donderdag 14 september 2017

Over regen, familie en communicatie

Het heeft praktisch de hele dag geregend. Vlak na de middag hield het even op en ik stelde Roger voor onze dagelijkse wandeling te maken in Herk de Stad voor we "onze" zieke zouden bezoeken. Ik was pas uitgesproken of het begon hier weer pijpenstelen te regenen en op mijn computerscherm zag ik dat het in Herk de Stad al even erg was.

Geen wandeling dus. Rond 16 uur reden we de parking van het revalidatiecentrum op en in de gietende regen liepen we naar de ingang.

Ons familielid leek nogal vermoeid door het drukke revalidatieprogramma maar ook heel blij ons te zien. Ze sprak al enkele woorden heel verstaanbaar uit maar, ik merkte het wel, dat vroeg van haar een heel zware inspanning.  Antwoorden op onze vragen via een of ander gebaar lukte nog niet.

Vreselijk, vind ik dat, niet kunnen communiceren (jawel, dat zeg ik, die niet graag telefoneer en zelfs niet zo heel graag 'babbel', maar die heel graag brieven schrijf - brieven die tegenwoordig praktisch altijd worden vervangen door mails).

Dat herinnert me aan een uitlating van Diane De Keyzer gisteren: ze vreest dat, door al die mails in plaats van brieven, geschiedkundigen later minder materiaal zullen vinden voor hun boeken. Ik dacht even te reageren maar uiteraard deed ik het uiteindelijk niet.

Ik wilde toen eigenlijk dit zeggen: mensen die nu mails meteen wegsmijten nadat ze gelezen en beantwoord zijn,  zijn te vergelijken met mensen die vroeger alle beantwoorde brieven meteen wegsmeten.
Mensen die vroeger het liefst geen enkele brief wegsmeten, zullen nu ook geen enkele (beetje belangrijke) mail wegsmijten... en het grote verschil is dat de mails die ze zelf hebben geschreven ook bewaard blijven, terwijl je vroeger - ik heb het enkele keren meegemaakt, onder andere  na een overlijden - nog zoveel brieven van correspondenten kunt bijhouden als je wilt, het is de correspondent die beslist wat er gebeurt met die handgeschreven  brieven die jij naar hem stuurde.

Sorry voor deze lange parenthese!

Onze familiezieke leek onze communicatie via aanrakingen, lachen en oogcontact te appreciëren, want toen ik de eerste keer aanstalten maakte om afscheid te nemen, klampte ze zich aan mijn hand vast.
Op een zeker ogenblik had ik de indruk dat ze hoofdpijn had.
Heel lang geleden, toen onze kinderen nog kindjes waren (en eigenlijk daarvoor ook sporadisch bij vrienden), had ik opgemerkt dat ik iemands hoofdpijn kon wegnemen door de palm van mijn hand op de pijnlijke plek te drukken.

Dat deed ik nu dus ook, al was ik niet zeker van die hoofdpijn. De reacties van "onze" zieke waren sprekend: eerst pakte ze mijn hand vast, en terwijl ik dacht dat ze die van haar voorhoofd zou wegduwen, zorgde ze integendeel dat ik mijn hand iets feller tegen haar voorhoofd aandrukte. Na ongeveer vijf minuten duwde ze zachtjes mijn hand weg en gaf ze ons een zo lieve glimlach!

Ik hoop zo dat ze me ooit kan vertellen wat in deze periode door haar hoofd gaat! Ik heb zo'n vermoeden dat ze zich gevangen voelt in haar eigen defecte lichaam!😓

Geen opmerkingen:

Een reactie posten