zondag 30 juni 2013

Blij en tevreden, maar moe!

Over gisteren

Elena en Matthias verbleven hier van vrijdag avond tot deze avond. Gisteren bleek het een beetje moeilijk voor Matthias: hij heeft hier geen box, zitten in de maxi cosy vindt hij niet leuk, en ik heb natuurlijk niet de tijd om hem constant op schoot te nemen. Als ik hem weer eens in zijn stoeltje legde om zelf even met Elena bezig te zijn, begon hij telkens opnieuw onbedaarlijk te huilen. Alleen hem oppakken hielp (wat een geluk dat ik hulp kreeg van Roger): heeft onze baby toch de “pak-mij-op”-ziekte? Hoewel, de enkele keren dat ik hem in de tegen elkaar geschoven sofa’s liet zitten, aan alle kanten goed ondersteund door kussens, kraaide en lachte hij even fel als op onze arm of schoot. Ik vermoed dat hij zijn liggend leventje beu is (hij probeert zichzelf trouwens geregeld recht te trekken) maar denk dat ik hem nog niet te lang in zittende houding mag laten.

Samen met zijn zus, zijn opa en alle poppen en knuffels hebben we wel fijne momenten doorgebracht in die twee sofa’s, onze “bedboot” zoals Roger het noemde. Gespeeld, verteld, gekraaid, geplaagd, gerollebold, en toen lachte Matthias heel uitbundig (Elena ook trouwens). Elena heeft uiteraard ook getekend, in de leefkeuken gespeeld met de poppen, ze heeft mij helpen vegen, heeft een paar keer pipi gedaan op het potje en mocht dan telkens een 3d-sticker van wilde dieren plakken in een schoenendoos die zo stilaan een dierentuin zou worden.

‘s Avonds kwam Hendrik (jammer genoeg zonder Anneke die moest werken) ons vervoegen. Samen aten we worst (vegetarische voor Roger en mij), worteltjes en erwtjes na een courgettesoep. Elena heeft heel goed gegeten (en ik mag zeker hetzelfde zeggen van Matthias: hij at zijn potjes groenten en fruit altijd bijna volledig leeg). Na nog een verhaaltje vroeg Elena zelf om naar bed te gaan. Matthias sliep toen in de “bedboot” tot aan zijn laatste flesje. Waarna we hem ook naar boven brachten.

Zeger ging gisteren naar een feestje in een naburig dorp en had  gevraagd of Roger hem ‘s nachts (rond 1:30 uur) kon afhalen. Uiteraard wilde Roger dat doen, maar zelf had ik, hoewel het idee van Zeger nog eens hier te hebben mij heel blij maakte,  wat bedenkingen bij dat late uur. Ik wist dat ik vandaag vroeg op zou moeten voor de kindjes, en ik durf echt niet in mijn eentje de trap af met Matthias op de arm en Elena aan de hand*. En als Roger ‘s nachts nog zou moeten wegrijden, zou hij dan vandaag wel in staat zijn om mij daarbij te helpen?

Terwijl we nog gezellig napraatten met Hendrik in de salon (ik had de sofa’s weer uit elkaar geschoven), kwam er een sms-je van Zeger: het was blijkbaar gezellig en het zou nog wat later worden. Het was toen al over 1:00 uur en ik ben maar gaan slapen.

Vandaag

Ik werd om 6:00 uur wakker van gestommel op de trap en dacht: ‘O nee, gaan die drie nu pas slapen?’. Maar toen hoorde ik zacht gesnurk naast mij: Roger lag al in bed. Het waren dus Hendrik en Zeger die  nachtje door hadden gedaan. Later hoorde ik van Roger dat hij en Hendrik Zeger om 03:30 uur waren gaan halen! Glimlach 

Uiteraard viel ik niet meer in slaap, en om 7:15 uur werd Elena wakker, meteen gevolgd door haar broertje. Ik kon ze nog even bij ons in bed bezighouden zodat Roger nog wat kon slapen. Daarna hielp hij mij ze naar beneden te brengen. Ik zei hem dat ik het nu verder wel alleen aankon, dat hij nog wat mocht gaan rusten, maar hij weigerde en hielp me zelfs wat op te ruimen (Hendrik en Zeger hadden blijkbaar niet meer gedacht aan de orders die ik aan onze oudste gaf voor het slapengaan, namelijk zoveel mogelijk alle sporen van hun drankgebruik op te ruimen en van de sofa’s weer een “bedboot” te maken).

De baby en de kleuter aten (heel goed), we speelden, we tekenden, Matthias zat geregeld met Roger in de “bedboot” waar Elena en ik hem en zijn opa soms gingen vervoegen, Elena mocht weer een leeuwensticker plakken, de kindjes aten hun middagmaal en vlak daarna vroeg Elena om naar bed te gaan. Ik bracht haar naar boven, vertelde een verhaaltje en ondertussen was Matthias in slaap gevallen in de “bedboot”.

Ineens was het heel rustig in huis. Ik had verder kunnen opruimen (het was echt nodig) maar ik verkoos om zelf een dutje te doen voor Hendrik en Zeger zouden opstaan.
Roger was al naast Matthias in slaap gevallen (hij had nog veel minder geslapen dan ik), ik ging in de relax liggen, vlak naast de “bedboot”, en hand in hand met Matthias viel ik ook even in een halve slaap.

Ik werd gewekt door Zeger en Hendrik die na elkaar naar beneden kwamen. Roger bleek toen al een hele poos weer wakker en veel te hebben opgeruimd. Terwijl onze jongens aten (dat heet zeker geen “brunch” meer op dat uur?) werd Elena ook wakker. Nadat ik haar naar beneden had gebracht, zorgde zij met haar gebabbel dat ook haar broertje ontwaakte.

Dat kwam me goed uit: eindelijk was iedereen wakker, het was prachtig weer en ik wilde wel eens de vlieger laten opgaan die Roger onlangs kocht voor Elena en Matthias.

We trokken dus het veld in, zochten een heel open ruimte, maar… Het wilde niet lukken. De vlieger (“vliegtuig” noemt Elena het speeltje) wilde niet vliegen: te weinig wind of te veel onkunde?

Matthias, die was  in zijn nopjes in zijn maxi cosy die werd geplaatst op de wiegende buggy. Terwijl de mannen daar probeerden die vlieger op te laten, Elena met mij rondliep en onder andere tarwearen en bloeiende kamillebloemen bewonderde, kreeg ik een telefoontje van haar moeder: ze waren op komst. Inderdaad, nog tijdens het vieruurtje van de kindjes, toen we terug thuis waren, kwamen ze aan, de ouders van onze kleinkinderen.

We aten allemaal samen in de weer rommelige keuken en ik vond dat oergezellig! Glimlach

Iets voor 21 uur vertrokken Elena, Matthias, hun ouders en Zeger naar het Leuvense, een half uurtje daarna brachten we Hendrik naar het station van Tongeren.

En daarna voelde ik me ineens doodmoe! Hendrik had gelijk toen hij gisterenavond al lachend zei dat de natuur niet voor niets heeft gezorgd dat kinderen krijgen op een jongere leeftijd dan de onze gebeurt: op onze leeftijd zouden Roger en ik baby’s en kleuters niet meer fulltime aankunnen! Hoezeer we ook van hen houden! Bedroefde emoticon

 

* Ik weet het, ik kan eerst de baby naar beneden brengen, hem in zijn maxi cosy deponeren (dat is toch het veiligst) en daarna Elena gaan halen. Maar dat zou Elena niet prettig vinden, en ik weet dat ze dan achter mij aan die trap alleen zou proberen af te dalen. Eerst Elena naar beneden brengen en daarna Matthias gaan halen is ook geen optie: dan moet ik het meisje een poosje zonder toezicht achterlaten.

vrijdag 28 juni 2013

Gogorak

Deze avond brachten onze dochter en schoonzoon Elena en Matthias die hier logeren tot zondag. Terwijl we aten en Matthias in zijn maxi cosy goed rondkeek, haalde Elena (die al voldoende bleek gegeten te hebben bij de onthaalmoeder) het vroegere speelgoed van haar moeder en haar nonkels uit. In een tabaksdoosje vonden we papieren geld, deels uit een Monopolyspel maar ook zelf gemaakt door onze “kindjes” destijds. En we herinnerden ons hoe ze ooit in Antwerpen hun immense speelkamer hadden omgevormd tot een stad met alles erop en eraan… en zelfs eigen geld. De stad heette Gogorak, en het geld had ook een aparte naam maar die kan ik me niet meer herinneren. Op de briefjes die we vonden, stond telkens een grote D: was het “Dinar”?

Elena vroeg op een bepaald ogenblik zelf om naar bed te gaan, en alle vroegere knuffels van haar mama en nonkels moesten mee. Matthias heeft na het vertrek van zijn ouders nog een poosje gespeeld en gelachen op onze arm, en daarna in de sofa liggen kraaien, rondkijken en doezelen (ik had de twee sofa's tegen elkaar geschoven zodat hij er niet kon uitvallen) terwijl Roger de vaatwasser vulde en ik de keuken wat opruimde.

Rond 22 uur begon hij te wenen: ik vermoedde dat hij aan zijn laatste flesjes toe was (Roger had al geprobeerd rond 21 uur, maar toen leek hij geen zin te hebben). Dat dronk hij inderdaad gretig leeg en hij viel ondertussen in slaap op mijn schoot.

Nu slapen ze allebei vredig.

donderdag 27 juni 2013

Lens sur Geer en Grandville

Hoewel we het druk hadden vandaag (onder vele andere werkjes, voor mij de keuken schoonmaken) vonden we tussen die karweien en de bestuursvergadering van de KVLS deze avond de tijd om een klein uurtje te wandelen.

In Lens sur Geer, waar we, denk ik, de laatste keer waren in 2008. We herkenden meteen de Romaanse kerk.

P6274522

P6274523

P6274524 Foto’s Roger

Maar er staan ook heel mooie huizen, vind ik.

P6274525

P6274526

P6274527 Foto’s Roger

Tijdens onze wandeling beseften we plotseling dat we in een naburig dorp (of gehucht?) waren terechtgekomen: Grandville. Nergens hadden we daar echter een aanwijzing naar gezien.

Daar stond een huis te koop dat ons wel aanstond (behalve dan de “veranda” die, zoals  Roger het verwoordde, “stond als een tang op een varken” – ik begrijp wat de uitdrukking wil zeggen, maar gebruik die zelf nooit omdat ik de logica ervan niet doorheb: als iemand me die kan uitleggen, graag!):

P6274528 Foto Roger

We stonden even te fantaseren, Roger en ik (uiteraard gaan we niet opnieuw verhuizen, en trouwens we hebben het geld niet om een huis te kopen). En ik vroeg me af of er wel plaats genoeg zou zijn voor de twee ateliers (houtbewerking en boekbinden) die hij in ons huidig pand heeft. Toen wees Roger mij erop dat er ook een heel ruime achterbouw bij dat huis hoorde! Plaats genoeg dus! Glimlach

P6274529 Foto Roger

Na ons eenvoudig avondmaal (groentesoep, omelet met hesp en gemengde sla) kwam Boudewijn Knevels mij afhalen voor de KVLS-vergadering in Diepenbeek.

Het werd een te lange  (hoewel vruchtbare) vergadering naar mijn zin en daardoor kwam ik pas heel laat thuis (een half uur rijden, veel langer dan twee uur vergaderen en weer een half uur rijden: reken maar uit!). En heel die tijd moest ik het doen zonder roken Bedroefde emoticon (ik mag niet roken op café, en doe het niet in de auto van Boudewijn)  maar terwijl hij zijn tweede Trappist op zijn gemak uitdronk, na de vergadering en op het terras, kon ik uiteindelijk toch genieten van een “kankerstokje” Glimlach

woensdag 26 juni 2013

Het regent! Il pleut!

Ik wilde gaan slapen, maakte me dus klaar voor de nachtrust terwijl Roger nog even keek naar een aflevering van Star Trek. En toen bedacht ik me en kwam weer naar beneden. Omdat ik in mijn vorige post iets belangrijks was vergeten te melden.

Ik zag ondertussen dat het regende, pijpenstelen! “Il pleut des hallebardes”, zeggen ze in het Frans. Wat hebben we een geluk gehad deze avond: wij hebben nog een hele poos buiten kunnen zitten samen met onze vriend!

Over hem wilde ik het eigenlijk hebben: niet heel de avond ging het over Colette immers! We spraken ook over het verloederen van het  taalgebruik  bij Vlamingen, het verkeerd gebruik van dialecten voor reclame, over tweetaligheid, over het opvoeden van kinderen in twee talen en de gangbare gevolgen daarvan, over hoe het terugkeren naar dialecten zou zorgen dat we nooit respect voor onze taal zullen verkrijgen. En ik gaf toe dat ik als anderstalige het heel moeilijk had een taal te leren die zo “versnipperd” is en die niet altijd correct wordt gesproken door de “inlanders”.

Onze vriend is licentiaat Germaanse talen, daarom begreep hij mijn zienswijze, denk ik. Maar hij wist ook niet wat eraan te doen. Al gaf hij toe dat Limburgers (van wie het dialect het verst staat van AN) inderdaad het mooiste Nederlands spreken.

Al die taalproblemen heb ik vroeger, toen ik nog Frans sprak en mij weinig aantrok van Vlamingen, nooit gekend! Soms heb ik nu zin om er de brui aan te geven, zeker als ik merk hoe sommige Vlamingen willen terugkrabbelen naar hun dialect dat in een naburig dorp al helemaal anders klinkt.

Maar ik ga het niet doen. Ik bedoel: ik ga niet weer de Franstalige toer op gaan. Ik ga blijven hopen dat Vlamingen ooit iets fierder worden!

Voor mij mag het af en toe blijven regenen. Ik probeer ze echter te vergeten, woorden als “hallebarde”. Glimlach

Grapje! Natuurlijk vergeet ik dat woord nooit!

Maar het regent dus: il  pleut!

Elena, Matthias en herinneringen aan Colette zaliger

Toen we de kindjes bij de onthaalmoeder Lutti afhaalden, had Elena net op het potje gezeten en ze toonde ons heel fier haar productie. Matthias sliep al maar werd in de auto wakker.
”Thuis” heeft zij nog even “gekookt” en hij nog zitten lachen, spelen (hij grijpt nu heel doelgericht speeltjes vast) en kraaien terwijl Roger en ik aten. Maar dan werden ze allebei moe. Elena trok naar bed na een verhaaltje en Matthias werd in zijn wieg gelegd.
Ze sliepen vrij lang en werden ongeveer tegelijkertijd wakker net voor hun mama thuiskwam. Ik kreeg nog net de kans Matthias een van zijn eerste fruitpapjes te geven (dat hij heel gretig opat) voor Roger en ik moesten vertrekken naar Leuven.

We hadden immers afgesproken met een goede vriend van Roger, de partner van onze vriendin Colette zaliger.

Het werd een lange, aangename maar tegelijk heel nostalgische avond, vol herinneringen aan Colette en andere overgegane vrienden.

dinsdag 25 juni 2013

Bergilers

Nadat ik vandaag ons salon onder handen had genomen, besloten we, ondanks de relatieve kou, een flinke wandeling te maken.
Eerst wilde Roger gaan kijken hoe het zat met de renovatie van het dak van de tiendenschuur in Opheers. Het vordert goed!

P6254499  Foto Roger

Daarna reden we naar Bergilers in Wallonië. We waren er niet meer geweest sinds februari 2008 (Roger heeft dat teruggevonden dankzij zijn goed geordende vroegere foto’s).

P6254504

P6254505 Foto’s Roger

We liepen eerst wat rond in de buurt van de kerk: vooral in een soort verwilderde voortuin ervan met heel mooie bloemen (onder andere rozen en distelbloemen) en een kruisweg. ‘Nogal verwaarloosd’, merkte Roger op maar ik vroeg me af of het niet de bedoeling was dat tuintje zo natuurlijk mogelijk te houden. Het paadje dat we volgden bleef begaanbaar en al die bloemen waren volgens mij niet spontaan daar terechtgekomen!

Afijn, ik vond het mooier dan Roger.

Wat later, terwijl we in het dorp zelf rondliepen, stelde Roger vast dat het nogal “rommelig” is. Inderdaad, de (vaak mooie) huizen zijn er nogal kriskras ingeplant, maar persoonlijk hou ik daar wel van.

P6254506 De kleuterschool “les petites Oreye”, een woordspeling op de hoofgemeente “Oreye” en  het woord “oreilles” (oren): de twee woorden klinken identiek en als je het fonetisch leest (klik om de foto te vergroten) hoor je dus “de oortjes”. Foto Roger

Roger en ik praatten over die voorkeur van mij: hij vindt het vreemd dat ik thuis niet zo blij ben met onze rommel! Omdat ik hem probeerde duidelijk te maken dat rommel in huis niet hetzelfde is als wat schots en scheef ingeplante huizen kreeg hij geen gelegenheid om foto’s te maken van de huizen die ik mooi vond.

Zo was er onder andere de pastorie (weliswaar niet de allermooiste die ik ooit heb gezien). Maar weer zo ruim, zo statig. Ik zei tegen Roger: ‘Jammer dat vrouwen geen pastoor kunnen worden! Anders was dat wel iets voor mij geweest: een mooi, ruim huis, én een meid!’ Glimlach

We klommen stilaan het dorp uit, wandelden langs een tarweveld met aan de rand ervan heel veel klaprozen (daar heeft Roger geen foto van gemaakt) en maakten een lus terug naar het dorp.

P6254507

P6254509 Foto’s Roger

Onderweg zagen we iets eigenaardigs. Allebei dachten we eerst dat het gezichtsbedrog was, maar uiteindelijk leek het te zijn wat wij meenden te zien: een struik die groeide in een aanhangwagen. Jammer genoeg was de wei afgesloten zodat we het niet van dichterbij konden onderzoeken.

P6254511 Foto Roger

We daalden weer naar de kerk, kwamen langs de begraafplaats waar we een poosje rondhingen. Heel veel Vlaamse namen gelezen op de grafstenen (zelfs de familienaam van Roger en van zijn moeder kwamen we tegen), maar geen enkel Nederlands opschrift! Wat passen Vlamingen zich toch snel aan bij die Walen!

We waren pas terug in het dorp toen Roger begon te lachen. ‘Is dat misschien een ruif voor een giraf?’ vroeg hij mij.

P6254517 Foto Roger

Ik had die ruif eerst niet opgemerkt, maar toen ik die zag, schoot ik ook in de lach!

Voor ik thuis aan het avondeten wilden beginnen werken, belde ik even naar Nany, maar ze gaf niet thuis.

Vlak daarna belde… Elena! Om mij heel fier te vertellen dat ze “pipi” (Live Writer herkent het woord  “pipi” niet! Hebben jullie dan geen ander woord voor “plassen”, Nederlanders?Knipogende emoticon) had gedaan op het wc! Zo schattig!

En ook een opluchting voor onze dochter die zich al zorgen maakte: zou Elena op dat punt wel klaar zijn voor de kleuterschool in september? Ik had geprobeerd onze dochter gerust te stellen, maar diep in mezelf wist ik dat, wat ik ook zei, het niet zou helpen!

Ik ben dus ook heel blij! En als oma heel fier, lieve Elena!

zondag 23 juni 2013

Verdwaald!

Wat een mooie wandeling vandaag! Oké, we waren aan het einde een beetje verdwaald maar echt verloren lopen doe je niet snel in deze streek.

We reden nog eens naar Neerrepen. Stelden vast dat op het kerkhof echt geen plaats is voor een verdwenen graf tussen dat van mijn overgrootouders en dat van de neef (kozijn) van mijn vader. Het lijkt er dus op dat ik me echt vergiste!

Daarna begonnen we onze wandeling (en terwijl het daarvoor vrij fris was geweest, scheen de zon). We liepen voorbij de kasteelhoeve en de boerderij waar een andere “kozijn” van mijn vader leeft (de laatste hoeve waar mijn overgrootouders Renwa in hebben gewoond) en klommen de velden in.

Alles was zo vredig: geen levende ziel te bespeuren (behalve dan veel vogels en hier en daar een paard in een wei) en, terwijl we een vallei  overstaken, prachtige vergezichten.

We bleken daarna in Sint-Huybrechts-Hern terecht te zijn gekomen. Daar waren we al geweest, maar nooit precies aan die kant van het dorp.

Ineens merkten we dat er veel wandelaars voorbijtrokken en iets verder “ontdekten” we taverne “De Tommen”.

P6234484 Foto Roger

Ik schrijf “ontdekten” tussen aanhalingstekens, want blijkbaar zijn wij heel laat om die taverne te “vinden”: al die wandelaars liepen daar naartoe.

Maar dat is nu precies de reden waarom ik liever niet “georganiseerd” wandel of reis. Alles wat ik voor de eerste keer ontmoet, zeker als ik er niet naar op zoek was, geeft mij de smaak van “ontdekking”.

Nee, we hebben er niets gedronken. Wij wilden een lus maken naar Neerrepen en dachten dat een straat genaamd “Repenstraat” daar perfect zou toe dienen. Dat werd weer een prachtige wandeling, dwars door een vallei, tussen meidoornhagen, langs fruitplantages en weiden (de peren beginnen te rijpen en in de wilde kerselaars hangen bijna rijpe kersen). Alleen bleek dit pad veel bekender, want we kwamen er veel meer “levende zielen” tegen! Glimlach 

P6234491 Foto Roger

Na een hele poos stappen kwamen we in een gehucht terecht dat helemaal niets leek te maken te hebben met Neerrepen! Gelukkig waren er dus “levende zielen” aan wie we konden vragen hoe we in dat dorp zouden geraken. We bleken helemaal de andere richting uit te zijn gegaan. De wandelaars aan wie we raad vroegen, legden ons uit dat we er via Riksingen konden geraken, maar dat zou nog een heel eind stappen zijn. Maar, zo vertelden ze verder, we konden ook via Sint-Huybrechts-Hern gaan. Wat ze ons daarover uitlegden, kwam echter overeen met op onze stappen terugkeren.

Dus liepen we maar verder. Op een splitsing van het pad zagen we het helemaal niet meer zitten: de uitleg die we gekregen hadden, bleek echt ontoereikend. We besloten dus de GPS van onze smartphone aan te spreken. Helaas, de mijne kreeg geen toegang tot satellieten en die van Roger vertelde ook niet veel! Het kompas op onze GSM toonde wel dat we in de juiste richting wandelden, dus liepen we maar verder. En toen kwamen we ruiters tegen die ons vertelden dat als we gewoon het pad volgden, we in Riksingen zouden terechtkomen: we waren dus op de juiste weg.

Iets later begon het mobieltje van Roger te praten en het voerde ons zonder probleem terug naar Neerrepen, inderdaad via Riksingen!

En dit langs een prachtige vallei! Hoewel we al langer dan twee uur op stap waren, we meer hadden geklommen dan gedaald, we in bosjes door de modder moesten ploeteren, deed mijn voet helemaal geen pijn meer en genoot ik de hele tijd van een zalig gevoel.

P6234493

P6234495 Foto’s Roger

Toen we eindelijk bij de auto aankwamen, vond Roger dat we een traktatie hadden verdiend, en ik stelde dan maar het door ons pas ontdekte “De Tommen” voor. Waar we nog een heel gezellig uurtje doorbrachten op het binnenterrras!

Thuis moest ik me reppen:  koken, bellen naar onze dochter voor bepaalde afspraken, naar Hendrik (die niet thuis gaf, maar later zelf belde), en… Nee, ik ging liegen: ik wilde zeggen “een mail van Zeger beantwoorden'”, maar dat had ik al gedaan vanop het terras van “De Tommen”! Ik moest eigenlijk ook naar mijn moeder bellen, vergat dat even, maar zij blijkbaar niet, want tijdens de bereiding van ons avondmaal hield ik constant de telefoon tegen mijn linkeroor: zij belde me op! Glimlach 

Wel wachten er nu nog veel andere mails, maar sorry, vrienden, mijn antwoord komt pas morgen!

zaterdag 22 juni 2013

Wat een herfstweer!

Het lijkt wel herfst! Tijdens onze wandelingen (eerst in Riksingen en daarna in Neerrepen) waaiden we zowat omver! En het was op het randje van koud!

Het werden dus korte wandelingen, maar heel interessant. De laatste keer dat we in Riksingen waren, was in 2008 (ik vond het terug in mijn dagboek, en Roger, tegelijk met mij, in zijn goed geordende digitale foto’s).

Net zoals zoveel jaren geleden gingen we eerst het kerkhof op. Roger had daar destijds een foto gemaakt van de grafsteen van Irma Renwa (een nicht – cousine in het Frans - van mijn grootmoeder) die getrouwd was met Jean Swerts. Dat graf vonden we snel terug, maar deze keer stond ik versteld van het aantal graven met daarop de familienaam van mijn vader. Ik weet dat zijn vader (mijn grootvader dus) in Tongeren woonde voor zijn huwelijk met zijn vrouw Marie Renwa. Maar was hij misschien toch afkomstig van dat dorpje?

Ook de naam Renwa kwamen we geregeld tegen, en heel vaak de naam Swerts! Daarover heb ik even gemaild naar Emmy Swerts deze avond!

In Neerrepen maakte ik dan weer het tegenovergestelde mee op het kerkhof. Ik dacht zeker te weten dat ik daar het graf zou vinden van “jonkman Gustaaf Renwa”, de oudste broer van mijn grootmoeder, van wie ik noch de geboorte- noch de sterfdatum ken.

Helaas, ik vond zijn graf niet meer. Ik weet dat ik een heel slecht geheugen heb, maar nu was ik toch echt zeker dat ik dat graf daar ooit had gezien!

Thuis, na zijn werk in zijn atelier – en ik ben even gaan kijken: als al die door hemzelf bijgemaakte kasten eindelijk kunnen geplaatst worden in onze “bieb”, wordt mijn droom eindelijk waargemaakt! – heeft Roger het nagetrokken. Hij vindt geen enkele foto van het graf dat ik mij meen te herinneren in Neerrepen. Wel zag hij, terwijl hij foto’s van vroeger en van nu vergeleek, dat er, vlakbij het graf van mijn overgrootouders Renwa en van hun kinderen, “iets” veranderd is op het kerkhof. Graf van die verre verwant opgedoekt?

vrijdag 21 juni 2013

Huishouden en herinneringen

Het was echt nodig, dus begon ik vandaag na onze brunch de kamers op de etage te stofzuigen. Terwijl ik bezig was op de kamer van onze dochter, hoorde ik een stofzuiger op de kamer van Zeger! Roger bleek onze tweede stofzuiger naar boven te hebben gebracht om mij te helpen. Voor de kamer van Hendrik stonden we zowaar bijna te kibbelen over wie die uiteindelijk onder handen zou nemen! Glimlach 

Uiteindelijk verdeelden we daar het werk maar weer eens!

Ik vroeg me wel af, tijdens het schoonmaken, een bezigheid die me niet echt ligt, maar me altijd heel veel ruimte laat om na te denken,  waarom wij wat in het Frans “étage” heet een “verdieping” noemen? Dat woord wijst toch naar “beneden” terwijl een “étage”  naar boven wijst, of niet?

En deze avond, na nog een spannende aflevering van “Star Trek”, na het beantwoorden van enkele mails en een beetje surfen, kreeg ik een berichtje van mijn vriendin Denise, vanuit Ierland.

Ik denk dat mijn spontane antwoord niet echt gepast was: ik had het over mijn enige reis naar Ierland (met Dirk Lambrechts, Mieke, Paul, en Leo) in 1971. Een vrij avontuurlijke reis en tegelijkertijd een reis die ons de kans gaf echte Ieren te leren kennen (en ook, wat mij betreft, te leren wat een serieuze kater  betekent!) Glimlach 

Maar kun je tegenwoordig nog op die manier op reis gaan? Ik herinner mij dat wij destijds gewoon in het station van Leuven een kaartje kochten voor een bestemming naar “ergens”, en daarna van stad naar stad reisden tot we (per boot) ter bestemming geraakten! 

Ik reis al lang niet meer per trein, maar ik heb het gevoel dat je nu ook daarvoor je reis van het begin tot het einde moet plannen, of niet?

Dit is eigenlijk een vraagje aan jou, (tante) Françoise! Destijds kon ik zo maar vertrekken, eender waar naartoe, en dan in het volgende station beslissen waar ik verder een trein naartoe zou nemen.  Is dat nu nog mogelijk?

Euthanasie en dementia: een cultuurfilosofische analyse

Ik las vandaag een uittreksel uit die analyse, geschreven door Herman De Dijn, op de website “euthanasie stop”. De conclusie, die ik hieronder even kopieer, zegt ongeveer wat ik zelf over dat onderwerp denk:

Wat is een menselijke samenleving? Is het een samenleving waarin iedereen ongehinderd kan kiezen voor een 'waardige' dood wanneer levenskwaliteit onvoldoende wordt geacht? Of is het een samenleving waarin elke mens, ongeacht het feit of hij/zij nog ooit productief zal zijn, ongeacht of hij/zij een leven leidt getaxeerd als van voldoende kwaliteit, toch als een waarde op zich wordt beschouwd? Dit laatste is uiteraard perfect compatibel met afwezigheid van therapeutische hardnekkigheid in de zorg, met de efficiënte bestrijding van ondraaglijk lijden, met het bijstaan van de terminaal zieken tot op het einde – een einde dat komt zoals het leven begonnen is, ongewild, maar in aanvaarding.

Nederland en nu ook België werpen zich met hun euthanasiewetgeving op als gidslanden op het gebied van de menselijkheid. Opmerkelijk genoeg vinden ze tot nu toe internationaal weinig bijval, integendeel.(33) Ze zouden iets geloofwaardiger zijn, moest niet de euthanasie, maar de uitbouw van palliatieve zorg vooraan staan en excelleren. De kennis en de praktijk van palliatieve zorgen blijft ondermaats, bepaalde centra niet te na gesproken.(34) In combinatie met de euthanasiewet kan dit moeilijk anders worden omschreven dan als zelfbedrog bij de wetgever. Dit zelfbedrog is vooral te wijten aan de obsessie met ('zelfbepaalde') levenskwaliteit.”

Voor het volledige artikel, zie hier.

donderdag 20 juni 2013

Regen en zonneschijn

IJverige dag vandaag! Na onze uitgebreide boodschappen (de laatste winkel die we dan aandoen is steeds de leukste: de vele proevertjes – met onder andere een glaasje wijn - vervangen dan ons middagmaal) vond ik thuis twee te vertalen teksten.

Tijdens de boodschappen had het hevig geregend maar in het naar huis rijden scheen de zon. We vroegen ons dus af of we nog een wandeling zouden maken. Het binnengekomen werk maakte dat we besloten thuis te blijven.

Daarna een telefoontje met mijn moeder Nany die gisteren een uitstapje deed in het fregatschip Louise-Marie (de vrouw van een kleindochter van Nany’s beste vriendin is daarvan een bemanningslid en mijn moeder werd, samen met de echte familieleden, uitgenodigd op dat evenement). Nany was zo enthousiast over de vaart en de uitleg/rondleiding die ze kreeg dat ik haar spraakwaterval moest temperen: ik moest immers aan het werk!

Roger heeft ondertussen niet stilgezeten. Hij heeft verder gewerkt aan de boekenkasten en heeft het gras nog eens afgereden.

Ik heb mijn vertaalwerk onderbroken om nog eens linzensoep klaar te maken, en na het avondeten ben ik toch een uurtje in de relax gaan zitten met een blokje zwarte chocolade… en het boek “Schoon volk in de hemel?” van Thierry Deleu zaliger (ik moest er immers nog twee hoofdstukken uit lezen). Dat boek (dat ik in het begin wat rommelig geschreven vond) is héél interessant en héél spiritueel en geeft me  zin om alle boeken, die Thierry heeft geraadpleegd, zelf te lezen.  Ik heb het echter neergelegd na één hoofdstuk: ik had toen al stof genoeg om over na te denken! Glimlach

Wat ik trouwens niet meteen kon doen: ik moest immers nog even vertalen nadat ik enkele mails heel bondig had beantwoord.

Terwijl ik voortwerkte, draaide een wasmachine en ging Roger nog even naar zijn atelier: wat een energie spreiden we ten toon de laatste tijd, niet? Glimlach Ligt dat aan de warmte (want hier, achter mijn pc, is het echt heet!)? Glimlach

Iets voor 24 uur waren mijn vertalingen geleverd en keek ik nog naar een spannende aflevering van Star Trek. Roger – die er ondertussen twee van bekeken had - vertelde me over een literaire site die hij online had gevonden: de Papieren man. Website die nu blijkt opgedoekt, maar wel kon bestaan dankzij subsidies van het Vlaams Fonds voor de Letteren (op de website waarnaar hierboven een link voert, in de linker kolom naar beneden scrollen en dan lees je ergens: ‘Met de steun van het Vlaams Fonds voor de Letteren’)!

Uiteraard vond Roger daar niet wie hij zocht (de auteur van het boek dat ik onlangs met gemengde gevoelens las)!

Het is duidelijk: veel schrijvers die we kennen behoren niet (meestal, maar niet altijd, onterecht) tot de weinigen (ik ging bijna schrijven "’the happy few’! Glimlach)  die iets hebben aan al dat belastinggeld dat aan subsidies wordt besteed!

woensdag 19 juni 2013

Broeierige dag

Deze ochtend heel vroeg, lang voor ik normaal zou wakker worden, werd ik gewekt door donderslagen. Roger heeft daar niets van gemerkt maar ik geraakte niet meer in slaap. Ik ben een langslaper en voelde me dus heel moe toen we naar Lutti, de onthaalmoeder van Elena en Matthias, vertrokken. Onderweg was het heel druk zodat we maar net op tijd aankwamen. Elena en Matthias waren de enige kinderen die overbleven en ze speelden samen op de vloer; de deur naar het speelterras stond groot open en Lutti klaagde over de warmte.

Toen we “thuis” aankwamen, sloeg de warmte me tegemoet. Echt broeierig! Ik opende alle deuren naar het terras (dat naar het zuiden is gericht, maar de zon scheen gelukkig niet) zodat er een beetje luchtcirculatie ontstond. Matthias, die in de auto was in slaap gevallen, legden we in zijn wieg en Elena, die toch al goed gegeten had bij Lutti, vroeg een fruityoghurtje. Terwijl ze dat helemaal alleen opat, zette ik koffie en thee en daarna konden Roger en ik ons middagmaal gebruiken. Dat ik al gauw moest onderbreken: Elena wilde naar bed. Ik vertelde haar nog een verhaaltje en ze vertrok daarna meteen naar dromenland.

Terwijl de kindjes sliepen, ging ik wat lezen op het terras: daar was het enigszins te doen (Roger was ondertussen in Leuven een onlangs besteld boek gaan afhalen). Ik weet echter niet waar ik zou naartoe gemoeten hebben als de zon had geschenen!

Rond 15 uur (Roger was toen net terug) begon Matthias te wenen. Ik nam hem uit zijn wieg, trok hem zijn bovenkleding uit en bracht hem naar het terras waar hij zijn flesje kreeg. Hij bleek niet echt hongerig, maar dronk die fles toch met tussenpauzen leeg. Ik vroeg me toen af of het niet vooral vocht was dat hij nodig had.
En daarna was hij weer een voorbeeldige baby die veel heeft gelachen, gekraaid, afwisselend op onze arm, in de relax en in zijn box (uiteraard met de deur tussen de living en het terras groot open). Hij trekt zich nu vaak recht, grijpt heel doelgericht naar speeltjes en lijkt weer bewuster geworden.

Rond 16 uur kwam zijn moeder thuis (en zij klaagde ook al over de hitte), en iets later begon Matthias weer te wenen. Ik vermoedde dat hij dorst had, maar een flesje water weigerde hij. Het is pas nadat zijn mama hem toch nog een heel klein flesje melk te drinken had gegeven dat hij weer de goedlachse baby van gewoonlijk werd. Was het toch dorst die hem plaagde en had hij dat water van mij geweigerd omdat hij die smaak niet kent?

En dan werd Elena wakker: ze droop van het zweet. Ook zij dronk water en at wat fruit op het terras. Toen werden we echter naar binnen gejaagd: het begon te regenen (eigenlijk had ik in de regen willen blijven zitten: zo’n deugd deed dat – en zo fel herinnerde het me aan mijn kinderjaren in Matadi, toen de regen vaak zo welkom was na een broeierige dag).

Maar Roger en ik moesten naar huis waar werk wachtte. Hier was het opvallend koeler in huis! Glimlach

dinsdag 18 juni 2013

Dagdromen

Te warm voor mij vandaag (als de temperatuur stijgt tot boven de 30° kan ik daar nog moeilijk tegen). Roger heeft bijna de hele dag doorgebracht in zijn atelier (daar is het lekker “fris”) en ik heb niet aangedrongen op een wandeling. Dat werken van hem vergt immers voldoende beweging, en daar gaat het om. Niet om sporten of zo. Ikzelf kreeg daardoor uiteraard veel minder beweging. Schoonmaken, daar had ik geen zin in (hoewel het nodig is, maar telkens als Roger even binnenkwam, bracht hij schavelingen en houtsnippers met zich mee: dat poetsen zou nutteloos zijn geweest).

Omdat ik ook geen vertalingen binnenkreeg, heb ik dus gelezen en gesurft. In de relatieve koelte van de salon en ons bureau (relatief zijnde rond de 25°C).

Maar vooral heb ik zitten dagdromen (als volwassene krijg je daar steeds minder tijd voor, maar al als kind vond ik dat al een van de aangenaamste bezigheden). En mezelf vragen gesteld.

Als ik bijvoorbeeld een uitgeverij had (weinig waarschijnlijk denkbeeld, want ik ben helemaal geen zakenvrouw), welke boeken, die ik onlangs heb gelezen, zou ik zelf willen uitgeven? En als dan iemand (anders dan ik dus)  me eenzelfde manuscript als een van de mijne zou opsturen, wat zou ik daarmee doen?

Ik zou al een heel grote uitgeverij moeten hebben, want aangezien ikzelf bij het herlezen van een zelf uitgegeven boek er telkens nog onvolmaaktheden in vind, zou ik als uitgeefster uiteraard willen  zorgen dat zulke boeken (als ze me al de moeite waard lijken om uit te geven - moeilijk daarover te beslissen als je tijdens zulke dagdromen jouw eigen boeken als voorbeeld neemt), serieus werden nagelezen zodat er liefst geen enkele inhouds-, denk-, spel- of stilistische fouten meer zouden in overblijven, én dat de  syntaxis ook volledig correct zou zijn.

Maar hoe ze daarna aan de man brengen? Wel, daar zou ik iemand voor moeten hebben die veel commerciëler aangelegd is dan ik. Ja maar, vroeg ik me toen af, moeten boeken dan absoluut een commercieel product worden? 

Tja, het kan niet anders, besloot ik, want in het andere geval zou die grote uitgeverij die nu in mijn hoofd bestaat niet lang leven. Dus besloot ik dat ik dat zou overlaten aan een commercieel directeur. En ik droomde voort. Over andere boeken die ik onlangs gelezen heb. De meeste zouden de proef doorstaan (maar dus pas uitgegeven worden met de hulp van mijn correctoren, redacteurs en commerciële directeur).

Alleen met het laatste boek dat ik gelezen heb, had ik een beetje moeite in mijn “droom”. Toevallig kende ik (de uitgeefster in mijn droom dus) de auteur, en dus kon ik het verhaal volgen, vond het soms mooi verteld, soms vol syntaxis-fouten, vond bepaalde karakters veel te weinig uitgewerkt (tja, het manuscript was geschreven vanuit een Godsstandpunt, het gemakkelijkste standpunt als je gewoon iets wilt vertellen, maar het moeilijkste om er iets goeds van te maken op literair gebied): ik wist niet goed of ik de auteur (desnoods met de hulp van mijn denkbeeldige redacteur) moest aanraden één bepaald standpunt te handhaven in zijn verhaal – wat mij eigenlijk het beste leek – of , maar dan zou het boek wel heel dik worden en dus te veel werk vergen van mijn commercieel directeur, en heel duur worden, het verhaal uit te breiden zodat alle personages van wie uit het verhaal bekeken werd, een beetje serieuzer aan bod zouden komen. Maar hoe moest ik als uitgeefster, zulke dingen uitleggen aan iemand die ik goed ken, zonder hem te kwetsen?

En toen was het tijd om te koken en terwijl ik scholfilets bakte, herinnerde ik me ineens dat ooit een beginnend literair agentschap (dat is een groep commercieel ingestelde mensen die bepaalde auteurs tegen betaling promoten) mij had aangesproken. Of ik voor hen boeken wilde lezen, kort bespreken en mijn conclusies met hen delen. Ik zou in het begin alleen maar het boek dat ik gelezen had cadeau krijgen, later, als we echt zouden samenwerken, zou ik betaald worden.

Ik heb voor hen drie boeken gelezen, en daarna heb ik het opgegeven: alles wat ik niet goed vond, vonden zij juist commercieel heel goed! Bedroefde emoticon

Wat een geluk dat ik geen uitgeefster ben! Knipogende emoticon

maandag 17 juni 2013

Herinnering aan mijn “achterste ogen”

Ik ga het niet uitvoerig hebben over deze dag: afwisselend regen, hevig gedonder en zon. En tussen twee regenbuien heb ik eindelijk “onkruid” manueel verwijderd op het terras en het binnenplein (dat gaat veel gemakkelijker als de ondergrond nat is  maar toch heb ik er stijve armen aan overgehouden). Roger van zijn kant is heel actief geweest: hij heeft gesnoeid, dakgoten schoongemaakt en is nog lang bezig geweest in zijn atelier.

Maar ik wilde het dus hebben over een herinnering.

Binnenkort krijgen we Elena en Matthias eindelijk te logeren! Glimlach 

Ik zei tegen Roger dat ik dan op zijn hulp rekende, want ik durf die kindjes geen seconde alleen te laten… En toch zal ik die dagen ook moeten koken enzovoort. ‘Hoewel ik dat allemaal deed, zonder hulp, toen onze eigen kinderen klein waren,’ zei ik tegen Roger, ‘weet ik echt niet waarom ik dat nu niet durf.’

‘Zij zijn niet jouw eigen kinderen, daarom’, antwoordde hij. En ik: ‘Zeg, ik had het al even erg gevonden als door mijn onoplettendheid er iets was gebeurd met onze eigen kinderen destijds!’

En toen herinnerde ik het me. Tot vlak voor de plechtige communie van onze dochter was de open keuken, die deel uitmaakte van onze enorme living in Antwerpen, helemaal nog niet af. Roger had er heel eenvoudige voorlopige kasten, onder een voorlopig aanrecht, voor gebouwd. Op dat aanrecht, tegen de muur, stond een spiegel. Daarin kon ik de kindjes gadeslaan terwijl ze in rest van de living (achter mijn rug dus) aan het spelen waren (in de immense speelkamer achter de living liet ik ze niet toe als ik met zulke werkjes bezig was).

Het gebeurde heel vaak dat ik iets moest roepen als: ‘Hendrik, hou eens op! Meisje, laat Zeger eens met rust! Opgepast, meisje, doe dat niet! Nee, daar niet aankomen, Zeger’.

Op een zeker ogenblik vroeg kleuter Hendrik me hoe ik alles kon zien wat zij deden terwijl ik toch met mijn rug naar hen toegekeerd stond.

‘Je weet toch dat alle mama’s ogen aan de achterkant van hun hoofd hebben?’ antwoordde ik. 

Nee, dat wist hij niet en hij vond het eigenaardig dat hem dat nooit was opgevallen. Er volgde een beraadslaging onder de “kindjes” die me uiteindelijk vroegen of ze die achterste ogen van mij eens konden bekijken.

Oei! Glimlach 

Ik vertelde dat die onzichtbaar waren omdat mijn haar erover hing (toen had ik nog voldoende haar om zoiets te kunnen beweren) en dat die ogen trouwens aan rust toe waren, en dus volledig onzichtbaar, op de momenten dat ik ze niet nodig had.

Een hele poos hebben onze “kindjes” in die bijzondere ogen van mij geloofd…

Maar er kwam een dag – ik weet niet meer hoe lang daarna – dat iemand van de drie – ik weet ook niet meer wie - ineens doorhad dat ik alles observeerde via die spiegel! Glimlach

zondag 16 juni 2013

Gelezen…

in een lezersbrief in ik weet niet meer welke krant online deze avond: “Verdomme , ze heeft het niet gehaald. Laat ons allemaal rustiger. Rijden zodat we voor ieder kind dat een onverwachte move maakt toch nog kunnen stoppen.”

Oké, ik begrijp dat iemand reageert op het overlijden van een meisje in het verkeer (want daar ging het over, en ik vind dat ook afschuwelijk). Maar hoe komt het dat iemand die niet weet waar hij een punt of een komma moet plaatsen, wel een Engels woord gebruikt? 

Zolang je je eigen taal niet fatsoenlijk gebruikt (en schrijft) kun je volgens mij ook niet een andere taal aan. Ik weet het, tegenwoordig wordt beweerd van wel. Ikzelf heb echter heel vaak het tegenovergestelde meegemaakt: je moet volgens mij eerst fatsoenlijk leren denken en schrijven in je eigen taal. Daarna kun je hetzelfde niveau proberen te bereiken in een andere taal. En daarover kan ik zelfs persoonlijk meespreken: het was niet bepaald gemakkelijk!

Dus, Vlamingen, ban s.v.p.  (ik weet het: dat zeggen Nederlanders voor “alsjeblieft”, en het komt van “s’il vous plaît” – weten zij dat nog? Aan de spellingcorrectie te zien, die ik op deze post heb afgevuurd, helemaal niet! Glimlach ) ban dus s.v.p. Engelse woorden (maar ook Franse enz.) uit jullie woordenschat zolang jullie je eigen taal niet correct kunnen hanteren!

Franstaligen gaan immers pas respect krijgen voor jullie als jullie het correcte Nederlands spreken dat zij leren (afijn, dat sommigen, weinigen zelfs, onder hen leren). Bedroefde emoticon

Montenaken

Roger wilde vandaag nog eens naar Montenaken. Het werd een aangename rit langs meestal veldwegen (overal bloeiende wilde rozenstruiken, vlierstruiken en klaprozen langs de weg) en daarna een wandeling van een goed uur in dat mooie dorp. Roger heeft heel veel foto’s gemaakt: van de kerk, van bijzondere huizen en boerderijen en van de Stepskapel. Hieronder een heel beperkte keuze:

P6164428

P6164435

P6164438

P6164439

P6164440

P6164442

P6164443

P6164444

P6164459

 

P6164454

P6164455

P6164456

P6164458 Foto’s Roger

We hadden geluk: het was aangenaam warm, en pas toen we weer de auto hadden bereikt vielen de eerste regendruppels.

Terwijl Roger daarna verder werkte in zijn atelier moest ikzelf weinig doen voor ons avondeten; maar over de smaak van onze couscous waren onze meningen verdeeld. Ikzelf vond het gerecht nog lekkerder dan gisteren. Roger proefde niet veel verschil, en herhaalde dat het gerecht opgewarmd was geweest, wat altijd in het voordeel is van een stoofschotel. Ik zal eens een andere test moeten bedenken! Glimlach

Vlak voor het eten nog een telefoontje gepleegd met mijn moeder Nany. Ze had het over huishoudelijke taken en ik voelde wel, tussen de regels door, dat ze mij eigenlijk verweet me daar niet zo goed van te kwijten. Ze heeft gelijk: ik heb immers een hekel aan dat soort werk, maar moest ze daar over beginnen op een zondag? Zondag is immers rustdag, of niet? Glimlach