donderdag 29 juli 2010

Oost west, thuis best? Gemengde gevoelens!

Gisteren waren we rond 19 uur thuis. Zodra we de Belgische grens overstaken, daalde de temperatuur enkele graden, en even later begon het te regenen.

Toen de auto was uitgeladen en we hadden gegeten (een brik soep en een blik linzen met ‘petit salé’ dat we nog in  Frankrijk hadden gekocht) had ik zin om meteen weer te vertrekken. Al die rommel (we nemen wel alleen het allernoodzakelijkste mee op onze kampeerreis, maar het blijft toch een mini-huishouden), al die was, al die post die op ons wachtte, de vroegere kruidentuin en de trottoir die overwoekerd waren door het onkruid, en overal al dat stof en die spinnenwebben!

Langs de andere kant, ik vond het reuzefijn om eindelijk nog eens naar de ‘kinderen’ en Nany te bellen en hun stem te horen, om onze overbuurvrouw weer te zien en van haar de nieuwsje uit het dorp te vernemen. Niet allemaal even opbeurend: een overlijden onlangs, van een leeftijdgenoot van mij. Ik wist niet dat hij ziek was, maar ja, vermits hij zogezegd de ‘ziekte’ had overwonnen toen wij hem leerden kennen, werd daar niet meer over gesproken. En, volgens overbuurvrouw, zou hij pas heel recent hervallen zijn.

Na ettelijke keren de wasmachine te hebben laten draaien, na zoveel mogelijk zelf te hebben weggeborgen, nadat Roger het onkruid van de trottoir had gewied, mailde ik een ‘goede nachtje’ naar de kinderen. Ik schreef onder andere dat ik even zin had gehad om meteen weer op reis te vertrekken. En deze ochtend vond ik een antwoord van Zeger: waarom we dat dan niet deden. Ja, waarom niet eigenlijk? Met een beetje organisatie zou ik mijn vertalingen vanuit het buitenland kunnen verzorgen. Voor het administratieve werk zou dat iets moeilijker zijn. Maar als we af en toe terugkeren naar dit huis in Haspengouw, zou ik dat werk op die momenten kunnen afhandelen.

Maar… Wanneer zouden we dan de ‘kinderen’ nog zien?

We zullen dus maar weer een jaartje thuis blijven! Onze pruimen zijn rijp en zijn lekker (Roger heeft er al geplukt). Morgen worden we verwacht bij een vriendin van mij en overmorgen komen normaal gezien al de ‘kinderen’ af. En ik moet nog enkele afspraken regelen met vrienden.

Toen we in Aubigny betaalden voor onze vier nachten, reageerde de receptioniste Elisabeth (een goedlachse Engelse, die haar Franse vriend naar Frankrijk heeft gevolgd en met wie we geregeld een babbeltje deden) met: ‘Nu al?’. En toen ik zei dat thuis werk op mij wachtte, antwoordde ze: ‘Tja, een mens mag zich eigenlijk niet hechten aan reizigers’.  Toen kreeg ik veel zin om, eens thuis gekomen, haar een mailtje te sturen.

Misschien beter dus toch maar één maand per jaar rondtrekken? Want wat zou mijn leven worden als ik het hele jaar zou rondtrekken en overal vrienden maken??? Wanneer zou ik nog tijd vinden om te lezen, te mediteren, te schrijven?

dinsdag 27 juli 2010

Laatste dag in Aubigny

Heel mooi weer vandaag: zonnig en rond de 26°C.
Voor we naar Aubigny wandelden, kwam er al een nieuwe kampeerder aan. Nadat hij een plek had uitgekozen, haalde hij uit zijn tot mobilhome omgevormde bestelwagen een pot met bloemen (ik denk jasmijn) die hij met veel zorg naast zijn auto plaatste. Toen we later uit Aubigny terugkwamen, zagen we dat de bloemen weer in zijn wagen stonden, en later op de avond heeft de man ze er weer uitgehaald. Roger zei tegen mij: '’Tja, sommigen nemen hun hond mee op reis, anderen hun plant!'.

P7275658

(Foto Roger)

We gingen dus een laatste keer rondwandelen in het stadje, flaneerden een poosje in dat park aan

P7275664

 

P7275665

(Foto’s Roger)

het kasteel, dronken een biertje, liepen nog een ander park in achter de parking van de Aldi. Daar kuierden we een poosje langs de Nère (op die plek iets breder), liepen een heuveltje op en kwamen terecht op een vroegere spoorweg.
Vlak bij dat park hadden we gisteren een restaurant gezien waar ze niertjes in Madeirasaus aanboden. We overwogen daar deze avond te gaan eten. Helaas, het restaurant bleek gesloten. Geen niertjes voor Roger dit jaar!

Na nog een wit wijntje op een terras gingen we naar de garage. De auto was klaar. En had ik het niet voorspeld? Roger stelde meteen voor naar dorpjes in de buurt te rijden!:-)

Dat werd eerst Oizon, waar de Chateau de la Verrerie zich bevindt. Het kasteel hadden we al gezien in het begin van deze reis, het dorp niet. Maar dat stelde niet veel voor. We reden voort naar Concresault. Ook niet bijzonder, op de aparte kerk na.

P7275673

(Foto Roger)

Na snelle boodschappen reden we terug naar de camping waar we brood bestelden voor morgen, onze vier nachten betaalden en nog een poosje praatten met de receptioniste.
Normaal gezien zijn we morgen avond thuis. Ik durf niet te denken aan al het werk dat op ons wacht! Buiten het uitladen en wegbergen van onze bagage, het wassen, strijken, boodschappen doen en koken, wacht er nog vertaalwerk, correctiewerk en administratief werk!

maandag 26 juli 2010

Misverstand

Het was deze ochtend fris en de lucht was grijs. Toen Roger het bestelde brood op de receptie ging halen, vroeg hij meteen of er in Aubigny een betrouwbare garagist is.
Sinds enkele dagen krijgen we immers een raar geluid te horen telkens als we de auto starten. En niet altijd start hij van de eerste keer.

We vermoedden dus dat er iets scheelt aan de starter (tja, onze auto wordt oud).
Ik was er niet bij, maar het gesprek tussen de uitbater en Roger ging ongeveer als volgt.

'Ja,' antwoordde de uitbater, 'ik ken er een hele goede, maar die is vandaag pas om 14 uur open. Wacht, ik zal hem toch even bellen.'

Na het telefoontje (waarbij de uitbater naar het schijnt nogal wat overdreef, zeggende dat we soms tot 20 maal moesten proberen voor we gestart geraakten), zei hij tegen Roger: 'Als u wilt, komt de garagist nu meteen uw wagen takelen.'

'Daar hebben we een verzekering voor, ' antwoordde Roger. 'We zullen om 14 uur naar die garage rijden, en moest het starten niet lukken, dan bel ik onze verzekering.'

En de uitbater in de telefoon: 'Het zal niet nodig zijn om af te komen. Ze hebben een verzekering.'

We ontbeten rustig, bleven nog wat praten, en rond 12:30 uur vertrokken we met de auto naar het centrum. We parkeerden de auto aan de garage en gingen wat wandelen in de stad, wat rusten in het park aan het Stuart-kasteel (waar ik wat brood at: ik kan geen uren zonder eten zoals Roger).
En tegen 14 uur waren we terug aan de garage.
De garagist had onze auto al opgemerkt en keek heel nors: 'Nu heb ik echt geen tijd. Ik stelde deze ochtend voor om te komen kijken naar de auto, maar nee, het hoefde niet: jullie hebben een verzekering. Toen was het mijn vrije voormiddag, dus ik had er de tijd voor. Maar nu, nee; kijk eens hoeveel auto's hier op een herstelling wachten!'

Ik had meteen door dat er een misverstand in het spel was; legde uit dat Roger had begrepen dat hij onze auto wilde komen takelen (erbij zeggend dat we Vlamingen zijn, want Fransen hebben nogal eens de neiging te denken dat alle Belgen Franstalig zijn).
Opeens zag je het gezicht van de garagist vriendelijker worden. Je zag het echt 'se dérider' zoals men in het Frans zegt (hoe zeg je dat in het Nederlands?).

Als we de auto daar konden achterlaten, zou hij er na zijn dagtaak naar kijken en hem zeker tegen morgen avond kunnen herstellen.

De man keek toch even naar de motor en ja hoor, het is de starter. 'C'est une pièce d'usure et tôt ou tard, cela devait arriver’, legde hij ons uit.

We namen het voorstel aan en liepen te voet terug naar het centrum. Stiekem had ik binnenpretjes. Ik weet immers zeker dat als we de auto tot onze beschikking hadden gehad, we enkele dorpjes in de buurt zouden bezocht hebben, en misschien zelfs morgen al naar huis zouden gereden zijn.
Nu waren we verplicht nog in Aubigny te blijven. Ik vind deze stad zoveel charme hebben dat ik die extra twee dagen ter plaatse helemaal niet erg vind.
We wandelden nog een beetje rond, dronken een biertje op een terras (ondertussen was de lucht opgeklaard en het was vrij warm), en deden onze boodschappen (we kochten zo weinig mogelijk, want we moesten immers te voet terug naar de camping).

In de winkel zag ik een soort tomaten die ik niet kende.
P7265642

(Foto Roger)

We kwamen iets eten op de camping (rond 16:30), lazen de krant die we pas gekocht hadden (ik vind het ongelooflijk hoe weinig interessants er stond in die Figaro die we toch 1,30 euro betaalden). Ondertussen was de lucht weer betrokken geraakt en ineens begon het te regenen. Gelukkig hebben we onze leeftent voor zulke gevallen.


P7265644

(Foto Roger)

De regen duurde maar kort, wij gingen brood bestellen voor morgen, maakten onze 'poêllée paysanne' klaar, aten, gingen afwassen en maakten daarna nog een wandelingetje in dat hele grote park met zijn vijvers en watervogels.

Het is daar zo rustig, zo sereen: ik begrijp echt niet dat er niet meer mensen in rondlopen.

IMG_0936

(Foto Roger)

zondag 25 juli 2010

Zondagsrust in Aubigny

Luie zondag vandaag. Eerst rustig en lang ontbeten, dan wat zitten babbelen en lezen terwijl we geregeld kerkklokken hoorden luiden in Aubigny.

IMG_0933

(eigen foto)

Daarna zijn we weer naar het vijverpark getrokken, richting stad, even de Nère gevolgd (wat leek die rivier me smal) om zo het centrum van Aubigny te bereiken. Ongeveer drie kwartier hebben we erover gewandeld.
In de stad was alles opvallend rustig. We hebben er een tweetal uurtjes gekuierd, de mooie vakwerkhuizen weer eens bewonderd, en uiteindelijk zijn we rond 16 uur iets gaan drinken in het enige café dat open was. Tegen die tijd begon er een beetje meer volk op straat te komen, en ook het caféterras begon wat voller te lopen.

We zijn weer naar de camping gelopen en nadat we een instantsoepje hadden gedronken, weer even gaan wandelen in dat park. Je ziet er praktisch niemand, alleen enkele vissers en heel af en toe een wandelaar. Eigenaardig, want het is een mooi gebied, nogal uitgestrekt, met veel eenden en andere watervogels in en rond de vijvers, prachtige bomen (platanen, lindebomen, wilgen, kastanjebomen, enzovoort) en terwijl het vrij verzorgd is, geeft het nog een zeer natuurlijke indruk. Er is wel niet overal evenveel schaduw, maar vandaag was dat niet erg: het is heel de dag bewolkt geweest, en naar mijn gevoel klom de temperatuur niet boven de 23°C.

Na het avondeten (weer bij de tent) zijn we in onze leeftent gekropen, want het werd vrij koel.

P7245635 P7245637

(Foto’s Roger)

En terwijl ik dit schrijf, horen we jachthoorns (ik denk komende van het vijverpark). Roger is even een kijkje gaan nemen buiten de tent, maar het is pikdonker op de camping en hij kon dus niet zien wat er aan de gang is...

De muziek heeft echter niet lang aangehouden. En toen alles weer stil was, hoorden we een krekel zingen achter de tent.

Deze camping is toch wel echt de beste die we dit jaar hebben gehad. Het sanitair is ongelooflijk netjes, de percelen heel ruim, er is meer dan voldoende schaduw, het is rustig, niet te ver van de stad, en de uitbaters zijn supervriendelijk en hulpvaardig.

zaterdag 24 juli 2010

Over Souillac en het toeval

Zou het toch geen toeval zijn geweest toen Roger absoluut in Souillac wilde kamperen in plaats van in Salignac?
We wilden immers in de buurt, en wij dachten dat het in Collonge la Rouge was, een bepaalde winkel terugvinden om er onder andere iets te kopen voor onze lieve overbuurvrouw en haar dochter die op ons huis waken. En naar Collonge zou vanuit Salignac een even mooie uitstap zijn geweest als vanuit Souillac, dus daarvoor speelde de kampeerplaats niet echt een rol. Maar... Terwijl we al die uren in Souillac rondwandelden, merkten we op een zeker ogenblik dat we die winkel niet in Collonge hadden gezien, maar wel in Souillac zelf!!!

Als we in Salignac hadden gelogeerd, zouden we wel even naar Collonge zijn gereden, daar onze auto weer op de parking hebben achtergelaten, tevergeefs naar de rode stad zijn geklommen, door de straten hebben gelopen, hebben gedacht dat de winkel die we zochten zich misschien in Sarlat bevond, dat te ver hebben gevonden, en het hebben opgegeven omdat we zeker niet aan Souillac zouden gedacht hebben.

Heeft de 'voorzienigheid' gezorgd dat Roger terug naar Souillac reed die avond?

(zie http://jessymaesen.blogspot.com/2010/07/van-huesca-naar-souillac.html )

Terug naar Aubigny sur Nère

We zitten weer in Aubigny sur Nère. Deze ochtend verlieten we de camping van Souillac met 18°C en onder een bewolkte lucht. Deze dagen is in de stad een jazzfestival aan de gang (in de straten en op de pleintjes traden muzikanten op) en op de camping kregen we vlak voor ons vertrek ook met een bandje te maken.

Onze Franse buren (er zaten trouwens overwegend Fransen op de camping) verwelkomden vrienden die daar ook hun vakantie kwamen doorbrengen. Die mensen waren rond 4 uur 's ochtends vertrokken, hoorde ik, waren rond 6 uur rond Parijs aan het rijden, hadden tot en met files meegemaakt.

Op de radio hoorden we dat er overal opstoppingen waren in Frankrijk, door vakantiegangers die naar hun vakantiebestemming reden, maar ook in tegenovergestelde richting door mensen die weer huiswaarts trokken. Daar zouden wij weinig last van hebben, dachten we, vermits we zeker de tolwegen zouden vermijden.

Helaas, zoals zo vaak gebeurt de laatste tijd, ging de gewone weg naar Brive la Gaillarde, Limoges enzovoort, ineens over in een autosnelweg. Weliswaar niet betalend (normaal vermits de gewone weg was afgeschaft) maar het was er wel druk. Meer dan twintig minuten deden we over 10 kilometer. Gelukkig bleven de files daarna uit.

Na Limoges picknickten we op de aire de Coulerouze. Druk, druk, druk!

Iets later reden we de 'Pays d'Oïl' binnen. We zaten dus weer in het Noorden. Chateauroux, de Champagne Bérichonne, Vierzon, alles kwam heel bekend over.

We reden weer door Neuvy sur Barangeon, dat we zo mooi vonden in het gaan. Nu vonden we dat stadje maar heel gewoon!:-)

Maar... Toen we Aubigny binnenreden, had ik weer dat gevoel van 'hoe mooi toch!'

Op de camping herkenden de uitbaters ons en vertelden dat het weer de laatste tijd maar wisselvallig was geweest. Vandaag hebben we trouwens ook de hele dag wolken gehad en is de temperatuur niet hoger geklommen dan 24°C.

Weer zijn er niet veel kampeerders (de uitbaters klaagden er trouwens een beetje over). Voor ons echter is dat heel aangenaam: we mochten ons installeren waar we wilden en hebben weer een heel ruime plek, niet te ver van het sanitaire gebouw.

P7255640

(foto Roger)
Nadat we onze tenten hadden opgesteld (leeftent, slaaptent en shelter) en iets hadden gegeten, zijn we nog even gaan wandelen langs de vijvers naast de camping.

Borrèze en Salignac

23 juli 2010

Het heeft weer geregend deze nacht, en toen ik deze ochtend opstond, regende het weer. Onze buurman vertelde ons dat het weer hier zeer wisselvallig is. En inderdaad, even later scheen de zon. Toch bleef het de hele dag een beetje bewolkt en het is niet warmer geworden dan 25°C.
Na ons ontbijt gingen we naar Souillac waar we bijna vier uur hebben rondgelopen. Eerst op de markt en daarna in de straten en straatjes.

Roger vergeleek de restaurantprijzen met wat hij gisteren had betaald voor zijn 'assiette'. Blijkbaar vond hij het echt niet lekker en zeker zijn prijs niet waard, wat hij toen gekregen heeft. Aan het raam van een restaurant hing een bericht: 'vermits de btw verlaagd is, verlagen ook onze prijzen'. Waarom doen de restaurateurs bij ons dat niet? Zij doen net het tegenovergestelde (zie http://jessymaesen.blogspot.com/2010/06/voorbereiding-matadi-reunie.html ).

Na nog een pilsje in een bar gingen we boodschappen doen en brachten alles naar de camping. Ik denk dat we nu het stadje uit ons hoofd kennen!

Toen wilde ik wel eens terug naar Salignac rijden, waar we normaal vorige nacht zouden gekampeerd hebben.

Op de weg er naartoe viel ons het dorpje Borrèze op. We hielden er even halt en wandelden er een goed half uurtje rond. Het is een vrij klein dorp met opvallende mooie huizen in natuursteen en (op dat uur meestal gesloten) bruine luiken.
P7235590

(Foto Roger)

Daarna reden we verder naar Salignac. Uiteraard wilde Roger eerst naar het kasteel klimmen.


P7235631

(Foto Roger)

Het dateert van de 14de eeuw, is nu privé-bezit en je mag het dus niet bezoeken. Daar in de buurt kwamen we een Vlaams koppel tegen. Ze vroegen mij de weg in het Frans en toen ik in het Nederlands antwoordde, vertelden ze ons hoe mooi ze de Perigord wel vonden, dat ze op weg waren naar Andorra en dat ze in Lokeren woonden. Ze bleken de familie te kennen van een van onze vrienden die van daar afkomstig is. Kleine wereld!

Van daarboven gingen we naar de stad zelf. Het was er markt en er heerste een gezellige drukte. De meeste huizen zijn gebouwd in dezelfde natuursteen als die van Borrèze, en toch vond ik die van dat dorpje mooier.
Maar de markt was leuk! Hadden we al niet etenswaren gekocht voor deze avond (waaronder diepvrieswaren, die we dus niet tot morgen kunnen bewaren), we waren er blijven eten. Er werd immers een heel speciale formule aangeboden. Op het marktplein, waar een (volgens mij getalenteerde) jonge zanger populaire deuntjes zong (Brassens, Dutronc, Moustaki, enzovoort), stonden lange tafels en zitbanken.

Je kon op de markt etenswaren kopen (groenten, fruit, brood, wijn, safraan en safraanbollen – dat leek me wel interessant, je eigen safraan telen, maar ik ken onszelf te goed: wij onderhouden onze tuin te weinig), maar vooral rillettes, foie gras, gevulde ganzennekken, ganzen- en eendenvlees. Voor 1,50 euro kreeg je een 'couvert' en een beker, en mocht je de nodige waren laten braden. En dat kon je dan eten aan die tafels. Het concept bleek, tegen dat wij naar de camping terugreden, veel succes te hebben.

P7235609

(Foto Roger)

Maar uiteraard dronken we nog een wijntje (1,20 euro per stuk terwijl we in Sarlat 2, 20 euro betaalden voor dezelfde hoeveelheid en kwaliteit) voor we terugkeerden. Om 20:30 uur waren we op de camping waar we ons eten hebben opgewarmd. Misschien is het goed dat we niet in Salignac konden blijven eten, want ik zou gegarandeerd foie gras en nog andere vettige spullen hebben gekozen!

O ja, en we hebben gezien dat de camping die Roger gisteren te afgelegen vond op 1,5 kilometer van het centrum van Salignac ligt!

Morgen denken we terug naar Aubigny te gaan. Daar zal ik dan eindelijk deze twee laatste verslagen kunnen posten (geen Wifi hier).

Van Huesca naar Souillac

22 juli 2010

Deze ochtend regende het toen we opstonden. We pakten dus in zonder te ontbijten (ik at wel snel een yoghurt). Onze Spaans-Nederlandse buur kwam voorbijgelopen en zei: 'Dit is niet leuk, die regen! Maar ik ga toch maar even een koffie drinken in de bar.' Wij antwoordden dat we dat ook zouden doen als alles ingepakt was.

Kort daarop sprak onze andere Nederlandse buur me aan (in het Frans, waarop ik zei dat hij Nederlands mocht spreken): 'Jullie zijn net op tijd ingepakt'. Het begon inderdaad nog heviger te regenen. Hij vertelde dat hij en zijn vrouw naar Cuenca gingen. Ze hadden de stad nog nooit gezien en ik kon ze verzekeren dat ze blij verrast zouden zijn.

We waren snel klaar met inladen, maar de bar was nog gesloten. En onze Spaans-Nederlandse buur bleek nergens te bespeuren toen we hem vaarwel wilden zeggen.

We vertrokken om 5 voor 10, met bestemming Salignac in Frankrijk. Het was amper 16°C, echt niet te warm dus!:-)

Volgens Eva zou de reis ongeveer 6 uur duren, dus dat zat goed.

Ze voerde ons eerst richting Jaca (en eigenaardig genoeg niet langs Barbastro, terwijl we in het komen langs daar waren gereden). Om 10: 35 missen we een afslag (Eva vertelde nogal laat dat we van de weg af moesten, en ik was aan het dromen): we reden richting Zaragoza, dus weer naar het Zuiden. Dat heeft ons een omweg van ongeveer 7 kilometer gekost.

Toen we weer naar het Noorden reden, door de Hoya de Huesca waar we ergens in een weide weer een tiental ooievaars zagen pikken in het gras, werd de lucht weer heel bewolkt. Boven grillige rotsformaties aan het begin van de Pyreneeën die voor ons opdoemden, vlogen weer enkele roofvogels. De wolken hingen heel laag, en weldra kwamen we in een dikke mist terecht. We reden door een paar tunnels en daarna werd het landschap groener: rechts van ons een blijkbaar vruchtbare vallei met een paar dorpjes. Een mooie postkaart zou het opgeleverd hebben, zeker met die sliert witte wolken die een horizontale streep trok door al dat groen.

Daarna weer afwisselend vlaktes en bijna zwarte rotsen die boven de lichtgrijze wolken uitstaken. Maar... Ineens wordt er aangekondigd dat de tunnel van Somport tot 14 uur afgesloten is in verband met de Tour de France. Ik geraak een beetje in paniek, maar gelukkig voert Eva ons naar Biescas en niet tot in Jaca en daarna door die nu afgesloten tunnel. We klimmen de bergen in en zien veel witte strepen op de rotsen. Later merken we dat het evenveel riviertjes zijn die de bergen afkabbelen. Aan een 'embalse' omringd door donkergroene bergen hebben we even gepicknickt.

P7225581

(Foto Roger)

Vlak voor Formigel (bijna aan de grens) zijn het bergweiden, met hier en daar een kudde runderen. In alle plooien van het landschap zien we smalle witte waterlopen. De weiden worden omzoomd door bijna verticale rotsen die soms heel grillige vormen aannemen.

Dan komen we in Frankrijk aan en het begint te stortregenen. We worden nog gehinderd door enkele schapen die voor de auto uitlopen. Ze inhalen is te gevaarlijk op die smalle bergweg, en dus verliezen we weer nogal veel tijd. Eigenaardig toch dat die enkele schapen niet bij de kudde zijn gebleven!

En het blijft regenen. Nadat we een poosje weer een dal zijn ingedaald, klimmen we weer en komen terecht tussen twee bijna verticale rotswanden met allemaal kleine watervallen. Links van de weg loopt in de diepte de Gave d'Osseau. In feite zitten we dus in een van de talrijke 'gorges', alleen is deze niet zo lang en ook niet toeristisch uitgebaat. Wel heel indrukwekkend.

En dan... Iets verder dan Laruns, is de 'route barrée'. Omwille van de Tour de France! Rechtsomkeer maken heeft geen zin: de enige zijwegen liggen na de versperring. Er zit niets anders op dan te wachten tot de renners voorbij zijn. Er staan veel auto's voor ons, en na een poosje ook achter ons. Gelukkig is het niet warm: hoogstens 11°C!!!

De meeste mensen stapten uit en gingen kijken naar de wielrenners. Ons interesseert dat niet echt. En dus bleven we in de buurt van de auto (nadat we ook waren uitgestapt en wat hadden rondgelopen). Meer dan een uur moesten we wachten!

En daarna volgde de ene opstopping na de andere. Van alle kanten vertrokken immers tientallen wagens tegelijkertijd na dat oponthoud. En daarna nog geregeld files. Soms deden we maar een paar kilometers op een kwartier tijd. Het was gelukkig nog steeds niet warm: hoogstens 16°C.
Om 16:07 reden we eindelijk de autosnelweg (een tolweg) op. Die hebben we zo lang mogelijk gevolgd (en het heeft ons meer dan 21 euro aan 'péage' gekost), want we hadden al te veel tijd verloren. Roger was aan het kafferen op de 'Tour', en ik had veel zin om hetzelfde te doen!

Het werd daarbij, vooral voor, rond en na Toulouse, nog vreselijk druk op de snelweg (piekuur, maar ook, hoorde ik op de radio: een nieuwe lichting vakantiegangers).
Ik ben even in een halve slaap gevallen. Niet lang, want ik besefte ineens dat Roger waarschijnlijk even vermoeid was als ik (wat zeg ik? Meer, vermits hij altijd moet rijden) en dat hij zich niet kon veroorloven in slaap te vallen.

Toen we een afslag zagen naar Caussade, vroegen we ons even af of we niet daar zouden kamperen. Maar dan moesten we morgen voortrijden, want we wilden het departement Dordogne bereiken. Even later reden we over de Dordogne-rivier. En we namen dan de afslag naar Souillac, om van daar verder te rijden naar Salignac via kleine dorpjes, bossen en heuvels.
De camping van Salignac (een flower-camping, mét Wifi), waar we iets voor 20 uur aankwamen, bleek een paar kilometer verder te liggen. En dat vond Roger te ver! Dus wilde hij weer naar Souillac rijden. Slecht gezind dat ik was! Ik was immers bijna duizelig van de honger, ondanks alle abrikozen die ik onderweg had opgegeten.

'Wil je dan hier, ver van alles af, kamperen?' vroeg Roger me. Ik vond het niet ver van alles af, maar ik zag wel dat hij helemaal geen zin had in die camping. En ondanks het feit dat ik, voor zover ik het kon zien vanuit de auto, de camping heel geschikt vond, heb ik, na een homp brood en een stukje chocola uit de koffer van de auto te hebben gehaald, gezegd: 'Rijd maar naar Souillac, en desnoods ineens naar België!'

Eigenlijk kwam ik hier heel slecht gezind aan om 20:30 uur. Dit is – ondanks zijn kwaliteiten die ik opnoemde aan het begin van de reis – toch de slechtste camping die we dit jaar hebben gehad, en nu zitten we hier weer. Ik heb gelukkig nogal snel een van de twee Engelse toiletten kunnen bemachtigen!

Om 21:24 waren we volledig geïnstalleerd, hadden we ons wat opgefrist enzovoort en ik wilde wat blikjes uit de auto halen voor een laat avondeten. Toen stelde Roger voor om nog even naar de stad te rijden en daar iets te gebruiken. Dat zou dan heel snel moeten, want vanaf 22:30 mogen de auto's de camping niet meer binnenrijden...

Toch reden we weg. Maar vlak na de camping zagen we het zwembad waar we wisten dat je ook pizza's kon eten. We gingen even een kijkje nemen, en bleek dat ze er ook andere zaken aanboden.
Voor mij werd dat kip met sla en frietjes (die er te veel aan waren) voor 7 euro. Weer zoveel op mijn bord dat ik zelfs al mijn vlees niet op kreeg. Maar het was lekker. Roger nam een 'assiette du Quercy' voor 13 euro: meloen, sla, magret de canard, foie gras, en Rocamadourkaas op een toastje. Hij vond zijn eten niet lekker. Daarbij namen we een 'pichet de rouge' die echt zuur was en die we maar half opgedronken hebben (en toen ik mijn tweede half glas leeg had gedronken, bleek er een vlieg op de bodem ervan te liggen!).
Roger vond dat vreselijk vies, maar ik bedacht dat ik zo vaak vliegjes uit mijn glas moet halen op de campings!:-)

We aten op een overdekt terras. Wat ik niet had gezien: je mocht er niet roken (Roger wees er mij op terwijl we aan tafel zaten). Vlak bij ons was een Frans gezelschap druk aan het eten, praten en lachen. Na de maaltijd vroegen ze aan de dienster of ze mochten roken, en toen die dat toeliet, stak iedereen aan tafel een sigaret aan, en vlak daarna een tweede.
Ik overwoog even of ik dezelfde toelating zou vragen, maar vond dit te gek: ikzelf had het rookverbod niet gezien, en ik zag mensen roken. Was het dan niet logisch als ik ook zonder argwaan een sigaret zou rollen?
Dat heb ik dan ook gedaan. Ze hebben het wel opgemerkt aan de drukke tafel, maar ik hoorde ze zeggen dat ik een normale reactie had. En benadrukken dat de toelating werd gegeven nadat zij het zo beleefd hadden gevraagd.

Stipt om 22:30 reden we de camping weer binnen.

woensdag 21 juli 2010

Camping San Jorge in Huesca

Ik denk dat ik bijna elke keer dat we op deze camping zaten, er commentaar op had: klinkers die scheef lagen in het sanitaire gedeelte, douches met alleen een gordijn ervoor, te koud water om af te wassen (en daarin heb ik me vergist: de eerste keer dat Roger hier afwaste, had hij al de speciale kraan met heet water gevonden).

Nu, de vooravond van ons vertrek naar Frankrijk, wil ik toch wel even vertellen wat maakt dat we dan toch telkens naar deze camping terugkomen.

De percelen zijn vrij ruim: rond de 100 m², en vermits er tijdens de dag niet veel volk is (volgens Nederlandse sites die campings beoordelen, is deze enkel een doorgangscamping) kun je echt, als jouw perceel niet voldoende  schaduw zou verschaffen, wat meestal niet het geval is, je stoel even over de perceelgrens zetten.
En we zitten hier vlak bij de stad, waar we te voet naartoe gaan. Boodschappen doen we ook met de benenwagen.

En, ja, er hangen alleen gordijnen voor de douches. Maar wie trekt er nu een douchegordijn open dat gesloten is? Dat alles er heel netjes is, heeft veel meer belang dan dat alles een beetje ouderwets is.

Er is een bar en restaurant (qua eten weliswaar heel gewoontjes: vooral ‘platos combinados’, maar verhongeren of omkomen van de dorst zal je hier zeker niet doen).

En je kunt hier op het internet (behalve na een felle regen blijkbaar).

En naar Spaanse normen is het hier niet te duur: 21 euro per nacht voor ons beiden.

Onweer en regen

Gisteren avond begon het weer eens fel te waaien en de lucht betrok. Kort daarna hoorden we het rommelen in de verte en begonnen we ook bliksemflitsen te zien. De bliksem en de donder volgden elkaar steeds sneller op, en ineens vielen er enkele druppels. Op slag begon iedereen zijn spullen in te laden, maar dat bleek voor niets nodig: er vielen niet meer dan die enkele druppels.
Wel bleef de lucht geregeld verscheurd worden door prachtige bliksemflitsen en hoorden we nog steeds gerommel. Tot heel laat bleven Roger en ik buiten zitten kijken naar het mooie spektakel.

Vandaag was het heel drukkend weer en deze avond, vlak na onze boodschappen was er weer die felle wind. De lucht betrok helemaal, weer waren er verre donderslagen. Ineens had ik het gevoel dat we de volle laag zouden krijgen en ik zei tegen Roger: 'Ik ga snel nog even naar toilet voor we regen krijgen'.
Ik was nog niet aan de sanitaire voorzieningen aangekomen of het begon te gieten. Een half uur aan een stuk (ik ben trouwens daar blijven wachten tot het iets minderde). Roger had heel snel al onze spullen ingeladen, maar voor een stoel was het te laat: die werd kletsnat. Gelukkig hebben we voldoende plastic zakken, zodat we de zitting daarmee konden bedekken toen we na de diluviale regen wilden eten.
Na de regen, en nog voor we ons eten voorbereidden, spraken we even met een Nederlandse buur. Ik dacht dat hij een Spanjaard was, omdat zijn auto een Spaanse nummerplaat heeft, maar hij blijkt dus Nederlander te zijn. Hij woont wel in een dorp in de buurt van Benidorm.
En nadat we gegeten hadden, kwam diezelfde man terug van een wandelingetje in de stad en vertelde ons dat in het park verschillende takken waren afgerukt. Het waaide dan ook heel fel, maar toch vermoedde ik niet dat het zo erg was geweest.

En daarna viel de elektriciteit geregeld uit op de camping. Ergens een kortsluiting? Het is hier nu pikdonker, ons koelkastje valt geregeld uit, en de verbinding met het internet wordt constant onderbroken. Ik weet dus niet of het me zal lukken dit verslag vandaag te posten.

Monte Aragon

We wilden vandaag absoluut die 'monasterio de Monte Aragon' vinden en bedachten dat we misschien naar Loporzano moesten gaan, volgens de landkaart een dorp niet ver van dat klooster.

Onder weg zagen we een afslag naar Quicena, en Roger vraagt nog of we daar niet naartoe moeten. Nee, hoor, ik ben zeker dat dit dorpje verder van het kasteel ligt (soms is er sprake van de monasterio', soms van de 'castillo').

Toen we in Loporzano aankwamen, begonnen we met even door het dorp te wandelen. Weer die opvallende lage voordeuren aan de huizen.

P7215535

(Foto Roger)

De kerk was open: er zijn schilderwerken aan de gang. En in een tuintje zitten enkele mannen en een vrouw. Ik vraag ze beleefd of ze ons de weg kunnen wijzen naar de monasterio. En heel hulpvaardig leggen ze ons uit dat we terug moeten naar Quicena!

Inderdaad, vanuit dat dorp vertrekt er een weg naar de burcht. Eerst rijden we een poosje door de vlakte, daarna klimt de auto de berg op.


P7215536

(Foto Roger)

Er loopt ook een voetpad naar de top, maar de moed ontbreekt ons om dat te volgen. Het was anders wel iets minder warm dan de vorige dagen (ik schat rond de 30°C), maar het is wel heel drukkend weer.
Toch moesten we de auto nog een eindje van het klooster laten staan en een poosje te voet verder een steile helling op.
En daar zagen we de resten van een groot kasteel uit de 11de eeuw. Sommige delen zijn gewoon ruïnes, andere staan nog rechtop. Er zijn wel restauratiewerken bezig, al was er vandaag niemand te zien daarboven. Je had van daaruit wel een mooi uitzicht op onder andere Huesca, de heuvels, en de Salto de Roldan dat we vorig jaar bezochten.

 

P7215567

 

P7215543

(Foto’s Roger)

En van daaruit vertrokken wandelpaden naar Huesca en Quicena.

dinsdag 20 juli 2010

Huesca, Liésa, Ibieca en Aguas

Voor het weer te warm werd, gingen we vandaag nog eens wandelen in de stad. Uiteraard om te eindigen met een biertje in een van de bars van de Calle de Galicia. Het was weer het uur van het aperitief en bedienden en andere werknemers kwamen ook hun dorst lessen. We herkenden hier en daar iemand van de laatste keer.

P7205511

(Foto Roger)

En toen begon de hitte weer. We kwamen iets eten op de camping en deden daarna tot 17 uur zoals de Spanjaarden: niets. Roger is zelfs in slaap gevallen, zittend op zijn stoel. Ik kan in die positie niet slapen.

Om 17 uur zijn we wat gaan rijden in de Hoya de Huesca. We reden richting Barbastro en zagen weer die grijze, kale heuvels die de Hoya afbakenen. We reden voorbij Siétamo waar we onlangs vaststelden dat er iets scheelde aan de batterij van de auto en sloegen een beetje later af naar het Noorden. In feite zochten we het klooster 'De Monte Aragon' dat we links van ons bovenop een heuvel hadden gezien, en volgens de landkaart zou de weg naar Liésa, Ibieca, Aguas en verder naar Coscullano een perfecte lus vormen weer richting Huesca én zouden we dan vlak voor we weer op de weg Huesca – Barbastro terechtkwamen, langs het klooster rijden.

We hebben drie mooie dorpjes bezocht. In het eerste, Liésa, werden we verwelkomd door een blaffende hond, die ons zelfs achtervolgde in de lege straatjes. Iedereen leek wel te slapen achter de gesloten luiken. Roger heeft ergens gelezen dat de kerk van de 18de eeuw dateert, en er waren (mooie) huizen van de 17de eeuw.

P7205516

(Foto Roger)

Het was er wel vreselijk heet, evenals in Ibieca, ook een dorp met heel oude huizen waarvan de ingangsdeur opvallend laag was. Op straat enkel drie magere katten. En weeral alle luiken gesloten. In een huis echter stond een raam op de verdieping open. En daaruit hing een man een sigaar te roken. Hij vroeg ons wat we deden en toen ik antwoordde dat we zomaar wat wandelden, vond hij dat 'goed'. Maar ik denk dat hij ons eigenlijk in zichzelf volledig voor gek verklaarde dat we in die hitte rondliepen.
P7205522

(Foto Roger)

Volgde nog Aguas, een dorpje hoog op een heuvel. Achter de kerk was een tuintje gelegen met daarin een mirador van waaruit je een prachtig zicht had op een deeltje van de Hoya de Huesca.

P7205530

(Foto Roger)

We reden verder richting Monasterio de Monte Aragon (volgens de landkaart, want er stond nergens een aanwijzing er naartoe). Maar voor we het beseften reden we weer de weg Huesca – Barbastro op, zonder een zijweg gevonden te hebben naar het klooster.

maandag 19 juli 2010

Van Soria naar Huesca

We zouden vandaag terugrijden naar Huesca in Aragon. Nadat we de camping hadden betaald en alles ingepakt, hadden we allebei grote dorst, en dus gingen we eerst nog een pils drinken in de bar van de camping. We waren niet de enigen die voor de middag al aan een biertje toe waren: het was dan ook al 26°C.

Voor we Soria verlieten, gingen we nog even een Mercadona binnen. Die hadden we gisteren pas ontdekt. De Mercadona's zijn de grootwarenhuizen die ik het liefst heb hier in Spanje. Ze bieden een ruim assortiment, zijn niet te groot en heel overzichtelijk. Maar er speelde nog iets anders mee. Het is in een winkel van die keten dat we onlangs die droge Oloroso hadden gevonden. En in geen enkele andere winkel lijken ze hem aan te bieden. We kwamen dus buiten met de laatste 7 flessen die in de rekken stonden.

Iets over 12 uur reden we eindelijk Soria buiten, via een immense hoogvlakte omringd door kale heuvels waarboven soms windturbines draaiden (nooit draaiden ze allemaal). Onderweg ontmoetten we een paar dorpjes, waaronder Adealpozo dat helemaal verlaten leek. Tja, de jonge mensen trekken naar de steden.
Om 20 over 13 uur reden we al de provincie Zaragoza in Aragon binnen. De aarde was echter nog altijd rood. Kort daarna, nadat we weer een poosje in een vlakte met bosjes hadden gereden, zagen we op een heuvel Tarazona liggen. Het leek ons een mooie stad en we besloten er even naartoe te gaan. Door een wirwar van straatjes geraakten we tot aan het rijkversierde Ayuntamiento. De stad was vrij groot, er waren veel Mudejar-gebouwen, maar helaas nergens parkeermogelijkheid. En geen camping. Dus zijn we maar weer naar de rand van de stad gereden, waar we wel een parkeerplaatsje vonden, en hebben daar gepicknickt.

Even wilde ik voorstellen om van daar naar de stad te lopen, maar het was echt al te warm: 32°C in de schaduw.

25 kilometer verder, nadat we enkele grijs-bruine heuvels hadden beklommen tot aan de Puerto de Lanzas Agudas en daarna weer een vlakte in gedaald waren, in Bulbuente, was er wel een camping. Maar 25 kilometer door de bergen is vrij veel... en vermits er zo weinig parkeermogelijkheden zijn in Tarazona, vermoed ik dus dat we er toch niet naartoe zouden rijden. Een stad die we dus waarschijnlijk nooit zullen bezoeken.

P7195501

(Foto Roger)

De heuvels werden grijzer, en we staken weldra de rio Jalon over. Dat is de rivier die we ooit hebben gevolgd richting Calatayud vanuit Saviñan.

Naarmate we Zaragoza naderden, werden de heuvels echt grijs en kaal. Nu kreeg ik echt het gevoel in Aragon te zitten. We zagen weldra voor ons de verschillende kerken van Zaragoza. Nee, in die stad wilde ik niet even halt houden, hoewel die heel veel te bieden heeft: ik weet dat het daar broeierig heet kan zijn. En vermits de temperatuur al was opgelopen tot 36°C!

We reden rond de stad en in een weide zagen we tientallen ooievaars in het gras pikken.
Nu ging het richting Huesca. De heuvels werden kaler, meer afgerond en nog grijzer. Om 15:30 uur reden we de provincie Huesca binnen en om 15;55 uur waren we aan de camping.

Er waren weinig kampeerders en we konden een plekje met voldoende schaduw bemachtigen. Met de 37°C die we toen hadden, was dat echt wel belangrijk voor ons. Naast ons zit een Spaans grootouderpaar met hun kleinkind van ik schat een jaar of tien. Schattig hoe ze met elkaar omgaan!

Ik heb inderdaad niet veel meer gedaan sinds onze installatie op de camping en onze snelle boodschappen in weer een Mercadona dan de mensen rond mij geobserveerd. Ik vond het gewoon te warm om wat dan ook te ondernemen.
Nadat we gegeten hadden (weer gekochte waren bij de tent) is Roger twee jarra's (1/2  liter) bier gaan bestellen in de bar, en dat zijn we nu aan het drinken.
Wat me meteen opviel toen we de camping binnenreden, was het oorverdovende geluid van de vele krekels. Die hoorden we hier niet op 10 juli. Of ben ik het vergeten? Het is nu bijna 23 uur en het is nog steeds warm (ik schat rond de 27°C). De krekels zijn wat stiller geworden, maar je hoort ze nog steeds. En de Spaanse oudjes en hun kleinzoon zitten nog steeds te keuvelen naast hun tent.

zondag 18 juli 2010

Los Llamosos, Andaluz, Berlanga de Duero en Soria

We vertrokken vandaag bij een temperatuur van 25°C richting Zuid-Westen. Gedurende ongeveer 10 kilometer reden we weer op een kale hoogvlakte met rode aarde. Dan kregen we af en toe graanakkers en nog wat later naaldbossen.
Onze eerste halte was Los Llamosos, een dorpje uit de 11de, 12de eeuw. Sommige huizen vertoonden weer die conische schouwen.
We liepen voorbij de kerk en Roger zei net: 'Een Romaanse kerk als zoveel andere en trouwens weer niet open', toen een man ons aansprak. Of we de kerk niet wilden bezoeken.

P7185462

(Foto Roger)
De iglesia de la Señora de la Asuncion dateert van de 12de en 13de eeuw. Die man toonde ons muurschilderingen die aan het licht waren gekomen bij renovatiewerken. Er zouden er nog veel verborgen zitten achter de vergulde retabels en de geschilderde muren. Eens zullen die allemaal vrijgemaakt worden, legde de man ons uit, maar dat vergde veel tijd en geld. Trouwens, eerst moest het dak hersteld worden, want het lekte.
Een deel van de vloer was in hout, net zoals in Torquemada. En er stonden ook enkele heel mooie houten beelden uit de 13de eeuw. Ongeveer drie kwartier toonde onze gids ons alle schilderijen, beelden, het oksaal. Bij het afscheid nemen, vroeg ik hem wat we hem verschuldigd waren en hij antwoordde, een beetje geschokt: 'Niets!',

Dat deed me denken aan wat ik onlangs tegen Roger zei: dat het feit dat je moet betalen om bepaalde kerken binnen te gaan, me een beetje tegen de borst stootte.
We wandelden nog even verder in het dorp, en enkele vrouwen vroegen ons of we wel het interieur van de kerk hadden gezien. De bewoners lijken heel fier op hun kerk!

We reden verder door een vlakte en even later tussen twee rotsketens aan de beide oevers van de rio Andaluz. Daar stopten we aan de rivier om te picknicken. In de bomen langs de berm zongen de krekels luid en bovenop de rotsen zaten gieren.

P7185466

(Foto Roger)

En daarna reden we verder naar het stadje Andaluz, dat eerder op een dorpje leek. Een op dat uur zo goed als ingeslapen rustig dorpje, met veel huizen in rode steen of aarde. De meeste waren wel gerestaureerd. Heel veel zwaluwen en enkele notelaars. Het dorp zou wel belangrijk zijn geweest in de middeleeuwen. Helemaal aan de andere rand van het dorp, na een poosje klimmen, vonden we de kerk San Miguel Arcangel uit de 12de eeuw, met opvallend mooie kapitelen in het voorportaal. Jammer genoeg was de kerk net gesloten (ze sloot tussen 14 en 16 uur).

P7185469

(Foto Roger)

Alles bij elkaar zijn we maar iets meer dan een half uurtje in Andaluz gebleven. Ik was al bang dat we het ene dorp na het andere zouden bezoeken, want ik ken mezelf: op die manier onthoud ik niets van wat ik gezien heb, of beter gezegd, ik haal dan alles door elkaar.
De volgende halte was in Berlanga de Duero. Een zonovergote Plaza , galerijen onder de huizen, 4 bars, resten van een kasteel en stadsmuren, en een paar paleizen.

P7185478

P7185493

(Foto’s Roger)

Ik vond het een mooi stadje, maar nogmaals, ik was er liever iets langer dan 2 uur blijven kuieren. Echter, je kunt niet de ene bar na de andere binnengaan en telkens een biertje drinken (het was toen al meer dan 34°C in de schaduw en dus dorstig weer), zeker niet als je nog moet rijden.

Dus reden we maar terug naar Soria. Onder weg wilde Roger een omwegje maken langs Almazón. We hadden allebei immers de indruk dat we die naam kenden.
En ja hoor, we zagen het meteen: daar hadden we vorige jaren al twee keer minder dan een uur rondgekuierd (normaal dat ik het mij niet meer herinnerde dus, maar van Roger ben ik dat niet gewend). Een heel mooi stadje, ik zou er graag eens wat langer vertoeven. Maar nu hadden we allebei te felle dorst (het water dat ik in de auto bij had, was meer dan lauw) en we reden verder naar de camping in Soria.

Hier op de camping dronken we veel, lazen we een poosje, en aten wat. Rond half zeven reden we weer naar de stad. Deze keer wandelden we er wat langer dan gisteren en alle herinneringen kwamen bij mij weer naar boven. De Plaza Mayor, de mooie straten, het park, enz. Op de Plaza Mayor gingen we even het kerkje 'nuestra Señora de Mayor' binnen (weer een verguld retabel) waar Antonio Machado getrouwd is en waar de uitvaart van zijn echtgenote plaatsvond.

P7185496

(Foto Roger)

Uiteindelijk gingen we nog een biertje drinken op de Plaza Ramon Benito Aceña, op het terras van de bar 'Plaza'. Ons biertje kostte 1,5 euro. Oké, dat is niet overdreven duur, maar wel meer dan als je het in de bar zelf drinkt. En toch kan ik de bar niet aanbevelen: ons glas was amper iets meer dan half gevuld!

Toen we rond 21 uur weer op de camping aankwamen, was het nog steeds bijna 30°C!

zaterdag 17 juli 2010

Calatañazor en El Burgo de Osma

Vandaag stelde Roger voor om naar Calatañazor en naar El Burgo de Osma te gaan. Uiteraard ging ik onmiddellijk akkoord. We vertrokken iets na de middag, met 24°C.
Het middeleeuwse bergstadje Calatañazor (ik denk dat het een stadje is vermits er resten zijn van de muren die het omringden) hebben we lang geleden ontdekt, ik denk wel 30 jaar geleden. We zijn er verschillende keren geweest, maar nu was het zeker 7 jaar geleden. Vroeger liepen wij daar zowat alleen rond als niet bewoners van de plek, maar nu stonden er verschillende auto's en waren er vrij veel toeristen. Ik weet het, ik mag niet egoïstisch zijn!:-)

 

P7175420 (Foto Roger)

Trouwens, al was er nu een soort bar (eigenlijk meer een winkel waar je ook gekoelde dranken kon gebruiken), een heus restaurant, en enkele boetieks, het was er echt nog geen overrompeling.
Veel van de huizen (van de 11de en de 12de eeuw) zijn gerestaureerd, en dat zal wel nodig zijn geweest. Maar er staan er nog voldoende in hout en leem, met hun typische kegelvormige schouwen.

P7175406

(Foto Roger)
Terwijl we door de klimmende straten flaneerden, werden we aangesproken door een van de bewoners. Hij stond voor zijn huis, een echt middeleeuws huis, met nog de typische conische schouw, en legde ons uit dat men zijn huis mocht bezoeken. Daar zijn we natuurlijk op ingegaan. In feite toonde hij ons maar twee plaatsen: het voorportaal en de keuken. We hebben al opgemerkt dat veel Spaanse huizen een vrij groot voorportaal hebben, en dat de mensen daarachter pas hun leefruimten hebben. Waarschijnlijk dient die voorste plaats als een soort buffer tegen de hitte.

Zodra we binnen waren, deed de man trouwens de voordeur dicht: om de warmte buiten te houden, legde hij uit. In dat vertrek lagen allerlei vroegere gebruiksvoorwerpen. De bewoner legde ons de functie van alles uit. Hij vertelde ook dat die huisjes niet in één keer werden gebouwd, maar in stukjes. Eerst de keuken, dan pas de andere kamers er om heen.
De uitleg was heel interessant maar af en toe moest ik de man toch vragen iets trager te spreken.

Hij toonde ons onder andere ook een paar toestellen die dienden om het bed te verwarmen. Roger vroeg zich af of het hier in de winter dan zo koud is, maar ik acht dat zeker mogelijk: zelfs nu is het koel 's nachts. De man beweerde dat hennep de eerste plant was waarvan textiel werd gemaakt. Daarna volgde wol en pas na de ontdekking van Amerika katoen. Er was ook een toestel om worst te maken. Afijn, te veel om op te noemen.

Daarna gingen we naar de keuken. En die was voor mij echt een revelatie. Nu begreep ik waarom de schouwen zo kegelvormig zijn. Ik probeer het uit te leggen. In feite was heel de keuken 'schoorsteen'. De muren gingen over in de schouw boven het dak, waardoor buitenlicht binnen viel. De schouw heet daarom in het Spaans 'troncoconica': ze vertrekt van de 'stam' van het huis en gaat over in een kegel. Volgens onze gids was die manier van bouwen Kelt-Iberisch. Vermits na de bouw van de keuken de andere vertrekken daarrond werden opgetrokken, kreeg de keuken geen daglicht via de muren. Dus maar via de schouw. Het concept doet een beetje denken aan een tipi.

In die keuken stonden praktisch geen meubels: men at rond het vuur, rechtstreeks uit de pan die daar pruttelde. Er was wel een opening naar een (heel grote) broodoven.

Roger vroeg de man of er ook een kelder aan het huis was, en ja hoor. Hij deed een deur open in het voorportaal en we kregen de trap er naartoe te zien: een alles behalve steile trap! Ik zou dus in dat huisje kunnen wonen met mijn hoogtevrees. Alleen kregen we de trap ernaast, die ook achter een deur verborgen was en die zeer waarschijnlijk naar de enige verdieping leidt, niet te zien. Misschien zou die wel te steil zijn?

Jammer dat je daarbinnen geen foto's mocht maken!

Na afloop vroegen we onze gastheer hoeveel we moesten betalen voor ons bezoek. Hij vroeg slechts 3 euro voor het uurtje dat hij ons onderhouden had en we hebben er 5 gegeven. Roger herinnerde zich dat de eerste keer dat we in Calatañazor waren, we daar een man zagen met een enorm gezwel in zijn gezicht. Onze gids bleek die gekend te hebben (wat eigenlijk vanzelfsprekend is in zulk klein dorp) en wist dat hij later naar Barcelona was verhuisd en daar ongeveer 15 jaar geleden gestorven was.

En vermits we toch aan het keuvelen waren, vertelde de man ook dat zijn grootouders, zijn vader, hijzelf, en zijn kinderen in dat middeleeuwse huisje waren geboren. Dat in veel huizen uit het stadje het interieur was gemoderniseerd, maar dat zij het bewust hadden gelaten zoals het was (is dat waar, of lag het aan een gebrek aan geld?).

We gingen nog wat schapenkaas kopen in een winkeltje daar tegenover. Bleek de uitbater toch de zoon van onze gids te zijn! Hij vroeg ons waar we vandaan kwamen, en bleek Antwerpen vrij goed te kennen: de kathedraal, het Rubenshuis!

Volgde een beklimming van de resten van het vroegere kasteel (en van daaruit een prachtig panorama).
P7175421

(Foto Roger)

En toen gingen we eerst een biertje drinken en daarna iets eten in het restaurant dat er vroeger niet was. In feite onder een notelaar in de tuin van het restaurant. We aten superlekkere 'pasteles': een soort gebak met voor mij paddenstoelen, voor Roger prei. Ondertussen was de temperatuur al opgelopen tot 30°C. Maar met het constante zachte briesje dat we er hier bij krijgen, is dat echt te doen.
En dan trokken we naar El Burgo de Osma. Ik voelde me in Calatañazor al heel nostalgisch, nu kreeg ik het nog meer. Eerst zochten we de vroegere camping op. Ongelooflijk hoe snel Roger die terugvond na al die jaren! Maar, zoals ik al zei, het is geen camping meer. Nu behoort het terrein toe aan een privé finca.

P7175443

(foto Roger)

Ik herinnerde me dat de kampeerplaats aanleunde tegen een berg waar bovenop een kruis stond. Met de kinderen hebben we destijds die berg beklommen.
Daarna gingen we wandelen in de stad zelf. Wat een herinneringen! De straten met de galerijen waar je beschut tegen de hitte kunt flaneren, de verschillende plazas met hun fonteintjes en de Plaza Mayor (die in tegenstelling tot vroeger nu autovrij is) met zijn donkere, langwerpige bars.

En uiteraard de kathedraal.

P7175446

P7175447

(foto’s Roger)

Uiteindelijk kwamen we terug naar de camping met zijn klepperende ooievaars en overvliegende gieren, aten onze paëlla, en gingen boodschappen doen.

vrijdag 16 juli 2010

Torquemada

Roger is aan het lezen in een reisgids over Spanje uit 1962, van dokter L. van Egeraat. Volgens dat boek (blz. 95) is de inquisiteur Thomas de Torquemada inderdaad geboren in Torquemada (zie http://jessymaesen.blogspot.com/2010/07/van-burgos-naar-segovia-via-avila.html ).

Maar volgens Wikipedia is die inquisiteur geboren in Valladolid. Zouden zijn voorouders afkomstig zijn van Torquemada?  De ‘de’ in zijn naam doet dat vermoeden. Maar hoe komt het dan dat wij in dat dorp geen enkele  verwijzing naar hem zagen? Politieke correctheid?

Want we hebben al opgemerkt dat hier in Spanje de opschriften soms na jaren bleken veranderd te zijn. Zo zagen we dat in Burgos aan de Capitania General geen enkele verwijzing meer staat naar Franco terwijl dat twee jaar geleden nog wel het geval was.

Van Segovia naar Soria

Vandaag, rond 11:30 uur, verlieten we Segovia richting Soria. We reden een hele tijd in een dorre vlakte, met bijna niets dan schaars geel gras. En toch zagen we daartussen ineens een hoop klaprozen. Rechts van ons lag de sierra Guadarrama.

Voorbij Torrecaballeros werd het landschap meer bebost en tussen de bomen zag ik zwarte koeien grazen. Verder waren het weer weiden afgebakend door muurtjes van los op elkaar gestapelde stenen.
Dan kwamen er heuvels, en zo wisselden heuvels, hoogvlakten en akkers en weiden elkaar af.

Veel wegen zijn nu in Spanje rond de dorpen getrokken (maar daarom worden de vroegere wegen niet opgedoekt: die blijven ongebruikt naast de nieuwe weg bestaan). Je rijdt dus nog zelden door een dorp. Dat gaat natuurlijk sneller, maar je ziet minder. Toch reden we vandaag nog dwars door het dorp Ayllon dat we nog niet kennen. We hebben er geen halte gehouden, maar het lijkt mooi. Misschien een volgende keer even bezoeken?
Op de volgende hoogvlakte was de aarde rood, wat in combinatie met de akkers en dorre weiden een lappendeken van rood, geel, oker en bruin gaf, met hier en daar de groene toets van een boom. Heel mooi.
Om 12:55 uur reden we de provincie Soria binnen. We picknickten aan de rand van een bosje waar de krekels meer dan hun best deden, op zo een vroegere weg nadat we er vanaf de nieuwe weg een doorgang naar gevonden hadden.

En dan volgden de herinneringen elkaar op. Eerst zagen we in San Esteban de Gormaz het kasteel van Gormaz (eigenlijk de overblijfselen ervan) dat we een paar keer hebben bezocht met de kinderen toen ze nog heel klein waren. Om het uitstapje voor hen aantrekkelijk te maken, had ik hen verteld dat Professor Zonnebloem ergens in dat kasteel gevangen zat en dat we hem zouden zoeken en proberen te bevrijden. Gezocht dat ze toen hebben! Maar we hebben de professor niet gevonden!:-)

Een beetje verder was er een afslag naar El Burgo de Osma. Vroeger liep de weg doorheen het mooie stadje dat we enkele keren hebben bezocht en waar we ook twee keer gekampeerd hebben. De eerste keer waren we daar met heel weinig kampeerders, de tweede keer zat de camping vol Nederlanders. Toen zaten er ook enkele leerlingen van mij. De derde keer dat we er wilden kamperen, bleek de camping opgedoekt.

Dan volgde een afslag naar Calatañazor, waar we vroeger ook doorheen reden, en dat ik een prachtig dorp vond. De meeste (nog bewoonde) huizen dateren er uit de middeleeuwen.

Om 16 uur reden we Soria binnen. We waren er de eerste en laatste keer in 2003, samen met Elvira en Zeger. In mijn herinnering waren er toen praktisch geen flatgebouwen aan de rand van de stad. Nu is dat wel even anders! Ze blijven hier maar bouwen!

De camping is dezelfde als 7 jaar geleden. Er is niet veel schaduw, maar we hebben ons toch zo goed mogelijk geïnstalleerd.

P7165394

(foto Roger)

Boven de camping cirkelden tientallen gieren en een groot aantal ooievaars, die trouwens in de buurt hun nesten hebben.

IMG_0898

(Foto Roger)

En dan zijn we naar de stad gereden, waarvan ik me eigenlijk, behalve de bars met een soort loket naar de straat toe, de mooie balkons aan de huizen en het paleis van de graven van Gomara niet veel herinnerde.

P7165377

P7165376

(Foto’s Roger)

We dronken uiteraard een biertje, want het was ondertussen 30°C in de schaduw geworden, en deden daarna onze boodschappen. We zouden weer eens bij de tent eten. Eerst dronken bij wijze van aperitief een glaasje oloroso en aten daarbij ansjovissen en een hele boel olijven met look. Daarna dronken we samen meer dan 1 liter gaspacho... en toen bleken we geen honger meer te hebben. De kant en klare paëlla die we hadden voorzien als hoofdgerecht zal dus voor morgen zijn.
En vermits we hier wel Wifi hebben, heb ik daarna mijn verslagen van de vorige dagen gepost, wat ik seffens ook ga doen met dit verslag.

Terwijl we in onze leeftent zitten, want op dit uur is het fris. We zitten hier dan ook ver boven de 1000 meter!

O ja, en ik zou het nog vergeten: Antonio Machado heeft heel lang in Soria gewoond. Hij is er getrouwd en zijn echtgenote ligt hier begraven. Hier en daar in de stad hangen gedichten van hem op. En er is een parador die zijn naam draagt.

Jommeke

15 juli 2010

Ik ben deze avond weer aan het lezen in de 'Jommekes' die Zeger op deze pc heeft geïnstalleerd. Leuk! Maar het valt mij telkens weer op dat de auteur uit Antwerpen komt. Het zijn heel oude strips die ik aan het lezen ben, en echt, er worden nogal wat Antwerpse woorden en uitdrukkingen gebruikt, zoals een 'touter' voor een schommel, of 'ik ga mijn eigen wassen' voor 'ik ga me wassen', of nog 'ik moet kuisen' voor 'ik moet schoonmaken'. En dit zijn maar enkele voorbeelden uit een hele boel. Ik bedenk dan dat generaties kinderen die strips hebben gelezen en allemaal verkeerde woorden hebben leren gebruiken.

Tenzij je er van uit gaat dat je geen standaardtaal meer moet leren natuurlijk, en zo kom ik weer terecht bij het boek dat ik was beginnen te schrijven en waarover ik nu twijfel of ik het wel verder zou schrijven...

Zie ook http://jessymaesen.blogspot.com/2010/03/het-einde-van-de-standaardtaal.html

Segovia

15 juli 2010

Deze nacht was het koud. We hebben trouwens een deel van de avond in de leeftent doorgebracht. We zitten hier dan ook op bijna 1100 meter hoogte. 's Ochtends straalde de zon weer, maar het bleef fris (rond de 20°C) tot ongeveer 's middags.
Na ons ontbijt en mijn douche, terwijl Roger zijn toilet maakte, heb ik weer de mussen en de eksters gevoederd. Die diertjes zijn helemaal niet mensenschuw: ze komen tot vlak voor je voeten de kruimels oppikken.

Uiteraard namen we weer de bus naar de stad. De meeste caravans en tenten waren al vertrokken en onze Vlaamse achterburen waren ook aan het inpakken. We maakten nog een babbeltje met hen: ze vertrokken naar Salamanca. Volgens ons is er daar geen camping. Althans, enkele jaren geleden was dat niet het geval, want we hebben die stad bezocht terwijl we in Tordesillas logeerden. Maar misschien zijn de zaken nu veranderd?

Segovia betekent natuurlijk de kathedraal, al die andere kerken, de Romeinse waterleiding en het Alcazar.
P7155343

(Foto Roger)

Maar voor mij is Segovia ook de stad waar de auteur die we zo vaak lazen in de Romaanse filologie, Antonio Machado, enkele jaren heeft geleefd. Vandaag was het markt op de Plaza Mayor. We gingen er even flaneren en ik zag op dat plein een standbeeld voor hem. Dat had ik voor twee jaar niet opgemerkt.

P7155315

P7155314 (foto’s Roger)

Zoals elke Spaanse stad telt Segovia ook prachtige paleizen. Die kun je niet bezoeken, maar in een van hen was een tentoonstelling aan de gang, zodat we toch minstens de patio konden bewonderen.

P7155323

(Foto’s Roger)

De schilderijen zelf stelden niet veel voor, het leken wel kindertekeningen. Maar de schilder had wel een mooie kleurenpalet.

Maar ook de gewone huizen zijn dikwijls de moeite waard. Ik denk dan altijd dat bij ons zulke gebouwen al lang zouden verdwenen zijn want zijnde 'oude rommel'.

Ineens hoorden we een kristalachtig muziekje. En even verder ontwaarden we tussen al dat volk dat over straat liep (het was toen al bijne 14 uur en de frisheid was uit de lucht) een man met een soort orgel gemaakt van verschillende kristallen glazen. De klanken die hij daaruit voortbracht waren gewoon prachtig.

P7155341

(Foto Roger)

Ik kreeg natuurlijk weer honger en we gingen een bar binnen. Bijna zo vol en zo druk als dat eetcafé in Burgos. We bestelden twee biertjes en kregen er elk een gebakje gevuld met tonijn en tomaat bij. Daarna bestelden we nog brood en gamba's al ajillo. Zoals altijd zwommen de gamba's in de olijfolie. Echt heel lekker, maar niet zo gunstig voor de lijn!:-)

Na een poosje kuierden we verder, richting Alcazar. Op verschillende kerken zaten de obligate ooievaars.

Rond het Alcazar liep en zat, net zoals twee jaar geleden, heel veel volk. Er is daar immers relatief veel schaduw, en er staan banken. Voor twee jaar had een vroegere postbode ons aangeklampt en ons uitgelegd dat het kasteel model stond voor de Walt Disneyfilms. Hij had ons ook een weg gewezen rond het kasteel, maar die wandeling hebben we vandaag niet gemaakt. Het was ondertussen al vrij warm geworden (29°C in de schaduw) en we wisten nu hoe vermoeiend die tocht wel is: http://jessymaesen.blogspot.com/2010/07/van-burgos-naar-segovia-via-avila.html 

Daarna wandelden we terug naar de waterleiding. Ongelooflijk dat die na al die eeuwen nog zo intact is.

P7155351

(Foto Roger)

Daar namen we de bus terug naar de camping. Bij een biertje observeerden we de mussen die we nog eens hadden gevoederd. We zagen een moeder mus haar kleintje voeden. Ik wist niet dat ze dat nog deden nadat het jong het nest had verlaten!

Even later zagen we enkele mussen een zandbadje nemen. Schattig!

P7155359

(Foto Roger)

Plotseling hoorden we wat we dachten koeienbellen te zijn. Het bleek een kudde schapen die graasde in een wei vol verdord gras naast de camping. We merkten dat de dieren kraaien aantrokken, die gewoon op hun rug gingen zitten. Vermoedelijk om daar insecten te pikken? Maar zijn kraaien geen aasdieren?

IMG_0886 (foto Roger)

Het is nu bijna 22 uur en de nieuwe kampeerders beginnen al een poosje aan te komen.

Roger is zopas een een babbeltje gaan doen met de herder die de schapen hoedt: 600 stuks heeft hij onder zijn toezicht. 'Dat is heel veel', zei Roger tegen hem en de man beaamde dat, duidelijk heel fier over de taak die hij uitvoerde. Hij sliep, vertelde hij nog, in een van de hutjes die je inderdaad ziet in die heel uitgestrekte weide.

Toen Roger me dat allemaal vertelde (hij had met die man gesproken terwijl ik het vorige schreef), vond ik dat de herder het maar koud moest hebben 's nachts. 'Niet kouder dan wij in de tent', antwoordde Roger. Uiteraard! :-)

Deze avond kreeg onze nieuwe buur (een Spanjaard) even naar zijn voeten (is dat een Antwerpse uitdrukking?) omdat hij zijn auto in de 'straat' had geparkeerd..
De percelen, ik schreef het gisteren al, zijn hier langwerpig. Ze liggen langs 'straatjes' die loodrecht uitgeven op de 'hoofdstraat' van de camping. De bedoeling is dat je de tent of de caravan in het achterste gedeelte van jouw perceel zet, en daarvoor de auto zodat je gemakkelijk zou kunnen wegrijden. En dat deed onze buur net niet: hij installeerde zijn 'logement' in het voorste gedeelte van het perceel. En vermits het niet een iglo-tent of een Quechua-tent betrof (weer verdoken reclame, zou Zeger zeggen: straks vraag ik nog geld voor deze blog) duurde dat heel lang. Ondertussen stond zijn auto wel in onze 'straat' en niemand kon daar nog door.

Het is pas toen wij boodschappen wilden gaan doen, dat hij zijn auto verplaatste, maar nu stond die in de 'hoofdstraat'. Ook niet ideaal dus.

Ik denk niet dat iemand van de buren heeft gereclameerd, maar feit was wel dat deze avond de verantwoordelijke voor de camping hem terechtwees, en hem heeft geholpen zijn auto aan de achterkant van zijn plooibare caravan te zetten. Het was immers bijna onbegonnen werk zijn caravan weer te verplaatsten; maar van waar zijn auto nu staat, kan hij wel de 'hoofdstraat' op, omdat hij helemaal aan het begin van onze 'straat' kampeert. Als wij die blunder hadden begaan, dan moesten we wel onze tent verplaatsten!

O ja, en tijdens onze boodschappen vonden we sherry oloroso, maar zoals hij echt moet zijn: droog en geurig. Die vind je niet bij ons, daar is hij altijd zoet. We hadden hem al ontdekt in een ander warenhuis en, omdat ik toen mijn leesbril niet op had, en dus de kleine lettertjes niet kon lezen op de fles, vroegen we aan een winkelbediende of de drank zoet of droog was. 'Dulce como Porto', antwoordde de man. Maar ik vermoed dat hij er gewoon niets van kende!

Van Burgos naar Segovia via Avila

14 juli 2010

Vandaag wilden we naar Avila rijden. Rond 10:30 uur namen we dus de 'autovia de Castilla' richting Valladolid met een temperatuur van 19°C. Gedurende ongeveer 60 kilometer reden we op een hoogvlakte, de Meseta. Graanakkers, hier en daar een toets groen van de schaarse bomen, en dor gras. Het was opvallend druk, en dan vooral door de vele vrachtwagens.

Kort nadat we de eerste heuvels waren ingereden, kwamen we aan een dorp genaamd Torquemada. We hadden het nog nooit gezien en Roger stelde voor er even in rond te wandelen. We vroegen ons af of de bekende inquisiteur Torquemada misschien van daar afkomstig was. Dat zullen we eens onderzoeken zodra we weer op het internet kunnen.

Eerst kwam er een opvallend lange brug over de Puisuerga.

P7145287

(Foto Roger)

Het dorp zelf was een aangename verrassing. Om te beginnen zei iedereen die we ontmoetten vriendelijk 'Buenos dias'. En het dorp zelf had heel wat te bieden: een renaissance-kerk waar bovenop wel 7 ooievaarsnesten, een plaza de Espana, waar enkele ooievaars over vlogen, met een fontein en enkele rustbanken, huizen met mooie balkons, en zelfs 2 bars.

P7145271

P7145274

P7145278

P7145282

(foto’s Roger)

We wandelden ook nog even rond het dorp, via een speelplein, onder de brug door en kwamen in een bosje terecht waar we uiteindelijk via heel ongelijke trappen weer op de brug geraakten.

P7145289

P7145292

(foto’s Roger)

Na een klein uurtje reden we voort. De temperatuur was ondertussen opgelopen tot 23°C, zeer aangenaam dus. We reden voorbij Valladolid, Simancas (waar het nationaal archief zich bevindt), Tordesillas, allemaal plaatsen die we vorige jaren bezochten. Het landschap werd weer vlak en weldra ontmoetten we de wijngaarden van Rueda (waar we vorig jaar waren). Volgde nog Medina del Campo dat we toen ook bezochten. Uiteraard vlogen er geregeld roofvogels over, en hier en daar zagen we een kudde schapen en zelfs koeien het magere gras grazen. En op een zeker ogenblik ook een groepje ooievaars in een van de dorre weiden.

De vlakte werd echt indrukwekkend groot. Tot aan de horizon niets dan dat oker, geel, bruin, en hier en daar een boom. Ook zwerfstenen, soms op zulke kunstige manier opgestapeld, dat het wel mensenwerk leek.

Rond 14:30 kwamen er meer bosjes, en we reden weer heuvels op. En daar zagen we ineens de stadsmuren van Avila opduiken. Ik verheugde me al. We hebben Avila negen jaar (als ik me goed herinner) geleden bezocht, samen met Zeger, toen we op weg waren naar Getcho voor het huwelijk van Roger zijn oudste neef. De stad had veel indruk op ons gemaakt en ik wilde ze eindelijk nog eens terugzien. Roger herinnerde zich de naam van de camping: Sonsoles, en dus stelden we Eva daar op in.
Helaas, we vonden wel het heiligdom 'Sonsoles' maar geen camping. In een bar-restaurant vlakbij dat heiligdom vroegen we ernaar en... De camping bleek opgedoekt. Er was er wel een verder dan Barruca, richting Toledo, vertelde men ons.

Wij dus richting Toledo. Door een opvallend dorre sierra. Als we in Barruca aankomen, merken we dat de camping nog ongeveer 20 kilometer verder ligt, en dan geven we het op. Als we zo ver van Avila moeten overnachten, wordt naar de stad van de mystica Theresa gaan een heel avontuur: telkens weer door die sierra, over de puerto de Paramenca (1395 meter hoog). Ik stel dus voor dat we Avila vergeten en naar Segovia zouden gaan.
Maar daarvoor moesten we eerst weer richting Avila. We reden rond de stad die we waarschijnlijk nooit meer zullen bezoeken. Of, wie weet, misschien binnen enkele jaren, als we ons te oud voelen om te kamperen en liever een hotel nemen? Hoewel, dan zullen we zeker niet een hotel nemen in Avila, maar wel ergens in de buurt.

Het werd dus, na een honderdtal kilometer rijden richting Noord-Oosten, het mooie Segovia., waar we twee jaar geleden op dezelfde camping zaten, en waar we een sms kregen dat Roger zijn tante Laure overleden was.

Onderweg werd het landschap wel helemaal anders: vlakten en heuvels wisselden elkaar nog af, maar de aarde werd roder. Echter niet lang, want weldra beklommen we witte rotsige heuvels, bebost met naaldbomen. En dan volgde weer een hoogvlakte met de nodige roofvogels en rechts van ons de Sierra de Guadarrama.

Om 10 voor 18 uur reden we de camping binnen. Het was toen 26°C en dat is ongeveer de warmste temperatuur geweest vandaag. Zalig dus!

We hebben hier geen Wifi. Dat wil zeggen: je kunt wel online aan de receptie, mits het betalen van 5 euro, en die receptie ligt ongeveer 200 meter van waar onze tent staat. En ik heb echt geen zin om telkens met de netbook tot daar te lopen. Des te minder zin omdat het tot daar echt klimmen is: als we die richting uitgaan, is het om de bus te nemen naar de stad. Wat we deze avond dan ook even deden, in een rammelende bus zonder airco, nadat we de nodige boodschappen hadden gedaan.

We hebben er even rondgewandeld (in feite kennen we al alles van twee jaar geleden, nu wil ik vooral de sfeer opsnuiven), een biertje gedronken en dan hebben we de bus (deze keer een modernere) teruggenomen naar de camping.

P7155320

P7145306

(foto’s Roger)

Hoewel de camping vrij vol staat, valt hij mee. Onze plek is ruim genoeg: ongeveer 15 meter lang op 6 meter breed. Het sanitair is netjes en we zitten onder platanen. Maar wat zijn er veel honden! En dat valt tegenwoordig op terwijl we vroeger vaak zagen geafficheerd: 'Perros no!' Ik heb niets tegen honden, tenminste als hun baas ze goed heeft opgevoed zodat ze hun gevoeg niet eender waar doen op de camping, en dat is niet altijd het geval!

En tot nu is dit de duurste camping: 29 euro per nacht!

Mijn zus stuurden me onlangs per e-mail een bespreking van ons boek, die verschenen was in het blad 'Een hart voor dieren'. Goed nieuws natuurlijk (en als ik zakelijk aangelegd was, zou ik daaraan toevoegen: hopelijk brengt dat een beetje verkoop op) , maar wat mij in al die berichten over mijn (en in dit geval 'ons') schrijfsel(s) opvalt, is dat er zelden gesproken wordt over de stijl.

Deze avond hen ik gelezen in een Jommeke dat Zeger destijds op deze pc heeft gezet. Geen 'literatuur', ik weet het, maar ik lees het graag!