maandag 30 juni 2014

Afwachten en rondkijken

Geen regen meer vandaag, integendeel, zelfs mooi weer hoewel de temperatuur in de schaduw de 22°C amper haalde. Ik ontbeet op het terras, in de zon die al krachtig scheen. Ik “propte” me zo vol als mogelijk met fruit, yoghurt, een hompje brood, kaas en hesp en kreeg de kans een nectarine, enkele druiven en een stukje kaas in mijn tas te laten verdwijnen. Roger vraagt me of ik dat geen diefstal noem… Ik heb erover nagedacht en ik denk van niet. Andere mensen eten veel meer dan ik van dat buffet en betalen net hetzelfde. En ik raak zelfs niet aan de croissants, de chocoladebroodjes, de tortilla enzovoort.

Daarna een telefoontje naar Roger. In feite om hem te ontgoochelen: rond 10 uur nog steeds geen nieuws van de verzekering… En Roger die zo verlangt naar die repatriëring!

In afwachting dat ik de bus naar het hospitaal kon nemen, ging ik  wandelen in de richting van de oude stad. Ik ging even de serene  kerk “Saint-Pierre le Guillard” binnen en besefte bij het buitenkomen dat het tijd was om naar de bushalte te lopen. Op dat moment ging mijn mobieltje over: de verzekering. Ze zouden deze middag contact opnemen met de geneesheer in Bourges om de repatriëring te regelen.

Ik was iets voor het begin van het bezoekuur bij Roger (en deze keer werd ik binnengelaten). Hij was duidelijk blij mij te zien en wilde bijna meteen even gaan wandelen. Terwijl we rondliepen in dat labyrint van een ziekenhuis en uiteindelijk terechtkwamen bij de bankjes vol rokers aan de ingang, bespraken we dat telefoontje. Betekent het dat we morgen worden overgebracht, vroeg Roger zich af. Ik wist het niet.

Nadat ik een sigaret had gerookt, liepen we terug naar de kamer, waar Rogers buur een poosje later zich duidelijk zorgen maakte over zijn vrouw. ‘Maar,’ zei hij, gelaten, ‘Gezien mijn leeftijd loop ik sowieso op mijn einde en als ik verdwijn moet ze wel in dat rusthuis blijven!’

Roger en ik liepen nog enkele keren rond in het ziekenhuis: het is duidelijk dat hij aan meer beweging toe is (en hopelijk is hij voortaan niet meer boos op mij als ik hem na een poosje internetten aanspoor wat beweging te nemen:-) en we genoten telkens even van de zon vlak buiten het hospitaal.

Iets voor het avondeten kwam een verpleegster zeggen dat er contact was geweest met België en dat de repatriëring voor woensdag zou zijn. Weer ontgoocheling: we hadden echt gehoopt dat het voor morgen gepland zou worden…

Tussen haakjes gezegd, hoewel het daar, paradoxaal genoeg, voor mij moeilijker zal worden om bij Roger te geraken als hij in Sint-Truiden wordt gehospitaliseerd! Hier heb ik een bus op zes minuten lopen van het hotel, die stopt aan de ingang van het ziekenhuis. Daar zal ik weer elke dag de belbus moeten bestellen om een verbinding te halen Borgloon-Sint-Truiden!

Roger en zijn buur waren aan het avondmalen toen ik ze verliet. Wat hier ook mankeert in de ziekenhuiskamers (buiten een gordijn tussen de twee bedden om af en toe voor wat privacy te zorgen!) is een gemeenschappelijke tafel  zodat de twee patiënten samen zouden kunnen eten eens ze wat beter ter been zijn. Nu  eten ze noodgedwongen rug aan rug, elk gezeten op de rand van zijn bed, aan de meest vrije kant. Het is een ongelooflijk gezicht bij elke maaltijd: ze lijken wel twee grote kinderen die aan het mokken zijn. Heel dat ziekenhuisgedoe lijkt me hier zo primitief voor toch een geciviliseerd land!

Deze keer bestond hun eten uit: soep, quiche Lorraine (vet, ik weet het, maar het was een bescheiden portie, net genoeg om de nodige proteïnen binnen te krijgen), veldsla met een slasaus, kaas en fruit. Altijd weer hetzelfde stramien, net zoals de Fransen aten  in de jaren 60 van vorige eeuw. Alleen, ik val in herhaling, zorgen ze niet voor hetzelfde  in de cafetaria. Gelukkig had ik voor mezelf voldoende fruit bij (en had Roger zijn perzik van deze middag voor mij bewaard – omdat hij die zelf te rijp vond).

Ik nam dus de bus terug tot op zes minuten lopen van het hotel. De busdiensten lijken me dan weer beter georganiseerd dan bij ons (behalve op zondag, zie gisteren). Je krijgt elke halte op voorhand aangekondigd en praktisch overal kun je een plattegrond krijgen waar je de rit kunt op volgen.

Het hotel bleek bomvol te zitten (en ik bedenk ineens dat ik ben vergeten de verlenging van mijn verblijf tot woensdag, dat ik vanuit het hospitaal telefonisch had gevraagd, te bevestigen toen ik hier aankwam! Ach, het zal wel in orde zijn zeker?). In de eetkamer was geen plaats meer, maar als ik er zin in had, mocht ik me op het terras installeren. Dat deed ik dus maar.
Zoals elke avond kreeg ik (heel lekkere) rillettes van gevogelte aangeboden terwijl ik wachtte op de bediening. Deze keer echter kreeg ik er twee porties van: het was zo druk dat ik inderdaad vrij lang moest wachten op mijn “salade niçoise” waarmee ik zeker zou voldoende gegeten hebben.

Terwijl ik die rillettes op de aangeboden toastjes lepelde, kreeg ik een bericht binnen van de verzekering. In feite alleen om te bevestigen wat die verpleegster ons al had verkondigd: repatriëring woensdag, en, toch een detail meer: per ambulance.

Daar hadden we het ook over gehad, Roger en ik, tijdens onze wandelingen in en rond het ziekenhuis. Normaal gezien was ik van plan in twee keer naar huis te rijden vanuit Aubigny. En hier in Bourges, zijn we ongeveer 50 km verder van huis dan in Aubigny! Dat betekent een rit van ongeveer 600 km. Als dat in één trek gebeurt, is het beter dat Roger zijn benen niet “hangen”, ondanks de steunkousen die hij heeft aangemeten gekregen. En is een ziekenwagen voor hem dus de goede keuze.

Maar… als ik hem tijdens onze reizen altijd vraag (vaak tevergeefs) om alsjeblieft om de twee uur een poosje te stoppen, is dat ook voor mijn benen die na die tijd beginnen pijn te doen. En ik heb geen steunkousen! :-(

Afijn, we zien wel. Morgen ga ik wel zorgen voor wat fruit en knabbeltjes (noten) voor onderweg woensdag.

Al wachtende op mijn salade (die inderdaad voldoende was voor mijn maag en me eindelijk heel veel groenten bezorgde) observeerde ik de mensen rondom mij. Een koppel (ik denk niet veel ouder dan Roger en ik) intrigeerde me. Hij nam een kwart liter wijn, zij alleen water bij haar eten. Zij was bezig dat ze dat al veel vond, die twee glaasjes wijn voor hem! Maar daarna namen ze allebei een dessert boordevol suiker, en daar leek mevrouw geen bezwaar tegen te hebben (zoals ze het goed had gevonden toen haar man als voorgerecht een bord vol “charcuteries” nam). Wel vond ze, toen we om 21:30 uur samen in de lift stonden (normaal neem ik de trap, maar ik nam zelf de rest van mijn “pichet de vin” mee naar mijn kamer en dat was een beetje lastig op de trap), dat het heel laat was geworden: ze was moe en zou snel gaan slapen. ‘’Ik ben helemaal niet slaperig,’ reageerde haar man kregelig en zij: ‘Jawel, weet je wel hoe veel we gereisd hebben vandaag?’.

Ik dacht in mezelf: ‘Jessy, word a.u.b. nooit zoals die vrouw tegenover haar man!’ (ik zag hem vol “goesting” kijken naar de karaf wijn die ik in die lift bij me had en die hem duidelijk verboden werd)!

En daarna zei ik tegen mezelf: ‘Oké, jij ontneemt Roger niet de geneugtes waar hij van houdt maar ben je niet op een andere manier bezig de baas over hem te spelen als je nu al zegt dat je strenger gaat worden wat zijn bewegen betreft?’

Die vrouw denkt immers ook dat ze goed doet door haar man wijn te ontzeggen (en sigaren of sigaretten – ik hoorde daar iets over tijdens mijn diner) en door hem toch toe te laten zoetigheden en een bord vol vleeswaren te eten!:-(

zondag 29 juni 2014

Doodse zondag in Bourges

Op zondag blijken hier praktisch geen bussen te rijden. Daarom had ik een taxi besteld tegen 13:15 uur. Na het ontbijt belde ik even naar Roger (het bleek daar pas fel geregend te hebben terwijl hier nog alles droog bleef: die buien zijn hier blijkbaar heel plaatselijk) en ging daarna wat rondwandelen in de buurt. Wat leek Bourges doods! Niemand op straat, de meeste cafés dicht… Later bevestigde de taxichauffeur (dezelfde als in het terugkomen van Aubigny) me dat er in Bourges niets te beleven valt op zondag.

Ik had nog een briefje van 20 euro en wat kleingeld op zak en dacht daar ruim mee toe te komen voor een rit naar en van het hospitaal. Het zijn immers maar enkele kilometers (ik schat een stuk of vijf). Ik vergiste me: voor de rit naar het ziekenhuis betaalde ik 19 euro! Bijna al mijn geld ging er dus aan! Zeggen dat ik al had afgesproken met de chauffeur dat hij mij om 19:45 uur terug zou komen halen! Uiteraard had ik die afstand ook te voet kunnen afleggen maar de lucht was heel dreigend!

Een beetje in paniek kwam ik bij Roger aan.  Hij stelde me gerust: het kon toch niet anders of er was een geldautomaat ergens in dat grote ziekenhuis? Helaas, er bleek er geen te zijn.

Dan moest ik maar de laatste van de weinige bussen nemen, besloot ik, en de taximaatschappij waarschuwen. Die laatste bus vertrok rond 17 uur, dat vonden we allebei veel te vroeg, én Roger kon maar niet geloven dat er echt geen “distributeur de billets” was in of rond het ziekenhuis. Hij wilde verder informeren. Dat gaf hem heel wat beweging en dat vond ik prima, maar er was werkelijk geen geldautomaat.

Ineens – we stonden aan de ingang van de Centre Hospitalier, ik rookte een sigaret en een eveneens rokend personeelslid vroeg ons over die automaat: ‘C’est pour payer quoi que vous avez besoin d’espèces?’ – voelde ik me ontzettend dom!  Het was zeer raar, precies of ik tegelijk het antwoord bedacht op mijn probleem en dat zei tegen die vrouw: ‘Het is voor een taxi, maar ik zal de bestuurder vragen om even te stoppen bij een geldautomaat!’.

Waarom had ik daar niet eerder aan gedacht? Hetzelfde had ik toch gedaan in het rijden naar Aubigny?

Ik had enkele bananen bij maar rond 16 uur had ik echt zin in iets anders. Roger en ik trokken dus naar de cafetaria waar ik, buiten croissants en andere “viennoiseries”, enkel een sandwich met ham en kaas vond (ik begrijp nog steeds niet dat in gewone maaltijden nog rekening wordt gehouden met de gezondheid maar dat je in die cafetaria enkel ongezonde spullen vindt. Want zelfs die sandwich was niet echt aan te bevelen: veel te veel “snelle koolhydraten”). Terwijl we daarmee terugliepen naar de kamer vergeleken Roger en ik het cafetaria-aanbod in dit ziekenhuis met dat in Sint-Truiden. Wat een verschil: bij ons kun je er vrij lekker eten, zelfs een Duvel of Trappist drinken, hier is zelfs geen wijn te koop! Van drank alleen frisdranken, koffie en thee, en die dan nog in plastic bekertjes. Pover aanbod!

Het heeft weer verschillende keren geregend vandaag,  in de buurt van het ziekenhuis maar ik denk ook in de buurt van het hotel: ik zag er deze avond veel plassen in de buurt!

Kort nadat Roger en zijn buur hadden gegeten (soep, vis, deegwaren en fruit op siroop – deze keer dus maar één portie groenten) nam ik afscheid. Uiteraard was het voor de taxichauffeur geen probleem om even via een geldautomaat te rijden, maar dat resulteerde wel in een korte omleiding en een beetje langere tijd: ik betaalde nu 20 euro! Of ik morgen ook een taxi nodig had, wilde de bestuurder weten! :-) 

Gelukkig rijden er morgen wel voldoende bussen en kon ik dus nee antwoorden.

Nadat ik me een beetje had opgefrist, ging ik eten. Ik nam alleen een hamburger met heel veel prinsesboontjes. Niets bijzonders dus (al eten de Fransen meer groenten dan wij, ze bereiden  ze niet zo goed als wij) maar ik wilde vooral veel groenten. Het restaurant zat bomvol… met vooral Vlamingen die veel lawaai maakten! Ik heb maar niet laten blijken dat ik ze verstond!

Daarna even de mails gecheckt en nog eens naar Roger gebeld. Die heeft nu gelukkig wat lectuur op zijn tablet, want het televisieaanbod is maar mager en wifi heeft hij helemaal niet. Nogmaals, wat een achterstand als ik dat vergelijk met het ziekenhuis in Sint-Truiden!

Roger hoopte dat ik morgen iets concreets zou horen over onze repatriëring. Ik had deze ochtend immers een telefoontje gekregen van de verzekering: ik “mag” mijn verblijf in de Ibis verlengen tot zeker dinsdag ochtend! :-(

Après la pluie le beau temps

Zaterdag 28 juni 2014

Dat is een titel van een boek van de Comtesse de Ségur, waar ik vandaag constant moest aan denken!

Na weer een slechte nacht (veel te warm op deze kamer), een snel ontbijt (ik had deze keer toch discreet wat laten wegglijden in mijn tas in plaats van in mijn maag), snelle boodschappen in het nabijgelegen warenhuis (vooral bananen: die bewaren veel gemakkelijker dan komkommersla!) werd ik om 10 uur opgehaald door een taxi. Ik had voordien snel gebeld naar de camping in Aubigny om mijn komst te melden en de uitbater zou op mij wachten om mij te helpen de te zware spullen in te laden.

Wat hij niet had verteld aan telefoon: in Aubigny  goot het! Al een poosje daarvoor stelden de taxichauffeur en ik vast dat de regen die in Bourges nog net niet uit de lucht viel, steeds intenser werd naargelang we Aubigny naderden. Want, uiteraard praatten we wat tijdens die drie kwartier durende rit. Over zijn vrouw en kinderen, en ook over Walen en Vlamingen. Weer kreeg ik de indruk dat zij hier allemaal denken dat Vlamingen en Walen bij ons al vechtend over de straten rollen! En weer deed ik mijn uitleg waarbij ik voor de zoveelste keer vaststelde dat zij allemaal denken dat Walen en Franstaligen onderdrukt worden! :-) Die media toch!!!

Ik stond net bij de tent, in de gietende regen,  onze tafel en stoelen op te plooien, nadat ik ons koelkastje had uitgeschakeld en tassen uit de auto had gehaald om te herschikken, toen de uitbater ineens naast mij stond. Hij merkte meteen op dat het koelkastje voor mij het grootste probleem zou vormen, bracht dat naar de auto en wilde me daarna helpen de tenten op te plooien. Toen ik begon met de leeftent, zei hij ineens: ‘Zeg, laat die tenten zo staan. Ik zal ze opplooien zodra het niet meer regent en de tenten droog zijn. Als je ze nu wegbergt en de auto wordt bijvoorbeeld pas binnen een week opgehaald, kun je die doorweekte tenten wel wegsmijten!’.

Dat vond ik een uitstekend en heel lief voorstel, maar zou hij er wel in slagen zonder aanwijzingen? Of moets ik hem een link sturen naar een voorbeeldfilmpje? ‘Zeg,’ antwoordde hij, ‘kom eens zien!’  En ik werd voor de zoveelste keer fier meegetroond naar het zwembad dat hij zelf heeft geplaatst, zonder aanwijzingen.

‘D’accord’, maakte ik duidelijk dat ik begreep wat hij bedoelde: als hij dat kan, kan hij die Quechua-tenten ook aan. Hij vroeg of hij me nog met iets anders moest helpen, maar de rest kon ik zelf wel aan (ik had terloops gehoord dat hij ergens verwacht werd rond 14 uur).

In de gietende regen pakte ik dus nog wat in, zette een tas met de cadeautjes voor Matthias en Elena op mijn autostoel (jullie krijgen jullie kleine verwennerij pas als de auto thuis is, “kindjes” van ons!), haalde ik enkele spullen uit de tassen om mee te nemen naar dit hotel, en sloot de auto af. En toen besefte is dat ik bij het onthaal én de autosleutels, én de autopapieren moest afgeven… En dat ik de camping nog moest betalen.

Ik haalde dus die papieren uit de auto, vergewiste me ervan dat ik zelf nog een sleutel had van de auto, legde mijn rugzak min mijn portefeuille in de auto en liep naar de receptie met de papieren en de autosleutel. Ik trof de uitbater nog net die tegen mij zei: ‘Hé, goed dat je daar bent: Ik heb jouw e-mailadres vergeten te vragen in verband met die vertalingen!’

Kijk, van zulke mensen hou ik: hij bleek zelfs niet te beseffen dat ik nog niet had betaald! Ik antwoordde: ‘En ik was vergeten jou te betalen!’ :-)

We regelden alles (en ik moest daarvoor een belangrijk telefoontje onderbreken – die uitbater had immers een afspraak om 14 uur).

Het was een telefoontje van Roger: hij mocht eindelijk opstaan!

Uiteraard wilde ik zo snel mogelijk bij hem zijn. Dus belde ik eerst een taximaatschappij van Aubigny op. Geen antwoord (siësta?).

Omdat ik nog tijd genoeg ervoor had, besloot ik dan naar de bushalte in het centrum te stappen, ondanks de constante regen. Dat ging vlot (in die richting daalt het constant heel lichtjes). Ik was al een heel eindje onderweg toen ik besefte dat ik het tasje met de cadeautjes voor de kleinkinderen in de auto had laten liggen. Even heb ik getwijfeld maar ik besliste uiteindelijk toch maar terug te keren naar de camping. Nadat ik dat pakje uit de auto had gehaald, heb ik, terwijl ik in een zaaltje, dat de uitbater speciaal voor mij had opengemaakt, een banaan at én een chocoladebroodje dat ik deze ochtend in mijn tas had laten glijden, heb ik gebeld naar de taximaatschappij uit Bourges (die me naar Aubigny voerde). Ze herkenden me meteen en beloofden me zo snel mogelijk te komen afhalen aan de camping.

Ik stond daar dus een goed half uur te wachten, vaak onder regendruppels (echt regenen deed het niet meer). Maar… Ik heb me nuttig gemaakt: aan enkele mensen die zich wilden installeren op de camping heb ik uitgelegd hoe dat kon bij afwezigheid van de uitbater. Die vlak nadien aankwam, en mij bedankte: ‘Ik heb aan u  een nieuwe medewerkster! Hoeveel verdient u, mevrouw?’ :-)

Hij sprak nog over die vertaling van zijn website en ik weet nu al dat als het doorgaat, ik die man een serieuze korting zal geven! Wat die allemaal voor ons heeft gedaan!  Zelfs de prijs voor het stallen van de tenten en de auto heeft hij serieus naar beneden getrokken!

Tijdens het wachten, belde ik even naar Roger (bedankt, Hendrik dat jij hebt gemaakt dat ik dat weer kan!). Die bleek vol ongeduld op mij te wachten voor zijn eerste “wandeling”.

Ik was daar om 15 uur (de taxi moest immers van Bourges komen en terug naar Bourges rijden).

Roger was duidelijk blij dat ik er was, zijn buurman, de man van 90 jaar, leek bitter.

Tijdens een gesprek vertelde hij me dat zijn vrouw (en dat had ik gisteren dus verkeerd begrepen: ik dacht dat ze voor goed was opgenomen) alleen in een rusthuis vertoeft als hij in het ziekenhuis ligt. Ze kunnen geen contact met elkaar hebben, want zijn vrouw heeft daar geen telefoon (‘en zelfs geen tv’, vond hij nodig daaraan toe te voegen), ‘ze doet de hele dag kruiswoordraadsels en alleen als een van onze zonen haar gaat bezoeken, kan ze, via zijn mobieltje, met mij in contact komen. Ik ben het hier kotsbeu. Wat ze mij hier geven van medicijnen kan ik evengoed thuis slikken, en dan is mijn vrouw bij mij. En dan dat eten zonder een puntje zout! Smakeloos!’

Ik had echt met hem te doen! Denken geneeskundigen dan alleen aan medicijnen en niet aan de kwaliteit van het leven?

Roger vond zijn soep deze avond te flauw (en hij is echt weinig zout gewend) en vroeg dus of ik ergens zout wilde zoeken. Dat heb ik voor hem gevonden en verkregen nadat een verpleegster eerst nakeek of hij zout mocht hebben.

Ik kreeg twee minuscule zakjes zout, waarvan ik er een aan zijn kamergenoot gaf. Als hij daardoor een paar jaar vroeger dan op 100 jaar sterft, vind ik dat veel minder erg dan dat hij binnenkort sterft aan verveling, aan gebrek aan zijn vrouw en aan  haar lekkere bereidingen!

Ondertussen was ik al eens met Roger gaan wandelen (naar buiten, want ik wilde een sigaret opsteken).  Dat ging vlot!

Ik nam, in de gietende  regen,  om 19:30 de bus terug naar het hotel, waar ik eerst mijn voeten waste (die waren vuil van op de camping) en daarna ging eten. Voor iets meer dan 13 euro, een “papillot van kip en groenten”.

Deze keer veel vreemdelingen in het restaurant: Spanjaarden, Italianen, Engelsen. De meesten dronken water bij hun eten, eigenaardig!

vrijdag 27 juni 2014

Weer vanuit mijn hotel

Ik beeldde het mij niet in: ik zit echt liever op een camping dan op hotel. Het (pseudo: ik had het vorige nacht veel te warm en heb dus heel slecht geslapen) comfort op hotel weegt voor mij niet op tegen de vrijheid en de gemoedelijkheid van een camping.

Deze ochtend ging ik rond 8 uur ontbijten. Een heel buffet voor 9,50 euro, waar ik amper kon van genieten met mijn mussenmaag. Had veel zin om enkele zaken mee te nemen voor ‘s middags… Maar dat doe je nu eenmaal niet. Voor mensen die zich met de keuzes uit zulke buffetten kunnen volproppen tot ‘s avonds is die formule natuurlijk wel interessant (ik denk dus voor Roger ook) maar voor mij…

Dus liep ik daarna even naar het warenhuis om de hoek, en kocht daar voor deze middag een komkommersla met platte kaas, enkele bananen en… Plastic vorken. Toen ik terug in de kamer kwam, besefte ik dat deze toch nogal dure kamer geen koelkast biedt! En mijn slaatje moest gekoeld bewaard worden. Ik legde het pakje dan maar op wat ik dacht de koelste plek te zijn en ging even de stad in. Ik had immers gemerkt dat ik niet ver logeer van het paleis van Jacques Coeur dat we bezochten in, denk ik, 1983. In de zon was het al heel warm, in de schaduw was het fris dankzij een briesje. Rond 12 uur nam ik de bus naar het ziekenhuis, waar ik om 12:45 uur aan de kamer van Roger stond, maar werd tegengehouden door een verpleegster: ik mocht pas binnen een dik half uur terugkomen. Dan maar wat gelummeld rond het hospitaal. En bang geweest dat mijn slaatje slecht zou worden.

Rond 13 uur liep ik weer het ziekenhuis binnen, ontmoette daar een buur van Roger (van op de afdeling spoedgevallen) die me aansprak en met wie ik nog een hele tijd praatte (hij mocht naar huis) en om 13:20 uur stond ik opnieuw aan de deur van Rogers kamer. Hij werd toen net weggebracht voor een doppleronderzoek van de benen. Eindelijk: ik vermoedde immers al lang dat zijn lange staties voor de pc thuis, en onze soms te lange ritten flebitis konden veroorzaakt hebben. De vorige keer dat Roger een embolie kreeg, dacht men ook aan zijn benen als oorzaak, maar toen is er niets gevonden.

Ik was net mijn (nog niet slecht geworden) komkommersla aan het eten met een plastic vorkje toen een verpleegster mij kwam halen. Ik krijg dan altijd een kleine paniekaanval (het is niet omdat ik er luchtig over doe dat ik niet besef wat een embolie is!)

Het ging echter alleen over Roger die mij miste en had gevraagd of iemand mij wilde gaan halen. De lieverd!

Er werden inderdaad bloedstolsels in de benen aangetroffen. De medicijnen die hij nu krijgt werden een klein beetje aangepast (in feite krijg je voor een embolie hetzelfde toegediend als voor flebitis) maar Roger zou nog steeds moeten blijven liggen.

Hier een kleine parenthese. Ik weet dat de standaardbehandeling tegen flebitis platte rust is. Mijn vriend uit de “Ardenne profonde” vertelde mij echter een aantal jaren geleden (toen hijzelf een flebitis kreeg na een vliegtuigreis) dat men tegenwoordig integendeel aanraadt veel te bewegen. Roger had zich dat blijkbaar herinnerd, want hij sprak erover en deze dokter zei dat het toch best was even niet te bewegen zodat de klonters weer niet naar de longen worden meegevoerd. Thuis zal ik echt eens moeten opzoeken wat nu wel de beste methode is om van die klonters af te geraken!

Terwijl ik mijn komkommers aan het opeten was (dus nog voor men mij bij Roger bracht) kreeg ik weer een telefoontje van de verzekering. De repatriëring zou niet voor maandag gebeuren (dat had ik al vermoed). En er wordt van mij verwacht dat ik ons kampeergerief opberg in de auto. Probleempje dus, ten eerste omdat als ik ‘s avonds de bus neem naar Aubigny, daar de spullen opruim (hopelijk vind ik iemand om mij te helpen, want bijvoorbeeld ons koelkastje is veel te zwaar voor mij), geraak ik niet meer in Bourges dezelfde avond… En heb ik in Aubigny geen tent meer om in te slapen. ‘Geen probleem,’ vond mijn gesprekspartner, ‘je neemt een taxi naar Aubigny en terug en de verzekering betaalt die terug’.

Zo zal ik het dus doen, alleen kon ik na dat telefoontje uit België niets meer doen met mijn mobieltje: geen krediet meer! :-(

Roger werd van Intensieve Zorgen overgebracht naar een gewone kamer. Hij ligt daar met een man van 90 jaar die in Aubigny woont! Ongelooflijk kloeke man voor zijn leeftijd (hij ligt daar omdat hij wat last heeft met de ademhaling). Hij vertelde ons hoeveel operaties hij wel heeft doorstaan, over zijn vrouw die al in een rusthuis zit (hoe triestig!), klaagde over het eten (te flauw) en ik vertelde hem dat bij ons het ziekenhuiseten veel minder gezond is (ik heb er weer op gelet: Roger kreeg vandaag alles bij elkaar zeker vier porties groenten, twee porties eiwitten - vis en ei, twee keer een beetje kaas, en zeker drie porties fruit. Hij klaagt wel over het ontbijt dat typisch Frans is: brood, boter en jam.

Over het eten in dat ziekenhuis kan ik dus alleen maar positief berichten. Maar… Tussen het bed van Roger en die man hangt er zelfs geen gordijn. Als Roger een gevoeg moet doen (op de pan dus) hangt hij voor zijn discretie af van de goodwill van zijn gebuur – die daar wel blijk van gaf, gelukkig!

De buur van Roger klaagde ook over de toestanden in de Spoedopname. Terecht! Zulke toestanden kon ik me echt niet inbeelden in een land als Frankrijk!

En het is duidelijk dat beiden zich tot en met vervelen (nee, zelfs daar geen wifi! Wel televisie – waar die man veel geld heeft voor betaald, en daarop eigenlijk, volgens beiden, niets interessants).

Terwijl ze allebei hun avondmaal aten (die man met hele lange tanden: zijn vrouw kookte zeker heel goed?) nam ik afscheid om de laatste bus te halen.

In het hotel liet ik eerst mijn verblijf verlengen tot maandag, liet ik een taxi bestellen tegen morgen 10 uur, en ging ik daarna iets eenvoudigs eten: voor 9,50 euro een gemengd slaatje en een kippenbil met weer sla en frietjes (die ik niet opat). Daarbij een kwart liter wijn (niet in de prijs inbegrepen: we zijn niet meer in Spanje hé!).

Terwijl ik daarna, terug op mijn kamer, met mijn linkerhand mijn laptopje bediende en heel veel mails vond, belde ik met de rechterhand naar Roger (van mijn kamertelefoon naar de telefoon op zijn nieuwe kamer, die ik daarstraks even was gaan laten activeren). 

Mijn liefje had mij al proberen te bereiken en men had hem gezegd dat ik in het restaurant zat.

Ondertussen heeft Hendrik wat geld op mijn GSM-account gezet en kan ik dus weer telefoontjes van de verzekering ontvangen. Nee, vrienden en “kindjes”, bellen jullie niet ook allemaal tegelijk! Ik heb dat geld immers nodig om onze repatriëring te regelen!:-)

Nu ga ik slapen. Ik ben wel niet de zieke, maar ik voel me heel moe! :-)

donderdag 26 juni 2014

Vanuit een Ibis-hotel in Bourges

22:15 uur

Nadat ik een kamer had gereserveerd in de Ibis van Bourges vertelde de campinguitbater me dat hij vandaag ook in Bourges moest zijn: of hij mij mocht komen “plukken”. Dat heb ik uiteraard niet geweigerd en het werd een heel aangename rit. Hij sprak over al zijn plannen (en bij sommige zou ik kunnen helpen in de hoedanigheid van vertaalster), over zijn levensfilosofie, over zijn zoon en zijn echtgenote, over kampeerders die vrienden waren geworden. Hij vroeg me ook of het echt zo dwars zat tussen Walen en Vlamingen. Ik zei dat de zaken werden opgeklopt in de pers maar dat de meeste Walen inderdaad geen moeite deden om onze taal te spreken (en ik gaf als voorbeeld mijn beste vriend). Hij gaf toe dat Franstaligen (en Fransen nog het meeste) een beetje neerkijken op mensen die geen Frans spreken.

Om 15 uur was ik bij Roger (ik vermoed een paar minuten later dan wanneer ik de bus had genomen) die zich verveelde. Hij had wel lekker gegeten, en dat moet ik dat ziekenhuis aangeven: wat ze de patiënten serveren is veel gezonder dan wat je bij ons krijgt. ‘s Middags en ‘s avonds groenten, fruit en kaas, de ene keer wat vlees, de andere keer wat vis, terwijl je bij ons maar een keer groenten krijgt per dag, amper fruit en des te meer brood met toespijs. We moeten echt leren van ons brood de toespijs te maken!

Wat dan wel eigenaardig is: in de cafetaria vind je geen gezond eten. Ik had honger en wilde minstens een sandwich met sla kopen: te laat, op dat uur waren er nog alleen gebakjes en appelflappen. Ik heb mijn honger dan maar gestild met een appelflap.

Roger vertelde me dat hij vroeger zou gerepatrieerd worden dan voorzien: ik moest de verzekering bellen (en van al dat bellen geraakt ons belkrediet op!).  En dat hij bezoek had gekregen van een diëtiste. Het meeste van wat zij vertelde klopte wel, maar blijkbaar kende ze het verschil niet tussen omega-zes en omega-drievetzuren en beweerde ze dat alle plantaardige olies goed waren. Ik maakte die fout vroeger ook, maar ik ben geen diëtiste! Ze sprak naar het schijnt ook niet over het belang van vis eten.

Om 16 uur (einde van de eerste bezoekperiode) nam ik de bus naar het centrum om me in het hotel in te schrijven. Eerst was het even zoeken, maar weldra bleek dat dichtbij de halte van de autocar naar Aubigny gelegen te zijn. Wat is die Ibis duur geworden (we hebben, lang geleden, eens in een Ibis geslapen)!

Terwijl ik mijn lichte bagage (enkele kleren) op de kamer legde, een telefoontje van het ziekenhuis. Ik geraak dan altijd in paniek: zou het slechter gaan met Roger dan mij leek? Nee hoor: het was in verband met die repatriëring.  Hoewel ik vreselijk dorst had (het was drukkend warm) nam ik dus maar zo snel mogelijk de bus terug naar het ziekenhuis. Onderweg daar naartoe begon het te regenen (gelukkig niet te onweren, zoals ik had verwacht). Ik bedacht op die bus, en later ook terwijl ik terug naar het hotel reed, dat Roger en ik dat te weinig doen: in een stad gewoon een bus opstappen, rijden tot aan de terminus en daarna een andere bus terugnemen. Je ziet zo heel veel van de stad! :-)

Roger zag er nog beter uit dan toen ik hem verliet, en verveelde zich nog meer: geen boeken, geen televisie, geen internet, zijn mobieltje werkt niet en hij mag nog niet opstaan.

Enkele telefoontjes met de reisverzekering maar alles is nog niet geregeld. Ik heb hier voorlopig tot zaterdagochtend geboekt.

Ik had gelukkig de uren van de bus gecheckt voor ik het hospitaal binnenging. Anders was ik te voet naar de stad moeten gaan: ik was immers eerst zinnens tot 20 uur bij Roger te blijven terwijl de laatste bus om 19:30 vertrok!

Mijn eerste werk toen ik in “mijn kamer” aankwam, was een sigaret opsteken (ik weet het, niet gezond, maar suiker is ook niet gezond). Ik had immers een kamer voor rokers gekregen!

Daarna ging ik eten en ik werd blij verrast door de vrij democratische prijzen. Een plaatselijk gerecht (poule au pot) met veel groentjes voor 14,70 euro (er waren nog goedkopere gerechten, maar ik had echt zin in kip), een kwart liter lekkere rode wijn voor 5,80 euro, een gratis karaf water; en deze avond, hier op de kamer, nog een Grimbergen voor 5 euro (dat is wel heel duur… maar ik had echt zin in een biertje). Nu, Grimbergen – gebrouwen in Alken – vind ik wel niet het lekkerste bier.

In het restaurant viel het me op dat de meeste (oudere) mensen  alleen kraantjeswater dronken. Dat ben ik niet gewend in Frankrijk! Zijn de gewoontes aan het veranderen (de meeste mensen spraken Frans, dus vermoed ik dat het Fransen waren)?

Deze avond veel berichtjes en e-mails beantwoord. En dan vind ik het toch zo erg dat ik niet even een mailtje naar Roger kan sturen!

Ik heb wel al een heel programma voor morgen opgesteld: eerst hier ontbijten, dan wat fruit kopen voor morgen middag (hier vlak naast is er een Leclerc-warenhuis), misschien daar ook kijken of ik iets interessants vind om morgen als avondmaal te gebruiken terwijl Roger weer zijn gezond diner krijgt, en daarna zorgen dat ik om 13:30 uur bij Roger ben.

Wat ben ik blij dat ik praktisch meteen doorhad dat er echt iets mis was met Roger! En dat ik hem heb kunnen overtuigen naar een dokter te gaan. Wat ik wel nog steeds niet begrijp, is waarom hij zo lang op die chaotische spoedafdeling moest blijven, zonder aangepaste zorg!

P.S. Ik heb de indruk dat het Ibis-personeel heel hard moet werken!

Inderdaad een embolie

10 uur

Gisterenochtend kregen Roger en ik een ontbijt aangeboden (koffie of thee, broodje, jam, boter) en daarna was het weer wachten. Ik vraag me echt af waarom hij niet naar een kamer wordt overgebracht vermits het zelfs voor ons leken duidelijk is wat er aan de hand is. Ik spreek wat met andere patiënten die soms al langer dan Roger op die “spoedgangen” liggen en krijg te horen dat dit de normale gang van zaken is in dat hospitaal: eerst een officiële diagnose en daarna pas naar een kamer.

Iets voor 12 uur zien we eindelijk de dokter van dienst die bevestigt dat Roger een longembolie heeft en dat hij het heel rustig aan moet doen. Hij zal een weekje in het ziekenhuis moeten verblijven, van repatriëring is voorlopig geen sprake: te vermoeiend en dus te gevaarlijk. Om 12 uur wordt hij naar een kamer gebracht terwijl ik even moet wachten. Men zou mij komen halen. Om 13;30 uur sta ik nog steeds te lummelen en ik beslis zelf naar Roger op zoek te gaan: men is vergeten mij te komen zeggen dat hij op Intensieve Zorgen ligt.

Als ik bij hem binnenkom, is hij aan het eten. Hij heeft kip gekregen, wat hij niet lust, dus eet ik die maar op en laat de groenten aan hem.

Om 16 uur is het bezoekuur afgelopen. Ik neem de bus naar het centrum, zoek een poosje naar de bushalte van de autocar naar Aubigny, kijk wat rond naar hotels. Ik vind het immers niet zo leuk dat ik ‘s avonds niet meer in Bourges geraak voor het volgende bezoekuur.
In een bomvolle autocar rijd ik mee naar Aubigny, waar ik nog een half uur goed moet doorstappen naar de camping.

Ik heb ‘s avonds geprobeerd Roger te bereiken op zijn mobieltje: tevergeefs. Uiteraard maakte ik me zorgen (en mijn avondmaal, waar ik eigenlijk geen zin in had, bestond uit een homp brood, een ei en wat chocolade) maar deze ochtend belde ik dan maar de spoeddienst op waar men mij zei dat mobieltjes niet werken op die afdeling. Ze gaven me even Roger door die zich ook al zorgen maakte (over mij).

Ik heb zopas een douche genomen, wat sojamelk gedronken en wat kleren ingepakt. Straks, voor ik de autocar van 13:30 uur naar Bourges neem (eerst een half uur flink doorstappen in de zon die nu al volop schijnt) ga ik de campinguitbater waarschuwen dat ik zal proberen een hotel te boeken in Bourges.

Ongelooflijke toestanden op een spoedafdeling

Dinsdag 24 juni 2014 (in feite al woensdag 25 juni).

Deze ochtend heel vroeg kwam een verpleegster bloed afnemen bij Roger. We moesten daarna wachten tot na 15 uur voor we naar de dokter mochten bellen voor het resultaat. Dat maakt dat het tegelijk een luie en zenuwachtige dag werd. We maakten een korte wandeling naar de vijvers, maar nog voor we daar waren, was Roger buiten adem. Ik wist genoeg! En dat werd beaamd toen we belden: alles wees weer op een longembolie. De dokter zou een ambulance sturen naar de camping en Roger zou naar de spoedafdeling van de Centre Hospitalier Jacques Coeur in Bourges worden gebracht.

Het werd echter zo lang wachten op die ziekenwagen dat ik toch nog maar eens belde: bij een longembolie moet je immers zo snel mogelijk ingrijpen! Dat die ambulance wegbleef, was normaal, antwoordde men mij: men wist immers niet van waar die moest komen.

Om 17 uur werd Roger eindelijk opgehaald (en ik mocht mee, al wist ik niet hoe ik weer op de camping zou geraken vermits de laatste bus van Bourges naar Aubigny om 17:45 uur vertrekt). Om 18 uur reden we de spoedafdeling binnen waar ons meteen de chaos opviel. Zoveel volk, zoveel brancards, in de kamertjes én in de gangen, zoveel begeleidende mensen, een wirwar van verpleegkundigen.

Het eerste onderzoek beperkte zich tot enkele vragen. Daarna werd het wachten en wachten. Om 21 uur begon mijn maag serieus te grommen. Men verwees mij naar een automaat waarin vooral zoetigheden werden aangeboden. Ik vond er wel één grote sandwich van dat smakeloos, plasticachtig wit brood, en besloot dat te kopen voor ons beiden. Helaas, er ging iets mis: mijn geld was ik kwijt, maar het broodje kwam niet te voorschijn. Roger vond het niet zo erg (had niet echt honger, waarschijnlijk omwille van de terechte zenuwen) maar ikzelf begon al scheel te zien.

Om 21:45 uur waren we nog steeds aan het wachten. Roger stelde voor dat ik een taxi zou bellen en vragen om mij naar een niet te duur hotel in de buurt te brengen. Ik aarzelde nog even maar bedacht toen dat het er naar uitzag dat er vandaag toch niets meer zou gebeuren en vroeg aan de receptie het nummer van een taximaatschappij (adressen van hotels had ze niet). Mijn telefoongesprek met de taximan was op zich al heel speciaal! Ik vroeg: ‘Kunt u me brengen naar een niet te duur hotel in de buurt van het hospitaal?’ waarop hij antwoordde: ‘Op dit uur zijn alle hotels al volzet, vrees ik. Zoek maar eerst zelf uit waar u wilt logeren en bel dan terug.’

Ik denk dat ik een beetje boos moet hebben geklonken toen ik zei: ‘Hoe kan ik dat uitzoeken? Ik sta hier aan de ingang van de dienst spoedgevallen en ken Bourges helemaal niet!’ (het is niet omdat je eens een stad hebt bezocht dat je die kent). De man werd iets vriendelijker: ‘Bon, ik zal er eentje zoeken en ik bel u terug’.

Terwijl ik wachtte, ging ik maar terug naar Roger. Die nog steeds wachtte op een onderzoek.  Ik had heel die tijd moeten rechtstaan ( veel te weinig stoelen voor begeleiders) en was blij dat ik eindelijk ergens een vrij gemakkelijke fauteuil leeg zag staan die ik maar tot bij het bed van Roger sleepte (iedereen leek toch maar te doen wat hij wilde, dus waarom ik niet?).

Om 22:45 uur nog steeds geen antwoord van de taximan, maar kwam er wel een verpleger vragen aan Roger hoe hij zich voelde (! Roger voelde zich goed, rustig zoals hij daar lag, alleen had hij een beetje angst). Terwijl Roger en de verpleegkundige over die dingen bezig waren (en over het feit dat wij geen Duitsers waren zoals hij dacht), vroeg de man ineens of hij mijn fauteuil mocht hebben. Ik besefte toen dat ik een rolstoel had bemachtigd en uiteraard vond ik dat dus goed. Ik zag hem echter die stoel aan een andere begeleidster geven die volgens mij even oud was als ik. Ik kreeg in ruil een krukje. ‘Hij zal me zeker jonger schatten dan haar,’ lachte ik met Roger terwijl mijn hoofd bijna barstte van de honger. Die man had dat blijkbaar opgemerkt, want nu moest ik vertellen hoe ik me voelde. ‘Hongerig’ als antwoord was voldoende om hem een kleine maaltijd te voorschijn te doen toveren: een broodje, kaas, yoghurt en een paar abrikozen. Inderdaad meer dan voldoende voor mij.

23 uur: eindelijk krijgt Roger een dokter te zien. Die inderdaad denkt aan een embolie. Er wordt dus een foto gemaakt van de longen, en weer eens bloed afgenomen. Ik heb pas iets gegeten en voel me dus niet meer zo zwakjes, heb het lef te vragen waarom er weer bloed moet afgenomen worden. De uitleg bevredigt me (nu gaan ze meer “markeerders” nakijken).

Ondertussen wacht ik op Roger (en “mijn” krukje is al lang door iemand anders, die het rechtstaan beu is, ingenomen terwijl ik even rondwandelde in en rond het hospitaal).

0:25 uur: Roger komt terug en zijn bed wordt naar die overvolle gangen gebracht. Ik volg met zijn tassen (zijn kleren, tablet, mobieltje enzovoort) die we deze ochtend snel uit de auto hebben gegraaid, en met mijn rugzak en ons laptopje, mijn mobieltje plus de nodige laders. Ik sta nog altijd recht naast het bed van Roger (en – gelukkig! – had ik ook mijn wandelstokken bij: die zijn niet alleen goed om te stappen, ook om heel lang recht te staan, dienen ze prima als steun!)

Maar…Ineens krijg ik zomaar een stoel van een van de verplegers aangeboden. Daar geniet ik even heel fel van, tot die, omdat ik even buiten ging roken, weggenomen werd door “iemand”. Weer ontfermde zich een verpleger over mij (nee, ik had echt niet geklaagd, ik had zelfs opgemerkt dat de meeste andere begeleiders van vermoeidheid van de ene voet op de andere zaten te dansen) een krukje aangeboden.

Ondertussen nog een verpleger die nog eens vraagt hoe Roger zich voelt en waar ik  zal slapen. Ik vertel de episode over de taximan, en, ik geef het toe, bijna  huilend, zeg ik: ‘Ik blijf dus de hele nacht buiten, of ik blijf bij Roger’.

‘L’hôpital  est le meilleur hôtel',’antwoordde hij, ‘même s’il n’est pas toujours confortable’. Iets dergelijks hadden de ambulanciers ook tegen mij gezegd toen bleek dat ik niet wist waar ik de nacht zou doorbrengen.

0:45 uur: ik krijg weer een kruk cadeau van een verpleger. Roger is in slaap gevallen. Ik zie en ruik armoede rond mij. Stank (pies, kak, zweet – en ik vrees dat ik ook die laatste geur verspreid:  het is immers vrij warm) en begeleiders die, zoals ik, niet echt weten waar naartoe. 

Als ik Roger echt heel vredig hoor ademhalen terwijl hij in slaap is gevallen, leg ik mijn hoofd neer op mijn rugzak die me altijd begeleidt en die ik aan de voet van Roger zijn bed heb gelegd. En warempel, ik val in slaap in die houding.

Ik begin net te dromen als ik wakker word gemaakt: mijn kruk staat in de weg van die vele brancards en bedden die af en uit worden gereden door de vrij smalle gangen!

En dan was ik zo kwaad dat ik even mijn zenuwen ging kalmeren met een sigaret buiten.

Tijdens mijn wandeling terug naar Roger ontdek ik 3 lege wachtkamers in de onmiddellijke buurt van de afdeling “Urgences”. Waarom worden bedden van patiënten die toch niet van te nabij worden gevolgd niet daar naartoe gebracht? Daar is immers plek genoeg en het ligt een halve gang verwijderd van “les urgences”.

Om 3:45 uur hoort Roger (die sliep en daarvoor wordt wakker gemaakt) van een verpleger dat hij het heel rustig aan moet doen. De analyses zijn eindelijk verwerkt en zeggen niet meer dan wat we vermoedden.

Ik krijg van een verpleger of een dokter (ze zijn niet te onderscheiden) een rolstoel in plaats van die kruk.

Roger valt weer in slaap (hij maakte zich zorgen om mij, de lieverd!). Ik val ook in slaap. Tot om 5 uur de schoonmaakploeg eraan komt, met veel lawaai. Roger en de meeste patiënten worden daar echter niet wakker van.

Ik wel en ik kan dus observeren hoe ze schoonmaken. Ik ben zelf geen goede huishoudster maar wat ik zie slaat alles. Ze laveren met hun borstels tussen de bedden en brancards, het meeste vuil blijft liggen (plastic, stukjes watten, stof).

Ik had tijdens mijn wandelingen rond de spoedafdeling ergens een minibadkamertje ontdekt en ga me daar even opfrissen (mijn zakdoek doet dienst als handdoek) en mijn tanden poetsen (dat gerief had ik bij). En als ik terugkom, is Roger wakker…

Nog steeds komen er constant spoedgevallen binnen en de gangen staan volgepropt met bedden.

maandag 23 juni 2014

Weer iets mis met Roger?

Maandag 23 juni 2014

Daarnet geraakte ik vlot online maar nu blijkt de verbinding weer verbroken: deze post kan ik vandaag dus niet opladen.

De regen die ik gisteren verwachtte, kregen we deze ochtend en tot 17 uur bleven er druppels uit de lucht vallen. Echt stortregenen deed het dus niet, maar je werd niettemin nat!

We liepen wat rond in Aubigny (en hadden medelijden met wat ik dacht een beginnende facteur te zijn die in de hoofdstraat hopeloos zocht naar huisnummers). Ik bekeek de huizen dus zelf en inderdaad, ofwel stond er geen nummer bij, ofwel moest je het op een ongebruikelijke hoge plaats zoeken.

Aubigny is een ontzettend mooi en gezellig stadje, maar omwille van de regen hebben we deze keer geen enkele foto gemaakt. Ikzelf heb er al voldoende keren over geschreven, ik ga deze keer niet in herhaling vallen, maar hier vinden jullie er meer over.

We reden ook wat rond in de buurt, wandelden kort in enkele niet veel zeggende dorpjes (en, hoewel zelfs in zulke dorpjes rondwandelen mij normaal gezien aanstaat, met de regen die we hadden, was het helemaal niet leuk). In een van die (vorige jaren al bezochte) dorpjes zagen we enkele straten afgesloten, zelfs voor voetgangers: gevaar van een huis dat op instorten stond. 

Daarna liepen we nog wat rond in Aubigny en we kwamen terecht bij de Aldi waar we even binnengingen. Het was niet echt onze bedoeling maar we kochten er het een en ander. En beseften bij het buitenkomen van de winkel dat we noch de auto noch een boodschappentas bijhadden. Roger ging dus de auto halen terwijl ik met onze spullen wachtte en eindelijk het einde van de regen meemaakte!

Het duurde niet lang voor ik onze auto zag komen aanrijden… Maar Roger vertelde me dat hij onderweg er naartoe zich ineens duizelig had gevoeld en heel kort van adem. Hij was zelfs even bang geweest dat hij er niet zou geraken en had zich ervan vergewist (en dat is niet typisch voor hem!) dat zijn mobieltje aanstond zodat hij mij desnoods kon waarschuwen!

Gezien al wat hij al heeft meegemaakt, voelde ik me meteen even fel in paniek als hij (hoewel hij het probeerde te verbergen). Terug op de camping en na een poosje rust en een korte wandeling op de camping zelf, mocht ik van hem toch op zoek naar een dokter. We kregen er een aangewezen door de uitbater van de camping die ons zelfs aanraadde er meteen naartoe te gaan (Roger wilde eerst tot morgen wachten: de malaise was volledig over).

Om 19 uur zaten we (ik met een hoorbaar rammelende maag) in de bijna overvolle wachtzaal van een gemeenschappelijke dokterspraktijk, waar we tot 20:30 uur op onze beurt moesten wachten.

Het werd een heel lang consult, bij, volgens mij, een heel bekwame dokter die niet alleen op zijn geheugen steunde maar ook spontaan online ging om bijvoorbeeld de samenstelling van een medicament dat Roger neemt  en dat in Frankrijk niet (onder die naam) bestaat, na te gaan. Hij dacht ook meteen aan ofwel een embolie (omwille van het lange rijden) ofwel een hartprobleem. Hij dacht ook aan onze lange rijritten, aan ons dieet, en zelfs aan het feit dat ik (misschien) rookte! ,-)

Uiteindelijk gaf hij Roger een sterke bloedverdunner, een recept dat we moesten halen bij de apotheek van wacht (want het was 21:30 uur toen we hem verlieten; en bij die apotheker mochten we binnen langs de zijdeur!) en een briefje (plus telefoonnummer) aan een verpleegster die morgen bloed komt prikken bij Roger voor verdere analyses. Naargelang de uitslag daarvan kunnen we ofwel verder reizen (naar huis) ofwel naar Bourges worden overgebracht (ik kan niet rijden) waar Roger dan even wordt opgenomen in een ziekenhuis. En ik in een hotel zou terechtkomen…

O ja, deze avond heeft Roger niets meer willen eten, en ik heb heel snel een yoghurt verorberd en wat droog brood en enkele abrikozen binnengespeeld.

Wordt vervolgd…

zondag 22 juni 2014

Aubigny sur Nère

Zondag 22 juni 2014

Het reüniegezelschap heeft vannacht zeker tot later dan 4 uur van zich laten horen. Weer een minpunt voor de camping van Montpezat: de uitbater had ons moeten waarschuwen dat we  met lawaai zouden geconfronteerd worden, want dan hadden we de tweede nacht er niet bij geboekt. Nadat het een beetje stiller was geworden, enkele donderslagen en regendruppels: we hebben amper geslapen.

Deze ochtend was het weer zo vreselijk warm… En waren de douches nog niet schoongemaakt!

Iets over 10 uur vertrokken we naar het departement Lot (Montpezat ligt aan de rand ervan), volgden we eerst de vallei van de Lot en klommen daarna de Causses in en volgden later weer de vallei van de Dordogne. Het ging snel (via een snelweg met de nodige dure péages) en we reden voorbij  uitritten naar bekende steden en plekken: Rocamadour, Sarlat, Souillac, Collonge  la Rouge, enzovoort.

Een snelweg blijft echter een snelweg en dus eentonig. Daarom luisterde ik wat naar de radio: een debat over transparantie en een interview met een klassieke balletdanseres. Ik vrees dat Roger het allemaal heel vervelend vond!

Om 13:10 uur een snelle picknick op een aire de repos, om 13:45 uur reden we de Berry binnen en om 13:50 uur de “Pays d’Oïl”.

Nog een korte rust op de “aire des champs d’amour”, die zijn naam niet waard is: nergens schaduw. En even later de uitrit naar Vierzon en van daar, langs het woud van Vierzon, naar Neuvy sur Berangeon en Aubigny.

We waren om 15:30 uur op de camping waar de uitbater ons vroeg: ‘Ha! Zijn jullie terug?’. Het was hier volgens hem 27°C. Goede temperatuur, maar het was drukkend (en veel dondervliegjes: ik was bang dat we regen zouden krijgen).

Na onze installatie gingen we wat rondlopen in de stad, dronken er een biertje op ons “stamterras” waar de bewoners elkaar weer troffen met veel gezoen. Daarna zochten we een restaurant, maar die bleken allemaal (behalve twee, waaronder de Chinees en een dat ons niet aanstond) gesloten op zondag. Roger vond dat raar. Ik niet zozeer: als de autochtonen niet op restaurant gaan op zondag, gaan die niet open blijven voor een handvol toeristen!

We besloten bij de Chinees een paar gerechten af te halen. Het werden er drie: een op basis van kip, een op basis van Sint-Jacobschelpen en een groentemengeling: ruim voldoende voor ons beiden. Daar betaalden we 19,17 euro voor.

Na ons avondmaal bij de tent, terwijl de vinken op de camping bleven zingen, maakten we nog een wandeling rond de vijvers (met hun vele watervogels)  hier vlakbij.

Hier kunnen we online… Maar de verbinding valt constant uit. Ik heb mijn twee vorige posts kunnen opladen, maar weet niet of het met deze post meteen zal lukken.
De regen die ik vreesde hebben we wel niet gehad.

Over onder andere Saint-Antonin-Noble-Val

Zaterdag 21 juni 2014

Toen ik deze ochtend een douche ging nemen, trof ik Roger in het sanitaire gedeelte voor dames. ‘Veel te vies, die douche aan onze kant’, verantwoordde hij zich. Ik ging even een kijkje nemen: inderdaad. Toen  ik gisteren schreef dat ik het niet erg vond dat het sanitair niet heel netjes is, had ik dat gedeelte nog niet gezien! Het hoeft voor mij absoluut niet te blinken, er mogen spinnenwebben hangen, er mag stof zijn maar het mag niet wansmakelijk zijn. Ik heb trouwens van de hele dag niemand iets zien schoonmaken op deze camping (en ben deze avond nog eens gaan kijken; die douche is nog steeds even vies). Een serieus minpunt voor de camping!

Het was warm, heel warm zelfs. We reden via dat mooie glooiende landschap en daarna langs de “gorges de l’Aveyron” naar Saint-Antonin-Noble-Val, het mooie middeleeuwse stadje waar we nog eens waren (niet vorig jaar volgens Roger, ikzelf weet niet wanneer en hier kan ik het niet opzoeken). Daar zagen we dat het 33°C in de schaduw was! Zeggen dat we gisteren Huesca vooral hebben verlaten omdat daar zulke warme temperaturen werden voorspeld!

We wandelden wat rond in de (gelukkig) lommerrijke straatjes, ik vond eindelijk een kleurrijk halskettinkje voor Elena, we bezochten de kerk en we dronken een wijntje  op hetzelfde terras als vorige keer.

P6211251

P6211252

P6211253

P6211259

P6211262 Foto’s Roger

P6210139

P6210140 Eigen foto’s

Het viel ons daar op hoe stil de mensen hier spreken in vergelijking met in Spanje. Zelfs van de conversatie aan het tafeltje naast ons hoorde ik niets. Of ben ik misschien nog dover geworden?

Daarna reden we terug naar de camping, waar we even probeerden (bij de receptie) online te geraken. Dat lukte met de tablet maar niet met deze laptop.

Daarna rust bij de tent met een biertje.  Het was echt veel te heet (mij leek het nog warmer dan in Saint-Antonin). Rond 18 uur gingen we brood kopen in Montpezat. Weinig volk op straat (nog veel te warm, vermoed ik).

We moesten wel even zoeken naar een bakker en vroegen zelfs aan een eenzame oude man waar we die zouden vinden. Hij gaf ons een hele uitleg en daarna vroeg hij van waar we kwamen (tja, ik heb naar het schijnt een Noord Frans accent, en geen sappig Occitaans accent zoals hij). Ik antwoordde: ‘De Belgique’ en toen gebeurde er iets grappigs. De oude man zei: ‘Bienvenue chez nous!’. Ik vroeg me even af of ik daar een politieke connotatie moest achter zoeken! :-)

We aten bij de tent (onder andere weer een liter gazpacho, die we op weg naar Saint-Antonin kochten; hij was wel iets minder lekker dan degene die we in Spanje dronken). En weer rust, of eerder puffen en zweten! Nu pas (het is  20:45 uur) is de temperatuur een beetje draaglijk geworden.

Morgen wil Roger naar Aubigny. Ik hoop dat we daar enkele dagen blijven, want ik weet dat we van daar op één dag thuis geraken. Wat uiteraard Roger zijn bedoeling is: zo snel mogelijk weer thuis zijn! :-(

We hebben hier en in Saint-Antonin wat rondgekeken naar prijzen van “gîtes”, bungalows en “chambres d’hôte”. Te duur om langer dan een week, hooguit twee weken, op reis te gaan… En meestal wordt er verwacht dat je minstens voor twee dagen huurt… Wat betekent dat we niet kunnen vertrekken als het ons niet aanstaat… plus dat je meestal moet reserveren. En dan heb je Roger die het kamperen echt beu is… Niet meer op reis gaan dan maar?

Of een camper? Dat lijkt heel mooi, maar tegen een grote camper heb ik veel bezwaren. Moeilijk rijden, vermoed ik toch, en dat constant opruimen! Je kunt immers niet rondrijden als de tafel niet is opgeruimd of de spullen in jouw kasten niet zo zijn georganiseerd dat ze niet door elkaar rammelen. Een hele kleine camper zoals we in Soria zagen? Maar dan moet je immers ook constant opruimen, of niet? Een kleine caravan? Dat hebben we ooit gehad en dat vond Roger lastig rijden…

Deze avond is het feest in het stadje (muziekoptredens enzovoort). En in de bungalows van de camping is rond 20 uur een heel groot, vrolijk, gezelschap aangekomen. Een familiereünie?

We horen hun geroep en hun dansmuziek, en ook  de optredens uit het stadje tot hier! Hopelijk niet tot stukken in de nacht, want blijkbaar ben ik toch nog niet volledig doof :-)!

Naar Montpezat de Quercy (Frankrijk)

Vrijdag 20 juni 2014

Roger besloot deze ochtend terug naar Frankrijk te rijden(er werden te hete temperaturen voorspeld in Huesca).

Na ons ontbijt reden we dus via de Hoya de Huesca richting Barbastro en daarna Bielsa. Alleen hadden we wat moeite om Huesca te verlaten: om de ene of andere reden voerde onze GPS ons in het rond. Uiteindelijk kwam er weer de plattegrond van de stad aan te pas.

Na Barbastro zagen we de Pyreneeën opdoemen aan de horizon en stilaan reden we de bergen in. Soms een dorp bovenop een berg, bergriviertjes, en vooral die imposante bergen zelf: de Pyreneeën fascineren me telkens opnieuw. Vanuit de auto maakte ik enkele (niet altijd zo geslaagde) foto’s.

P6200098

 P6200097

P6200101

P6200116 Eigen foto’s

We picknickten (brood, ei, fruit, water en een blokje zwarte chocolade) aan de oever van zo’n riviertje.

P6201245

P6201247 Foto’s Roger

Op 1158 meter hoogte reden we de tunnel van Bielsa in (weer moesten we amper wachten) en toen we hem uitreden in Frankrijk, wees onze GPS een hoogte van 1825 meter aan. Dat vonden we eigenaardig, want, net als de vorige keren, hadden we niet de indruk gestegen te zijn.

In Frankrijk was het landschap helemaal anders: we zaten in een groene vallei waar veel schapen graasden (en op de bergflanken koeien)

P6200118 

P6200125 Eigen foto’s vanuit de auto

We reden richting Toulouse (in de buurt waarvan we een poosje in de file zaten), weer lang via een eentonige snelweg met veel péages. Maar vanaf de uitrit naar Montpezat (departement Lot et Garonne) zaten we in een prachtig glooiend landschap.

Om 17:30 uur kwamen we aan op deze camping waar we letterlijk met open armen werden ontvangen door de uitbater. Eigenaardig, want ik herkende hem niet. Volgens mij is het een andere dan vorig jaar in september (of was het toen al oktober?).

Het was warm, volgens de uitbater iets over de 30°C. We vroegen hem waar we een supermarkt konden vinden en hij raadde ons de weg naar Molières aan.

We waren snel geïnstalleerd en deze keer viel me een  parfum op dat er niet was vorig jaar, blijkbaar komende van bloemen in de haagjes die de percelen omringen.

P6200126 Het parfum komt van deze bloem die ik niet ken (eigen foto)

We vonden de supermarkt niet en reden uiteindelijk toch maar richting Caussade (waar we nog gekampeerd hebben en waar we wisten dat er een was). Maar wat hebben we toch nog moeten zoeken!  Toen we de supermarkt eindelijk vonden, was het 19:15 uur en hij sloot om 19:30 uur (daar hadden we niet meer aan gedacht, gewend als we waren aan “supermercados” die om 21:30 uur sluiten). We graaiden dus snel wat blikjes groenten bij elkaar, wat fruit, brood, en een paar flessen (dankzij Roger lekkere) wijn.

Ons avondmaal bij de tent werd dus niet denderend: prinsesboontjes met mayonaise (jawel, bereid met koolzaadolie), haring in currysaus (dat hadden we nog in ons koelkastje), brood en fruit. En, na een kopje koffie of thee, een blikje bier.

‘Hier zitten we dan,’ zei Roger een beetje bitter, ‘leuk is dat kamperen hé?’

En hij gaf toe dat hij het niet meer zo leuk vindt. De leeftijd zeker? Ikzelf geniet er nog steeds van, zelfs van de kleine ontberingen die ermee gepaard gaan. Misschien nog het meeste van dat soort dingen, omdat je dan pas beseft wat een luxueus leven we normaal leiden. Dit wordt echter waarschijnlijk echt de laatste keer! :-(

Na het eten maakten we nog een korte wandeling en in het terugkomen op de camping verraste ons een prachtige zonsondergang.

P6200127 Foto Roger

Ik zal deze post noch vandaag noch morgen kunnen online zetten, tenzij ik de moeite doe om met mijn laptopje naar het onthaal te klimmen, daar in te loggen (heel ingewikkeld herinner ik me van vorig jaar) en, als dat lukt, geduldig eerst een reclamefilmpje bekijk. Ik begin daar liever niet aan.

De camping heeft nog een ander nadeel:  het sanitair is niet zo netjes als we gewoon zijn geworden (zelfs veel minder “proper”  dan de afgeleefde toiletten en douches op de camping van  Huesca) maar dat vind ik persoonlijk niet zo erg. Er is wel (dat vind ik dan weer belangrijk) een apart badkamertje. En de percelen zijn heel ruim en van elkaar gescheiden door haagjes (met dus die geurige bloemen erin).

We hebben voor twee nachten geboekt.

donderdag 19 juni 2014

Rustige dag in Huesca

Donderdag 19 juni 2014

Na ons toilet en ons ontbijt (bestaande uit vooral een papaja die we gisteren hadden gekocht) klommen we langs het park naar het mooie plein Luis Lopez Allué, waar we nog een paar zaken kochten in een speciaal winkeltje.

P6191234

P6191235

P6191236  Foto”s Roger

Daarna liepen we terug naar de Soto Bajo, waar we in een van de zijstraatjes een wit wijntje dronken. We namen daarbij één portie “pulpo”  in olijfolie gebakken met veel paprika. Die bleek zo copieus dat we voldoende hadden gegeten. En de wijn (Somontano, 1 euro per glas!), die was zo lekker dat we een tweede glas bestelden.

P6190094 Eigen foto

P6191241 Foto Roger

Daarna kuierden we wat rond in de stad om uiteindelijk rond 15 uur terug naar de camping te komen. Toen wees de apotheekthermometer 28°C in de schaduw aan. Een zalige temperatuur.

We hadden gisteren avond op Google de adressen van alle Mercadona’s in Huesca opgezocht. Het zijn er vier, waarvan een dus vlakbij de camping. In die laatste wordt dus geen droge Oloroso meer verkocht, maar, zo dachten we, misschien ligt er nog een kleine voorraad in een van de drie andere. Wij dus op zoek. Dat bracht ons een beetje overal in de stad, maar wat we zochten hebben we niet gevonden. Blijkbaar is er in Spanje geen vraag meer naar die sherry.

We kochten wel gazpacho, brood (in onze koelkast hadden we  nog jamon serrano en kaas), en wijn om deze avond bij de tent te eten. Wat we dan ook deden rond 19:30 uur, na wat rust en lectuur. Lekker is dat, gazpacho! Zeker als er niet, zoals soms gebeurt,  water en brood is aan toegevoegd en als de azijn van goede kwaliteit is (hier was het heel lekkere sherryazijn, en trouwens, we hebben nog geen andere gekregen in restaurants en bars)!

Na een halve liter gazpacho was er in mijn maag echter nog maar plaats voor een hompje brood en een beetje serranoham.

Terwijl ik dit schrijf bij nog een glas wijn onder onze leeftent (waar we vijf minuten geleden zijn onder gaan zitten) hoor ik heel veel geroep en gejuich in de campingbar. Weer een voetbalmatch?

Ik vroeg zopas aan Roger wat we morgen zouden doen (zelf zou ik graag nog een dagje blijven… Maar er is hier morgen meer kans op regen én de temperatuur kan boven de 30°C oplopen). Hij wist het nog niet. Roger heeft als ascendant Weegschaal, en die twijfelen vaak. Die eigenschap hindert me vaak in het gewone leven, maar als we op reis zijn, vind ik het prima zo. Ik weet liever niet echt op voorhand waar we naartoe gaan!

woensdag 18 juni 2014

Huesca nog eens

Toen we deze ochtend opstonden, bleek onze buur uit Herk de Stad al vertrokken. Wij merkten dat na de zonnebril van Roger die we enkele dagen geleden stuk hadden teruggevonden, nu ook aan mijn zonnebril een stukje ontbreekt. Gelukkig kan hij nog dienst doen.

Roger wilde terug naar Huesca en ik weet wat dat betekent: overmorgen verlaten we Spanje! :-) Net toen ik begon het spraakdebiet (ze spreken geweldig snel, die Spanjaarden) wat gewoon te worden!

Bij het betalen van de camping in Soria gebeurde er iets dat ik niet kon geloven. De heel jonge receptioniste (volgens mij vooraan in de 20) had moeite om met de computer om te gaan, gaf ons uiteindelijk maar een krabbeltje met de te betalen prijs, en verontschuldigde zich: ‘Ik kan echt niet om met die machines! Zelfs mijn mobieltje zou ik soms zo wegsmijten! Mijn vader kent er meer van dan ik. Ik leef liever ongebonden. Maar, als jullie nog even wachten, seffens komt mijn zus eraan, en die regelt wel een officiële factuur voor jullie’. En ondertussen was ze aan het bellen met haar zus en hoorde ik haar zeggen dat wij zouden vertrekken en normaal gezien niet op haar konden wachten. Dat vonden wij ook niet nodig voor die officiële factuur.

We reden eerst richting Zaragoza via een hoogvlakte met eerst veel akkers maar daarna heel dor. Bijna geen verkeer en vlak na de Puerto de Madero huppelde er ineens een hertenjong de weg over. Roger schrok en ik dacht dat we het dier zouden raken. Dat gebeurde gelukkig net niet.

Daarna werd het landschap wat vruchtbaarder en rond 13 uur reden we weer Aragon binnen. De typische grijze heuvels lieten een poosje op zich wachten,want eerst kregen we nog nog opvallend rode aarde geserveerd.

Maar vlak na Tarazona (waar we enkele jaren geleden nog rondliepen in de zon) zagen we aan de horizon grijze heuvels opduiken  (met bovenop veel windturbines). Nog iets verder links van ons een keten van grijze heuvels (de Montes de Castejon?) en daarna reden we dwars door de typische Aragonese heuvels waarboven geregeld een roofvogel cirkelde.

P6180092 Eigen foto (vanuit de auto)

Nog voor we in Huesca aankwamen zag ik aan de horizon de aanzet tot de Pyreneeën.

We installeerden ons op de camping (het was 29°C), op dezelfde plaats als in het begin van de reis, en daarna wilde Roger even rusten (dit wordt, vrees ik, echt onze laatste tentreis).  Daarna deden we onze boodschappen.

Ondanks het vele lawaai dat uit het restaurant van de camping kwam, gingen we toch daar eten, en weer een menu voor 10 euro. Mijn “plato primero” was heel lekker en eenvoudig klaar te maken: erwtjes met jamon, ui en look, gebakken in olijfolie. Roger kreeg een gemengde salade, en we pikten uit elkaars bord. Onze hoofdschotel (gestoofd lamsvlees) hebben we bijna onaangeroerd laten staan: zo vet! (maar dat was onze fout, we hadden moeten weten dat zulke recepten hier heel vet zijn, en dat de autochtonen dat wel opeten).

P6181228

P6181230 Foto’s Roger

In het restaurant, op  tv, weer een voetbalmatch. Veel lawaai, heel veel volk, twee heel talrijke gezelschappen, maar voor mij was wat naast onze tafel gebeurde interessanter dan die match! Een typische Spanjaard met een  typische mooie vrouw van hier. En maar versieren! :-)

Op een zeker ogenblik begon een van de twee gezelschappen te zingen en terwijl ik wegdroomde bij de mooie klanken vroeg Roger ‘Zijn dat misschien Basken?’ Die zijn immers bekend voor hun mooie samenzang.

Rond 23 uur waren we weer bij onze tent en daar hoorden we ze weer zingen. Roger zei: ‘Het zijn Basken!’

dinsdag 17 juni 2014

en Numancia

Dinsdag 17 juni 2014

De man die ons aanklampte was een Belg, en zelfs een Vlaming. Hij is van Herk de Stad, blijkt onze vroegere vriend daar en zijn familie goed te kennen,  kwam nu van Sevilla waar het nog snikheet is, blijkt veel politiekers te kennen, vertelde veel anekdotes over dat soort mensen, en, omdat we het uiteindelijk hadden over onze respectievelijke manieren van reizen, toonden hij en zijn vrouw, die er ondertussen was bijgekomen, ons hun camper.

Ik begon te dromen! Tot nog toe zag ik alleen campers die me veel te groot leken om gewoon mee rond te rijden, hier stond ik in een minuscuul huisje waarin alles wat je nodig hebt aanwezig is. Misschien is zoiets de oplossing voor het feit dat we te oud worden voor een tent?
Nu, ondertussen zijn hier (onder anderen) twee nieuwe kampeerders aangekomen, de ene met een motor en de tweede op de fiets en met nog veel minder bagage dan wij. En die man lijkt me niet veel jonger dan Roger! Tja, wat is eigenlijk niet veel jonger?

We bleven maar praten en ik was bang dat we niet meer in Numancia zouden geraken (de site sluit immers om 20 uur). We zijn er echter nog goed op tijd aangekomen. Niets moeten betalen omdat we niet op de site zelf konden parkeren (weer wegens werken aan de weg).

Eigenlijk was er niet veel veranderd sinds we daar laatst waren met Zeger en zijn zus. Ik ga hier niet het hele verhaal van de site navertellen, dat vinden jullie hier.

P6177162

P6177163

P6177164

P6177166

P6177167 Foto’s Roger

Na een dik uurtje op die archeologische site reden we “naar huis”, zoals ik de neiging heb te zeggen als we naar de camping teruggaan.

P6177175 Foto Roger

We aten deze avond de rest van gisteren, met deze keer (omdat we meer dan de helft van de gamba’s opaten gisteren) een hard gekookt eitje bij de sla.

Terwijl we voor een kopje koffie na de maaltijd zorgden, kregen we weer bezoek van onze buur. België had een voetbalmatch gewonnen, wist hij, en we vernamen ook dat vooral zijn vrouw een voetbalfan is! :-)

Ons gesprek duurde weer vrij lang. Op een zeker ogenblik vond hij het echt fris worden en ik waarschuwde hem dat het op deze hoogte nog kouder zou worden!

Ik kreeg gelijk, al is het iets minder koud dan gisteren: ik zit hier weer met een lange broek, sokken en een trui te genieten van een glas wijn onder de tent.

Soria en …

Dinsdag 17 juni 2014

Voor ik vertel over deze dag, een opmerking over Wifi op deze camping. Ik vergiste me toen ik gisteren zei dat we er geen verbinding konden mee krijgen. Het lag aan het wachtwoord dat we verkeerd lazen. Ik maakte van een 2 constant een z en van een 1 een i. Het was dan ook in een heel onduidelijk handschrift geschreven en het was pas deze middag, na ons bezoek aan Soria en voor ons bezoek aan Numancia (daarover in een volgende post), dat ik het wachtwoord echt ontleedde en besefte dat op een letter altijd een cijfer volgde en dat die i dus een 1 moest zijn en die z een 2. Sindsdien geraken we zelfs bij de tent online, al valt de verbinding soms even weg.

We reden dus naar Soria onder een bijna staalblauwe lucht en met een temperatuur van 22°C die overdag zou oplopen tot 27°C. Soria is echt heel mooi. We gingen eerst naar het bureau voor toerisme waar ons heel veel uitleg werd gegeven en uiteraard hebben we niet alles kunnen zien op de enkele uren dat we in de stad rondliepen. Prachtige paleizen, kerken, kloosters, én een Instituto Antonio Machado, waar je ook de klas kon bezoeken waar Machado Franse les gaf.

P6170085  Eigen foto

P6177126

 P6177127

P6177129

P6177131

P6177135 Instituto A. Machado 

P6177136 Santo Domingokerk

P6177140 Paleis van de graven van Gomara (foto’s Roger)

Na een biertje op de Plaza Mayor reden we naar de Ermita de San Saturio, aan de overkant van de Duero.

Het was toen al siësta en het gebouw (bovenop de grot opgetrokken) en de grot zelf waren gesloten. Misschien een geluk, want ik las later dat er veel trappen aan te pas komen, en trappen zijn voor mij vaak een bron van hoogtevrees. Roger maakte dus enkel foto’s van de buitenkant, ook  vanop de andere oever van de Duero waar we naartoe liepen via eerst toch trappen en een brug. Aan de relingen van die brug hingen massa’s hangsloten: zoveel huwelijken?

P6177149

P6177146

P6177155

Daarna reden we terug naar de camping, maar dat ging niet vanzelf. Overal in het centrum van Soria waren wegenwerken aan de gang en onze GPS wilde ons constant terugbrengen naar afgesloten straten. Uiteindelijk heb ik maar zelf de op het bureau van toerisme gekregen platte grond ter handen genomen om ons de stad buiten te gidsen.

Weinig schaduw op de camping, dus zochten we een beetje lommer onder de bomen aan de Fuente vlakbij. Roger sliep een poosje, ik merkte in de verte, tussen het gras, tientallen ooievaars op. Helaas, mijn foto’s geven ze niet goed weer.

Daarna gingen we een biertje drinken in de bar, waar ik dus ontdekte dat ik het Wifi-wachtwoord verkeerd had gelezen gisteren.

P6177158 Foto Roger

Rond 18:30 besloten we nog eens naar de archeologische opgravingen in Numancia te rijden. “Kindjes min Hendrik”, weten jullie nog dat we daar jaren geleden ook eens naartoe gingen?

Toen werden we aangesproken door een kampeerder…

Naar Soria

Maandag 16 juni 2014

Iets voor 12 uur vertrokken we onder een bewolkte lucht naar Soria. Lang geleden, tijdens de laatste reis met de kindjes (min Hendrik toen al), hadden we daar gekampeerd en ik had goede herinneringen aan de stad en aan de camping met zijn vele ooievaars. Nu leek het mij al jaren geleden dat we daar waren geweest.

Eerst ging het richting Valladolid, waar we veel tijd verloren: opstoppingen, omleidingen en wegen afgesloten. Daarna volgden we de vallei van de Duero. Veel wijngaarden (soms afgezoomd met bloemen), onafgewerkte gebouwen, dorpjes met de nodige bodega’s, hier en daar een kasteel op een heuvel. Tijdens een korte halte ondervonden we dat het vrij koel aanvoelde hoewel  iets verder, in Aranda de Duero, een apotheekthermometer 27°C aangaf.

Rond 14 uur reden we de provincie Soria binnen. We verlieten iets later de vallei en het landschap werd meer heuvelachtig: rotsige heuvels met daartussen een patchwork van rode aarde, bosjes en akkers. Het was duidelijk dat we El Burgo de Osma naderden, waar we heel lang geleden enkele keren kampeerden met de kindjes. Ik kreeg een opstoot van nostalgie!

Even later hielden we nog even halt in San Esteban de Gormaz (weten jullie nog, “kindjes” dat we in die buurt het kasteel van Gormaz bezochten?)

P6161216 El rincon de Elena in San Esteban (klik om te vergroten)

P6161211 Foto’s Roger

P6160078 Eigen foto

P6161207

P6161213 Foto’s Roger

Wat was het daar stil (siësta): nog geen kat op straat, alleen veel zwaluwen!

We reden verder, voorbij El Burgo de Osma, voorbij Calatañazor en de aarde werd opvallend wit, kalkachtig.
In het kleine dorpje Villaciervos zagen we dezelfde schouwen als destijds in Calatañazor (naam van die schouwen vergeten en hier geraak ik niet online: ik kan het niet opzoeken).

De aarde werd weldra weer geel, dan oranje en lichtrood. Om kwart voor vier kwamen we aan op de camping “Fuente de la Teja” waar we verwelkomd werden door het geklepper van ooievaars. Er zijn er weer tientallen in de buurt!

P6161220

P6161224 Foto’s Roger

We schreven ons in (21 euro per nacht, wifi bij de tent inbegrepen – zogezegd) en installeerden ons. Het is duidelijk dat die installatie wat te veel wordt voor Roger. De tenten zijn wel in een mum opgesteld, maar het blijft veel bukken, kruipen, haringen inkloppen, tassen en spullen uit- en inladen, enzovoort. Je krijgt wel vanzelf veel meer beweging dan wanneer je in een hotel logeert, maar nogmaals, ik vergeet altijd dat Roger al 70 is.
Afijn, dus daarna even rusten in de bar met een biertje. We besloten bij de tent te eten hoewel het echt koud aanvoelde. Op restaurant gaan zou betekenen eerst in Soria rondlopen en daar had Roger duidelijk geen zin meer in deze avond.

Wel deden we nog boodschappen in een Mercadona (wilden er droge Oloroso kopen). Die verkopen ze blijkbaar niet meer. Jammer, maar gelukkig hebben we nog enkele flessen. In Soria (tijdens de boodschappen dus) zagen we dat het nog maar 19°C was. Ligt dat aan de hoogte (we zitten 1031 meter hoog)? In elk geval, het is begrijpelijk dat we kou hadden!

We zochten dus voor één keer niet de schaduw op tijdens ons aperitief (Oloroso, hazelnoten en amandelen) en onze maaltijd (sla, gevolgd door champignons en gamba’s die ik met look in olijfolie bakte).

P6161217 Foto Roger

Eerst had ik gezocht naar een kant en klare schotel, maar ze zijn praktisch allemaal klaargemaakt met zonnebloemolie (zelfs als in grote letters “olijfolie” op de verpakking staat, is het vaak zo dat die olie bij de laatste ingrediënten staat en zonnebloemolie bij de eerste). Nu, ons eten was heel lekker, en snel klaar.

Na de afwas trok ik een lange broek en sokken aan: het is echt te fris!

En wilde ik online gaan, maar hier bij de tent blijken we geen verbinding te kunnen maken met wifi. Dit zal ik dus pas veel later kunnen posten! :-(

P.S. 17 juni

Ondertussen ben ik wel online geraakt: die typische schouwen van Calatañazor zijn '”troncoconicas”.