot van de anderen te rammen.

Steeds meer wordt de burger “opgevoed” met pakketjes extreem individualistische godsdienstigheid of extreem atheïstische gedragscode dat hem zowel van het verleden als van de toekomst afsluit. De betweterij van deze “denkers” stoort de auteur, zij belemmeren discussie en vraagstelling.

Zij hemelen op of veroordelen de almacht van het religieuze en het klerikale, maar houden zich fanatiek enkel met het verleden bezig. Daardoor moet het debat iedere keer opnieuw worden gevoerd.

In het essay is slechts heel sporadisch retorisch getracht om de andere om te praten, de auteur heeft zich gehoed voor hooghartig gebabbel.

Of dogmatisch geloof en rationeel ongeloof verenigbaar zijn? Zijn zij complementair? Dit laatste zou de auteur wel willen. Hij opteert voor een filosofie waar niet alleen “het geloof” zich aanpast aan de bevindingen van de wetenschap, maar ook omgekeerd. Is dit realistisch? Lees het essay.

Aanbevolen!

(Joris Dewolf)

Thierry Deleu heeft zijn nieuw boek de ondertitel Essay over wetenschap, religie en spiritualiteit meegegeven. Of het grensverleggend is, kan alleen de lezer ons vertellen. Hij vraagt zich niet alleen af hoe het heelal zich gedraagt, maar ook waarom het zich zo gedraagt. Waarom is er iets in plaats van niets? Waarom bestaan wij? In Schoon volk in de hemel legt hij aangenaam eenvoudig uit hoe de kennis over het heelal zich heeft ontwikkeld. Het vormt een verrassend essay waarin ogenschijnlijk ondoorgrondelijke zaken doorgrondelijk zijn gemaakt.

(Georges de Courmayeur)”

Na al die uitleg ben ik dus nog meer benieuwd! Glimlach

2 opmerkingen:

  1. Het spijt me te moeten medelen dat Thierry op 18 januari jongstleden overleden is.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb het vernomen nog voor jouw reactie, Geert. Toch heel fel bedankt. Ik ga zijn mails missen. En dat geldt voor velen, denk ik!

    BeantwoordenVerwijderen