zaterdag 30 juni 2012

Over buurvrouwen en bier

Vandaag geraakten we eindelijk even bij overbuurvrouw Marie-Claire. Haar dochter heeft een uitstekend resultaat behaald op school: proficiat, Nele!

We praatten even bij. Wij hadden bij het thuiskomen een doodsbrief gevonden van een andere buurvrouw (85 jaar), en daaruit bleek dat die (al minstens een jaar volgens Marie-Claire) in een rusthuis verbleef. Daar wisten we niets van. We hadden voor onze reis wel opgemerkt dat de zoon van de overledene “logeerde bij zijn moeder” (dachten we: hij woont vlak naast haar en de laatste tijd ging hij constant haar huis binnen). Onder andere het dak van zijn eigen huis werd gerenoveerd, en het leek ons vrij logisch dat de man dan even bij zijn buurvrouw/moeder inwoonde.
Maar nee dus, de moeder bleek verhuisd naar een rusthuis, en de zoon woonde nu in haar huis. Dat zijn huisje wordt gerenoveerd is waarschijnlijk met het oog op de verkoop ervan?

Soms vraag ik me af of we ons niet te weinig bezighouden met onze dorpsgenoten. Nu, er is iets veranderd sinds we hier wonen. In het begin stonden alle poorten en deuren groot open (die van ons ook). Nu is dat niet meer het geval. Te veel inbraken!

Deze avond, na een drukke dag (verder uitpakken, opbergen, boodschappen, opruimen, boekhouding van de KVLS, mails, telefoontje met mijn moeder, koken en eten op de binnenplaats, want de temperatuur was zalig – rond de 25°C met een zacht briesje) drink ik eindelijk weer een Trappist. Terwijl ik me voorbereidde op een intens smaakgenot, viel het in het begin een beetje tegen. Waarschijnlijk waren mijn papillen te fel gewend geraakt aan wijn. Op reis dronken we inderdaad altijd wijn, de pilsjes die we gebruikten om onze dorst te lessen uitgezonderd. Zolang het ging om Spaans of Frans bier, vielen die pintjes wel mee (maar het was nooit echt groots, gewoon een niet zoete dorstlesser), maar o wee de keren dat we Heineken of Amstel kregen aangeboden!

Nederlanders, sorry, maar ik weet echt niet wat jullie vinden aan die pilsjes van jullie! Noch waarom ze in het buitenland verkocht worden op plaatsen die een beetje “chic” willen overkomen!

Je vindt wel enkele Belgische bieren in het buitenland, maar niet mijn favorieten (Stella Artois vind je vrij veel, maar van dat bier hou ik ook niet echt, al was dat de pils waarmee mijn vader zijn dorst leste).

Ik ben nu aan mijn vijfde slok Trappist en mijn papillen lijken aangepast, want ik vind het heerlijk drinken!

P.S. Ik surfte even naar Nederlandse bieren, en kwam via via terecht op de website van KVLS-lid, schrijver Martin Wings (zie “gedachten”, 30/6/2012). Hij heeft waarschijnlijk gelijk: Belgen (Vlamingen wel meer dan Walen, denk ik) zijn geen zakenmensen en daardoor verkopen ze hun bier niet in het buitenland.

vrijdag 29 juni 2012

Horchata de chufa

Aan de enkele vrienden die deze avond nog een antwoord op hun e-mail hadden verwacht: sorry! Antwoord volgt morgen (ik heb ook niet meer dan 24 uur in een dag, en ik slaap dan nog vrij lang!). Daarbij, na al het werk dat terugkeren uit een tentvakantie meebrengt, wilde ik eerst iets opzoeken: namelijk wat “chufa” nu precies betekent.

Ik heb voor het eerst gelezen over  horchata (van chufa) toen ik nog kind was, in Congo. In het boek “L’éventail de Séville” van Paul-Jacques Bonzon las ik over een dorstlessende drank op basis van, dacht ik toen, amandelen. Dat boek, dat ik verschillende keren heb herlezen (zelfs onlangs nog) gaf me ook zin om Spanje te ontdekken.  De tweede keer dat ik in Spanje was, nog voor Roger, dronk ik horchata in een bar in het zuiden. Heerlijk was dat, en zo verfrissend! Dat drankje werd toen geserveerd op ijssplinters, net zoals ijskoude koffie of fruitsap, en men noemde dat granizado.

Tegenwoordig vindt men die granizados nog zelden. Dit jaar heb ik ze nergens ontmoet.

Jaren heb ik gezocht wat chufa’s, de plant of de vrucht waarvan horchata wordt gemaakt, eigenlijk is. Ik vond alleen als vertaling gewoon “chufa”, “aardnoot” of “aardamandel”.

Deze avond heb ik echter even gezocht op Google en ik heb een uitleg gevonden. Het is helemaal geen amandel of pinda. Maar wel een heel gezonde knol! Waarom wordt die horchata niet uitgevoerd? En waarom maken wij hier niet zulk lekker drankje van die knol (die, als ik Wikipedia mag geloven – zie link hierboven – ook hier voorkomt)?

De gewassen knollen (foto op het Internet gevonden, zie link bij “foto”)

En hier vind je zelfs het recept en een (legendarische?) uitleg over de  naam “horchata”!

Naar huis

Toen we deze ochtend opstonden, regende het; we ontbeten dus in de leeftent. Gelukkig werd het weer droog tegen dat we onze spullen zouden inladen, én was het aangenaam frisser geworden dan gisteren.

We vertrokken rond 11 uur. De bosjes, akkers (hier nog niet geoogst), dorpjes volgden elkaar op en stilaan werd het landschap meer glooiend. In Joigny verloren we veel tijd omdat Eva ons in het rond voerde. Daardoor konden we wat zien van de stad die ons de moeite leek. Dat moeten we onthouden!

Toen we eindelijk uit Joigny waren geraakt, reden we tot Villeneuve l’Archevêque langs kleine wegen. Hier waren de meeste velden al wel geoogst. Omdat de vlakten steeds meer uitgestrekt werden, vroeg ik me af of we al in de Champagne waren. We bleken inderdaad iets later de Champagne-Ardenne binnen te rijden.

Nadat we de autosnelweg waren opgereden, picknickten we op een aire de repos. Om 14:30 uur reden we voorbij Châlons en Champagne , om 15:10 uur volgde Reims, dan Charleville-Mézières en rond 16:15 uur reden we België binnen. Na nog een paar boodschappen voor ons avondmaal, kwamen we thuis aan om 18:42 uur. Het is hier heel fris! Toch las ik dat het hier gisteren tot 32°C is geweest!

We waren pas uitgestapt of Boudewijn Knevels belde aan: hij heeft onze eenvoudige maaltijd gedeeld. Ik probeerde nog Marie-Claire te bereiken, maar ze gaf niet thuis.

Daarna kwamen al de vervelende  karweitjes  die volgen op een reis: uitpakken, opruimen, wasmachines laten draaien, was ophangen, post nakijken, facturen betalen, enzovoort. De btw-aangifte, het gras afrijden, het huis schoonmaken laat ik  voor volgende dagen.

In de tuin staat het gras vreselijk hoog! De boerenjasmijn staat wel in bloei: prachtig en bedwelmend! Glimlach

donderdag 28 juni 2012

Chambeugle, Rogny les sept Ecluses, Villiers Saint Benoît en Toucy

28 juni 2012

Het voelde erg drukkend warm aan toen we opstonden deze ochtend. Onze Nederlandse buur reed verder naar het Noorden en zei ons ‘Tot weerzien!’. Wie weet?
Na ons ontbijt gingen we even wandelen in Charny. Mooi, charmant stadje, maar dat is het dan ook. Weer die dakbedekkingen in lauzes.

P6282346 Foto Roger

De lucht werd steeds bewolkter en dan begon het te regenen. Wij besloten naar Rogny te gaan. Onder weg klaarde de lucht weer op. We reden langs smalle wegen in een vlak landschap van akkers, bosjes, beemden en dorpjes. We zitten dus in de Bourgogne, in het departement Yonne, en deze streek, de Puisaye, is de geboortestrek van de schrijfster Colette.

We hielden een eerste keer halte in Chambeugle, aan een kapel van de 12de eeuw. Chambeugle zou vanaf de 12de eeuw een poosje een commanderij van de tempeliers zijn geweest.

P6282347

P6282348

P6282349

P6282350 Foto’s Roger

Dan reden we naar Rogny les sept Ecluses. Die 7 sluizen werden gebouwd in de 17de eeuw en lieten toe dat boten op een dag de heuvel konden opvaren. Nu zijn ze niet meer in werking, ze werden vervangen door moderne sluizen op het kanaal van Briare, waarvan de loop een beetje werd omgelegd.

P6282351

P6282353

P6282358

P6282361 Foto’s Roger

De lucht was dan wel opgeklaard, maar nu werd het ondraaglijk warm. We kwamen terug naar de camping om wat te rusten en een koel biertje te drinken. Eerst waren we van plan een terrasje te doen in Charny maar ofwel waren de weinige terrassen volzet, ofwel boden ze geen schaduw. Dus werd het maar de camping. Het biertje haalden we op de receptie, en het bleek Heineken te zijn.:-(

Maar ook bij onze tent is er weinig schaduw, dus stelde ik daarna een wandeling voor in het bosje langs de rivier achter de camping. Daar was het iets frisser.
Volgde weer een uitstapje met de auto. We reden naar Villiers Saint Benoît. Een kerk van de 13de eeuw, mooie, soms eeuwenoude  huizen (en we zitten nog steeds in Frankrijk, hé! Je moet ze niet fris geverfd en gepoetst zoals bij ons verwachten, maar het verschil - in het voordeel van die meer zuidelijke landen - is dat die huizen daar nog rechtstaan, bij ons waren ze al lang afgebroken), weer vaak met die lauzes, en onder andere het geboortehuis van de stichter en van een van de bazen van de Librairie Larousse. Maar wat was het warm!

P6282364

P6282366

P6282368

P6282371

P6282372

P6282373 Foto’s Roger

Vandaar ging het verder naar Toucy, de geboortestad van Pierre Larousse, waar we even rondwandelden en uiteindelijk op een terras belandden, met een pintje.
En daar zagen we, rond 17 uur, op een thermometer dat het 35°C in de schaduw was!

P6282376

P6282377

P6282379 Foto’s Roger

Later, op de camping, bleek dat we niet online geraakten. Het is nu 21:30 uur en nog steeds heel warm!

Terwijl ik dit schrijf waggelen drie eenden vanuit de rivier de camping in… en heb ik even verbinding met het Internet!

Kikkers

28 juni 2012, 0:30 uur

De kikkers in de buurt maken zo mogelijk nog meer kabaal dan onze Engelse buren deze avond. Zo luid en druk hebben we die dieren nog nergens gehoord!

Mij zal dat gekwaak niet verhinderen straks gemakkelijk in  te dommelen, integendeel: natuurgeluiden wiegen mij in slaap.

Ondertussen is de internetverbinding uitgevallen! De boeken die ik bijhad, heb ik allemaal uit, behalve één waarvan de stijl me meteen niet aanstond. Ik heb dus strips (“Jommeke” en “Suske en Wiske”) “gelezen” deze avond op de netbook. En geluisterd naar de kikkers en andere, vage, voor mij ongedefinieerde, nachtgeluiden.

Zo viel ik in Matadi, als kind, ook in slaap. Maar voor de rest doet niets hier mij aan mijn kinderjaren denken! Behalve de muggen misschien, en de kikkers!

woensdag 27 juni 2012

Over taalvarianten en gekke vertalingen

27 juni 2012

Terwijl we deze avond, na ons avondmaal, even gingen afwassen, bleek onze Nederlandse buur met hetzelfde bezig te zijn. Hij wees ons op een gekke Nederlandse vertaling van een Frans opschrift:

“Gelieve uw chemisch wc te ledigen op de lucht van dienst voor campers”, stond er. Nadat we smakelijk gelachen hadden over die rare woordkeuze keek ik toch even naar de Franse tekst, en toen werd me alles duidelijk! Daar stond ook een fout: “aire de service” was “air de service” geworden. Aire betekent “zone” en air “lucht”!

‘Waarschijnlijk vertaald door Google,’ zei onze buur, ‘maar je begrijpt wat er bedoeld wordt, en dat is het voornaamste!’. Ik denk dat we inderdaad die weg opgaan: ongeveer weten wat er bedoeld wordt.

Hij vertelde ook dat andere Nederlanders op de camping meteen hoorden waar hij vandaan kwam, aan zijn accent. Ik antwoordde dat ik aparte accenten niet erg vond, waarop hij beweerde dat Vlamingen meestal beter Nederlands spreken dan Nederlanders. Daar gingen Roger en ik niet mee akkoord, gezien ons veralgemeend “Verkavelings Vlaams”. ‘Ja, maar ze gebruiken minder anderstalige woorden,’ retorqueerde hij en daar heeft hij wel gelijk!

Naar Charny

27 juni 2012

Deze ochtend, terwijl we inpakten, maakten we een babbeltje met onze Franse buren. Ze hadden het over het gemak van een camper en over de lekkere Belgische bieren.
Daarna vertrokken we richting Noord-Oosten. De reis verliep rustig: lieflijke groene landschappen, wouden, groene vlaktes, ingeslapen dorpjes. Na enkele rustpauzes reden we weer door Aubigny sur Nère, richting Argent, Gien en Montargis. Roger stelde voor te picknicken onder de bomen aan het kasteel van Argent sur Sauldre. Het was warm, maar draaglijker dan in Souillac.
Iets voor Gien reden we weer de Loire over. Op de weg tussen Gien en Montargis deze keer geen hoertjes. Maar misschien hebben we ze niet gezien omdat we te vroeg afsloegen, naar Chatillon-Colligny en Charny waar we de Flower-camping opzochten.

We werden er ontvangen op een receptie die nog rommeliger is dan ons bureau thuis! Erger vond ik dat we deze keer een perceel kregen toegewezen en dat het, hoewel voldoende ruim,  niet het meest lommerrijke was. Het ligt aan de bomen die nog te klein zijn. Nu, we kiezen toch altijd liever zelf ons perceel uit.
Na onze installatie en een snelle inspectie van het sanitair (dat goed meeviel) gingen we even naar het stadje, amper 600 meter van de camping vandaan; en te voet naar de stad kunnen lopen is altijd een pluspunt. Charny lijkt mooi, en er is veel te zien in de buurt maar daar zullen we de tijd niet voor hebben: vrijdag wordt er hier regen verwacht (het is deze avond dan ook al vrij drukkend warm) en dus plannen wij die dag naar huis te rijden. We deden onze boodschappen. Er zijn wel enkele restaurants, maar weer leek het aangebodene me te rijk (we zitten in de Bourgogne) voor onze lijn: we aten weer bij de tent.
Maar… Toen we weer op de camping aankwamen, bleken onze Engelse achterburen een feestje te bouwen bij de barbecue, en ze trakteerden ons op luide schlagers. Irriterend! Roger werd er echt ambetant van!

Voor het eten praatten we nog even met onze Nederlandse buur die in een camper reist. Hij vertelde ons dat zijn vriendelijke teef Gil een Hollandse herder is, dat hij vijf weken heeft rondgetoerd met zijn vrouw die hij nu op het vliegtuig heeft gezet: ze moest weer aan het werk. Hij reist haar rustig achterna en hoopt ook vrijdag avond thuis te zijn.

Ware het niet de luide muziek, de camping zou van mij een voldoende krijgen (en de bomen zullen weldra wel zorgen voor nog meer punten zeker?). Maar rond 21 uur verschenen de eerste muggen. Nog voor ik de tijd kreeg om mij ertegen te beschermen, werd ik al ettelijke keren gestoken!

Stipt om 22 uur hield het lawaai op. En nu horen we nog alleen kikkers terwijl we van een wijntje genieten onder een ineens bewolkt geworden lucht. 

Enkele foto’s van de camping:P6282386

P6282392

P6282393 Foto’s Roger

dinsdag 26 juni 2012

Over de camping van Souillac

De eerste keer dat we op deze camping waren, maakte hij nog maar pas deel uit van de Flowercampings. Hij was toen nog vrij ouderwets, een beetje à la Huesca (hoewel het daar nog erger is wat het sanitair betreft). Maar, integendeel tot in Huesca was hier toen nog geen Wi-Fi.

Nu zijn het sanitair en de was- en afwasafdeling heel fel gemoderniseerd. Alleen hebben ze volgens mij iets serieus vergeten: in de douches geen enkele haak of afgezonderde plek om je spullen neer te leggen of op te hangen. Je kunt er nog net een handdoek over de deur gooien en zorgen dat die grotendeels aan de buitenkant hangt. Al de rest dat je meeneemt naar de douche wordt nat. Geen probleem met temperaturen zoals vandaag, maar het kan hier soms ook  frisser zijn!

Nu zijn er ook bungalows te huur, en dat moet ik onthouden! Als we niet meer met de tent kunnen reizen, zouden die bungalows op campings toch, bij nader inzien, een oplossing bieden. Ik heb op veel plaatsen (en ook hier) opgemerkt dat er nog veel vrij waren. Vooraf reserveren (dat vormt voor mij het grootste probleem omdat ik op reis niet graag lang op voorhand beslis waar ik naartoe ga) blijkt  dus niet altijd en overal nodig!

En nu is er hier Wi-Fi, tot bij alle tenten en caravans.

Lauze

Ik had het in mijn vorige post over die dakbedekking die in Frankrijk “lauze” wordt genoemd. Ik heb daarna de vertaling ervan opgezocht, en vond “leisteen”. Maar dat is het helemaal niet: als ik het goed heb, is leisteen blauw-zwart. De lauzes hier zijn roodachtig.

Dus kwam Wikipedia er aan te pas. Lauze zou de algemene benaming zijn voor dakbedekkingen uit platte stenen (en dus is leisteen ook een lauze, maar is niet elke lauze leisteen). hier is wat ik erover vond.

Souillac en omgeving

Ik vergat gisteren te vertellen dat ons aftappunt voor elektriciteit niet in orde bleek. Omdat de receptie al gesloten was toen we het merkten, stelden onze (vriendelijke maar niet opdringerige) Franse buren voor stroom bij hen af te tappen. Deze ochtend heel vroeg waren ze het probleem aan de receptie gaan melden, en toen wij begonnen te brunchen, kwam er een vakman de zaak oplossen. Het bleek gewoon aan de stroomonderbreker te liggen.

Onze buren klaagden ook over de muggen, maar hadden er zich ondertussen tegen gewapend met muggenmelk. Dat wilde ik dus ook kopen vandaag (we hebben in drie winkels gezocht, en pas in de laatste het nodige gevonden) en het blijkt te helpen. In een Lidl werd ik bekoord door een potje foie gras, en vermits de mango’s vrij goedkoop waren, werd dat samen ons voorgerecht voor deze avond. Als hoofdgerecht aten we beefsteak en  sla.  Maar laten we het eerst over onze dag hebben.

We hebben vorige jaren al veel bezocht in de buurt van Souillac. De voornaamste en meest toeristische steden (Sarlat, Collonges la Rouge, Rocamadour) zouden we vandaag niet meer gaan bekijken.

Bij een temperatuur van 29°C in de schaduw reden we iets na twaalven de camping uit. Deze camping ligt aan de Dordogne waarvan we de vallei een poosje volgden, richting Rocamadour – waar we dus niet naartoe zouden gaan. We wilden wel het kasteel van La Treyne zien, maar dat bleek een hotel en was dus niet toegankelijk. Daarna reden we de causses du Quercy in. Causses zijn kalkrijke vlaktes. Eikenbossen, rotsen, weiden en akkers. Belcastel, een beetje verder, was dan weer slechts een gehucht met een restaurant en enkele huizen. In La Cave kon je grotten bezoeken. We gingen even kijken naar de plek waar je tickets kon kopen, zagen mensen staan wachten op een volgend bezoek, merkten aan de foto’s dat de grotten heel mooi leken, maar vonden 10 euro per persoon toch aan de dure kant. We bleven even aarzelen en ondertussen bekeek ik de natuurstenen die werden aangeboden in een aanpalend boetiekje. Ik vond er iets heel leuks: een magische armband. De kleur van de steentjes zou veranderen naar gelang het humeur van de drager en ik bedacht dat het een fijn geschenkje zou zijn voor buurmeisje Nele.  Helaas, toen zag ik pas dat de armbandjes veel te klein waren: ze zijn voor kinderen bedoeld (maar ik vind Elena daar nog te klein voor).

Na een goed half uur stonden dezelfde mensen nog steeds aan te schuiven, en wij besloten dat we verder zouden rijden.

Het was ondertussen al veel warmer geworden. Ik heb nergens meer een thermometer gezien, maar naar mijn gevoel zitten we (zelfs deze avond) weer boven de 30°C, hoewel nog steeds onder de 35°C. We reden door een beboste hoogvlakte, met langs de weg heel veel klaprozen, enkele restaurants en boerderijen met een camping à la ferme. En dan kwamen we aan in L’Hospitalet, vlak bij Rocamadour. Daar hebben we ooit gekampeerd. De camping was goed vol, maar het restaurant waar we toen lekker hebben gegeten, bleek opgedoekt. Brengen wij ongeluk aan al die horecazaken die we ooit bezochten en die nu niet meer bestaan?  Dat jaar was de plek al vrij toeristisch, maar nu was het er echt een overrompeling. We zijn er niet lang gebleven: net lang genoeg om enkele foto’s te maken van Rocamadour, dat inderdaad een prachtige site is, maar vergeven van de toeristen.

P6262335

 P6262336

P6262337 Foto’s Roger

We vonden er ook wat uitleg over de Causses, en… over die lauzes waar ik onlangs de naam niet van vond (de dakbedekking die we ook in Tonnerre hebben gezien).

P6262338 Foto Roger

Hoewel ik het toen heel warm begon te hebben, had ik helemaal geen zin om in L’Hospitalet iets te gaan drinken. Veel te druk! En… 3 euro voor een onnozele pint!

Dus reden we maar terug naar Souillac, waar we eerst bij een biertje wat rustten op de camping, daarna even door de smalle straatjes van het stadje liepen, de kerk binnengingen en uiteindelijk bij de tent kwamen eten.

P6262339

P6262341

P6262345 Foto’s Roger

maandag 25 juni 2012

Vaarwel Spanje

25 juni 2012

Ik heb er niet te veel willen over zeveren tijdens deze reis, omdat ik het er vorige jaren al zo vaak over had. Maar ik kan echt geen afscheid nemen van Spanje (wie weet voor hoe lang, als Roger het inderdaad te vermoeiend zou vinden om op deze manier rond te toeren, en wie weet in welke luxueuze omstandigheden die ons niet echt aanstaan als het later toch nog eens lukt?) zonder nog even terug te denken aan wat mij zo aantrekt hier. Sorry, foutje: we zitten nu in Frankrijk, en het is dus al niet meer “hier”.

Het is zo dat delen van Spanje me in gedachten terugvoeren naar mijn kinderjaren in Congo. Vooral in Aragon en in Extremadura krijg ik dat gevoel.

Ik weet dat ik het land waar ik mijn kinderjaren doorbracht nooit zal weerzien, maar daar (Aragon, Extremadura) heb ik soms de indruk dat ik er weer ben. En eigenaardig genoeg nog het meeste als ik het niet meer kan uithouden van de hitte. Net zoals in Matadi dus, waar ik als kind constant last had van de warmte.

Maar waar ik zo graag was!

Naar Souillac

25 juni 2012

We zijn deze ochtend vertrokken na een babbeltje met onze Vlaamse buren. Ze zijn van Diksmuide, kwamen van Valencia, waar geen plek meer vrij was omwille van de “Grand Prix”. Ze hebben een hotelletje moeten nemen in een naburig dorp.

We reden dus richting Barbastro.  Roger had Eva, onze GPS dus, ingesteld op Souillac in Frankrijk en ze voerde ons naar de tunnel van Vielha. Hoe lang is het wel geleden dat we die weg volgden? Ik schat zeker meer dan 20 jaar!

Na een klein uurtje rijden zagen we voor ons al de Pyreneeën en reden we later zelf tussen roze en grijze rotsige bergketens. Diepe kloven, rotswanden die leken op bladerdeeg, en de bijna droge Noguera Ribagorcana naast de weg. Dan klommen we nog hoger en samen met de Noguera baanden we ons een weg tussen verticale rotsen. Nog een uurtje later reden we Catalonië binnen, maar we zijn nog een paar keer in Aragon terechtgekomen, door de grillige loop van de rivier die we volgden. Even werd het landschap iets groener, we passeerden een turkoois stuwmeer, de afslag naar La Pobla de Segur (herinner je, “kindjes”!), het landschap werd weer ruwer, op de bergtoppen ontwaarden we nog sneeuw en bergriviertjes tekenden witte strepen in al dat grijs, roos en groen.

De meer dan 5 km lange tunnel de Vielha leek verbreed en gemoderniseerd: vroeger was die gewoon uitgehouwen in de rots.

In Bossost, na Vielha, stelde Roger voor een plato combinado te eten in een bar. Weer namen we slechts een plato voor ons beiden en kregen er twee bestekken bij.
Vlak daarna reden we Frankrijk binnen, waar we al gauw met een douanecontrole geconfronteerd werden. Onthecht zoals wij zijn van materiële zaken :-), moesten we niets aangeven dat argwaan wekte, tenzij misschien onze Oloroso. Ze vroegen ons: ‘Geen alcohol?’ En ik, spontaan, op z’n Frans: ‘Nee!’, want wijn is in Frankrijk “geen alcohol”, wel een gewone drank of zelfs een geneesmiddel. Roger verbeterde me: ‘Wel een tiental flessen wijn van Jerez’. In feite zijn het er een stuk of veertien plus drie flessen Malaga, maar kom, dat kan inderdaad doorgaan voor een tiental. Dat was oké. ‘Zie je wel,’ zei ik tegen Roger toen we eindelijk mochten doorrijden, ‘wijn is in Frankrijk geen alcohol!’.

Nu bleef het landschap opvallend groener dan aan de Spaanse kant van de Pyreneeën. En ineens geen roofvogels of ooievaars meer. Ook geen vrachtwagenchauffeurs meer die knipperen als ze achten dat je ze kunt inhalen op een smalle weg. Alles leek ineens zachter en toch minder ridderlijk. De péages volgden elkaar wel weer op: ongelooflijk hoeveel geld je daaraan spendeert!

Vlak voor Toulouse lazen we een waarschuwing voor “bouchons” tijdens het spitsuur, en ja hoor, we hadden het zitten. Het ging vrij – soms zelfs heel - traag tot voorbij Cahors.

We volgden nog de vallei van de Lot, van de Dordogne (en daar werd het iets rotsachtiger) en om kwart over 19 uur kwamen we aan op de camping van Souillac, van de Flower-campingketen. We zijn hier al zeker een keer geweest, maar ik weet echt niet meer wanneer.  Ik heb het ondertussen even opgezocht: twee keer in 2010.

Na onze installatie wilden we iets gaan eten in het stadje, maar geen van de menu’s of gerechten inspireerde ons echt. Op de camping kon je pizza’s kopen, en dat hebben we dan ook maar gedaan. Ze waren lekker, maar weer heb ik maar een vierde van mijn pizza op gekregen.

We hadden, dachten we, een idyllisch plekje gevonden, tussen vier populieren, met veel ruimte en vinken en weinig buren. Helaas, ook vol muggen: ik ben al zeker 10 keer gestoken!

Opvoeding

25 juni 2012

Ik vergat het te vertellen: op verschillende plekken in Huesca zag je “opvoedende” affiches. Daarop prijkte een kind dat de voorbijganger zogezegd allerlei zaken verweet (‘Ben jij het die dat peukje op de grond hebt gesmeten?’; ‘Waarom respecteer je het straatmeubilair niet?’ enzovoort) of bedankte (‘Bedankt dat je hebt opgeraapt wat jouw hond heeft achtergelaten in het park’ bijvoorbeeld).

Het is waarschijnlijk goed bedoeld, maar ik hield er niet van. Zo betuttelend!

zondag 24 juni 2012

Naar de Salto de Roldan

Tijdens onze brunch deze ochtend kwam er een hele groep Fransen aan, met een soort quads. Wij bespraken wat we zouden doen. Eerst wilde ik nog eens naar de historische stad wandelen, maar de hitte deed me gauw van idee veranderen. Rond 11 uur liep de temperatuur al tegen de 30°C. Roger stelde voor nog eens naar de Salto de Roldan te rijden. Ik vond dat een goed idee (in de auto is het frisser) als hij tenminste weer geen poging deed om de rots te beklimmen.

P6242331 Foto Roger

We reden dus richting Santa Eulalia de la Peña, door de Hoya waarboven weer gieren vlogen.

P6242314 

P6242315 Foto’s Roger (op de tweede foto de Salto de Roldan)

Daarna klom de weg al slingerend een berg op tot aan het mooie stadje Apies. Daar zijn we even uitgestapt. De hoogte en een zacht briesje maakten de temperatuur draaglijk. We wandelden er even rond en zagen dat binnenkort de televisie er opnames zou komen maken.

P6242322

P6242317

P6242318

P6242319

P6242324 Foto’s Roger

Na Apies reden we weer de parque nacional de Guara binnen, en klommen we nog hoger. De weg werd nog smaller, naast ons duizelingwekkende dieptes (wat een geluk dat ik geen hoogtevrees heb in de auto) en aan een splitsing tussen de weg naar Santa Eulalia en die naar de Salto besloten we eerst naar de Salto de Roldan te gaan. De baan werd zo mogelijk nog smaller. Ik had net (zoals vorige keer) aan Roger gevraagd wat we moesten doen als er een tegenligger kwam toen er inderdaad een opdook. Gelukkig was het een buggy die gemakkelijker dan wij tot bijna tegen de rotsen kon uitwijken. En dan kwamen we daarboven aan. Weer diezelfde rust, die gieren, dat bijzonder serene gevoel. We hebben heel even gewandeld, maar al was het daar minder warm dan de laatste keer,  ik vond het toch nog te heet.

P6242328

P6242329 Foto’s Roger

Daarna keerden we terug naar Santa Eulalia. Daar waren we ook ooit geweest, maar nu bleek de toegang tot het dorp afgesloten met een hek. We vonden wel een andere toegang. Enkele bewoonde of verlaten huizen, waar soms aan gewerkt werd, en enkele mensen die ons raar bekeken. We vroegen ons af of het dorp niet opgekocht was geweest door particulieren en of we ons dus op privé terrein bevonden. Het was er vreselijk warm.

P6242333

P6242334 Foto’s Roger

Dan zijn we terug naar Huesca gereden, waar we even rustten en daarna een biertje gingen drinken in de calle de Galicia. Ik had het echt te warm… en dat bleek met reden: we zagen op een thermometer dat het 35°C in de schaduw was. Roger heeft de gewoonte veel mensen die we zien een naam te geven. Weldra zagen we tussen het volk dat aangeslenterd kwam, degene die hij gisteren “Quasimodo” had gedoopt. Een heel mismaakte man: bult, graatmager, zakkend door zijn benen, vooruitstekende kin en neus en en vals bovengebit dat loskwam als hij sprak. Een heel gerimpeld gezicht en toch is zijn leeftijd niet te schatten. Het kan even goed 40 als 70 jaar zijn. Ik kreeg wel de indruk dat hij geliefd is.

In het terugkomen naar de camping (deels in de schaduw van het park, maar daarna weer heet, heet!) zagen we in een Chinees restaurant  een menu dat ons aanstond. Daar zouden we deze avond gaan eten. Misschien een beetje gek, maar we hadden er zin in.
Eerst nog een biertje op een ander terras, want het restaurant zou pas rond 20 uur opengaan. Om 20:30 was het echter nog niet open, en wij gaven het op. Aten weer eens bij de tent, waar we bleken nieuwe buren gekregen te hebben… Vlamingen! Nu moeten we dus op onze woorden passen! :-)

zaterdag 23 juni 2012

Almudévar

23 juni 2012

Deze ochtend reden we richting Zaragoza, niet langs de snelweg maar via de gewone weg in de Hoya de Huesca.

In het stadje Almudévar hielden we halt. We klommen meteen tot het hoogste punt, waar zich een kerk van de 12de eeuw bevindt, palend aan de resten van een Arabisch kasteel.   Roger maakte enkele foto’s en ik zag, buiten de ontelbare zwaluwen, een zwarte ooievaar voorbijvliegen. Die zie je niet vaak.

P6232304

P6232302

P6232297 Foto’s Roger

Van daarboven kreeg je ook een mooi overzicht van het dorp waar de mensen begonnen op straat te komen. We zagen een heel oude vrouw, helemaal krom, steunend op een stok, moeizaam  en traag lopen. Ging ze het brood voor haar middagmaal kopen?

P6232296

P6232300 Foto’s Roger

Achter de kerk bevond zich een mirador met een prachtig uitzicht op de Hoya. Eigenaardig genoeg kwamen op die mirador een paar schouwen en verluchtingspijpen uit. Toen we weer naar beneden gingen, merkten we dat onder die mirador een paar half ondergrondse huizen stonden.

P6232303  Foto Roger

Er stond ook een huis met dezelfde “troncoconica” schouw als de huizen in Catalañazor. Alleen was de basis van deze schouw veel minder breed dan daar.

Uiteraard gingen we iets drinken op de geanimeerde Plaza de España. Iedereen leek daar op de paar terrasjes samen te komen. Net zoals de anderen gingen we een biertje halen in de (donkere) bar en kwamen het buiten opdrinken (op die manier betaal je de barprijs). In de bars zelf zit bijna niemand meer: veel Spanjaarden zijn rokers. Ik vraag me echter af hoe ze dat oplossen in de winter.

Daarna kwamen we terug naar Huesca. Ik ontmoette weer de jonge Engelsman en maakte een praatje met hem. Hij is leraar en geeft een taalbad Engels aan studenten van de universiteit. Voor twee weken was hij ook in Sevilla en toen was het er echt te heet: rond de 40°C!

De temperatuur die tot dan zeer aangenaam was geweest, liep hier weer naar de 33°C. Wij vonden echter verkoeling in de Mercadona: het was immers tijd om onze provisie droge Oloroso in te doen… en Horchata. We hebben dus aan jou gedacht, Zeger! Wees niet jaloers, andere “kindjes”: we hebben voldoende flessen gekocht.

In Sevilla had ik uitgekeken naar Horchata in de bars, maar ik heb er geen gevonden, althans geen granizado. Zou dat minder gedronken worden tegenwoordig?

Na onze zoektocht (vermits onze vertrouwde Mercadona te weinig in voorraad had, hebben we moeten zoeken naar een andere Mercadona – er zijn er verschillende in de stad) gingen we nog eens iets drinken in de calle de Galicia (en mensen bekijken). Vanop het mooie plein aan de andere kant van de Soto dat we enkele jaren geleden hadden ontdekt, was vreselijk luide muziek te horen. Was er een foor? We zijn niet gaan kijken.

Het terras zat vol. Mensen met kinderen, vrouwen met hun moeder, eenzame vrouwen, oude mannen, koppels. Het leek weer of de  hele stad op stap was. Typisch is dat vlak voor het avondmaal.

Wij hebben weer eens bij de tent gegeten. En op dit ogenblik komt er veel lawaai, geroep en gejuich uit de bar van de camping. Mensen zijn naar ik weet niet welke voetbalmatch aan het kijken. Ongelooflijk hoe ze daar in opgaan! Ik heb dat nooit begrepen.

vrijdag 22 juni 2012

Over de camping van Huesca

22 juni 2012

Na mijn vorige post heb ik de netbook aan Roger gegeven zodat hij online kon, en heb zelf verder zitten lezen. Nu ik  weer even de pc voor mij heb, wilde ik eerst mails  beantwoorden, maar ik heb me bedacht. Lieve vrienden, antwoord komt dus morgen.

Ik wil het liever even hebben over deze camping.

De eerste keer dat we hier waren, stond hij mij echt niet aan. Alles leek versleten: de tegels in het sanitair leken te dansen, sommige wc’s gingen niet op slot, de douches hadden geen warm water en werden afgesloten door amper een gordijn. En afwassen moest je in wat een hol leek. En de uitbaatster was niet echt vriendelijk.

En toch kwamen we hier telkens terug. Een groot voordeel is dat we te voet boodschappen kunnen doen en de stad inlopen… En dat de omgeving zo mooi is.

En na enkele jaren bleek dit een van de weinige campings waar we overal verbinding kregen met het Internet. De toiletten zijn nog even oud, maar er zijn nieuwe sloten (al zijn de vroegere, volgens goede Spaanse gewoonte, niet weggehaald).  De douches worden nog steeds slechts door een gordijn afgesloten, maar ik zie wel dat niemand een gordijn opentrekt van een in gebruik zijnde douche.

Nu is er warm water (en dat gebruikte ook de zigeunerin die ik gisteren hoorde zingen bij het wassen – want het was geen “Spaanse dame” die me onze vroegere reizen herinnerde, wel een zigeunervrouw, ondanks haar blonde haar) en een wasmachine (die de zigeunerin blijkbaar liever niet gebruikte).

En toch houdt de camping iets primitiefs over zich. Is het dat wat ons aantrekt? Of de percelen die vrij ruim zijn naar Spaanse maatstaven?

Is het van dat alles dat onze Duitse buur (die onze begroeting  nooit heeft beantwoord en die nooit van de camping lijkt weg te gaan)  geniet?

En nog even over de camping zelf….  Ook de uitbaatster is vriendelijker geworden met de jaren!

Uitstapje in de Hoya de Huesca

22 juni 2012

Toen Roger wakker werd, stelde hij een uitstapje voor. We zouden richting Ayerbe rijden en afslaan naar Ortilla. Daarna zouden we wel zien.
De temperatuur was niet meer zo zalig: 32°C. Normaal dat die Spanjaarden pas na 17 uur weer actief worden. Wij echter vertrokken al om iets over 16 uur.
Al gauw zagen we, rijdend door de hoya, in de verte de Salto de Roldan. Boven de bergen die de enorme vlakte omzomen hingen enkele witte wolken en boven de tarwevelden trilde de lucht in de vlakke zon.

Iets verder dan Esquedan reden we een zijweg in die ons bracht naar Lupiñen. Kerk van de 12de eeuw met de nodige ooievaars, alle luiken nog dicht.

P6222279

P6222281

IMG_1527

IMG_1528 Foto’s Roger

Van daar reden we verder naar Ortilla. De luiken van de huizen waren nog steeds dicht en boven het dorp cirkelden 5 gieren.

IMG_1529 

P6222284

P6222285 Foto’s Roger

Aan de overkant van het dorpje reden we een onverharde weg in die ons voerde langs tarwevelden en rotsen. In zo’n  geoogst veld stond een herder met zijn schapen.

IMG_1533 Foto Roger

Ik heb vaak gedroomd van zulke job: een hele dag in m’n eentje doorbrengen, met alleen mijn dieren, en kunnen denken en mijmeren. Nu echter bracht het tafereel mij niet aan het dromen. Dat betekent immers ook de hele dag in de hitte doorbrengen!

Iets verder reden we langs enkele verlaten gebouwtjes, iets wat weer leek op een verlaten station (met daarnaast een wijngaard)en zelfs een verlaten dorpje!

P6222289

P6222290

P6222293 Foto”s Roger

Het landschap werd nog meer rotsachtig en woest. Rond 18 uur reden we weer de verharde weg naar Ayerbe op en via de Hoya de Huesca reden we terug naar de camping.

IMG_1534 Foto Roger