Het was weer druk vandaag. Op mijn programma stond ‘salon onder handen nemen’ en dat heb ik als allereerste klusje geklaard, ondanks het feit dat er een massa vertaalwerk wachtte.
Daarna heb ik zitten vertalen tot wanneer het tijd was om voor het avondeten te zorgen (wel met tussendoor even een telefoontje met Elvira: baby Elena had krampjes).
Na het avondeten gingen Roger en ik naar een redactievergadering van Heemkunde groot Heers. Die mannen (ik denk dat ik het enige vrouwelijke lid ben) willen binnenkort immers een jaarboek uitgeven en wie mocht de teksten nalezen, dacht u? Wel ja, ik natuurlijk.
Ik had alle ontvangen teksten gereviseerd en waar nodig geredigeerd en bracht ze mee naar de vergadering (op een stick, samen met ons netbookje). Ik wilde immers nog enkele inhoudelijke vragen stellen.
Dat gedeelte van de vergadering was snel afgelopen: een klein uurtje later waren we klaar. Maar toen werd me op een stick nog een andere tekst overhandigd.
Ik panikeerde even: wanneer moest ik die bijdrage wel reviseren? Er wachtte thuis nog zoveel vertaalwerk op mij, ik weet dat ik binnenkort het ledenboek van de KVLS nog eens moet nalezen, en normaal krijg ik deze week nog de foto’s om in de laatste Limburgse monografie in te lassen. Daarbij staat op mijn programma deze week dat ik elke dag één kamer moet onder handen nemen (het werd echt weer eens tijd). En zou ik dringend moeten strijken (dat stel ik nu al weken uit).
Ik dacht altijd dat alleen vrouwen graag keuvelden, maar sinds ik geregeld naar de vergaderingen van Heemkunde ga, weet ik dat mannen, althans die mannen, daar ook een handje van weg hebben. En dat gebeurde weer deze avond (en daarom lopen die vergaderingen dus zo vaak uit). Ik heb toen maar ter plaatse die nieuwe tekst (13 A4-bladzijden) nagekeken, en dat was klaar nog voor de mannen uitgepraat waren: die tekst (over Vechmaal en Amerika) lijkt mij wel de best geschreven bijdrage van het hele boek!
Toen we thuis kwamen, rond 22:15 uur, wachtte er een nog meer dringende vertaling, van dezelfde opdrachtgever: zo dringend dat ik al de rest even mocht laten rusten. ‘En of ik dat tegen morgen middag kon doen?’
Ik heb die job nog even deze avond aangepakt en een uurtje geleden geleverd. Ik hoop immers dat ik zo morgen wat meer tijd voor mezelf zal vinden zodat we even kunnen wandelen. Vandaag was daarvoor veel te druk… Maar misschien ook te koud (bitterkoud: het vriest weer ‘s nachts en het sneeuwt soms lichtjes).
Maar tijd om verder te werken aan ‘mijn’ boek? Jawadde!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten