Het heeft nogal voeten in de aarde gehad voor we met ons zessen aan de kerk geraakten waar deze avond de mis werd opgedragen ter herinnering aan mijn vader.
Eerst gingen we Zeger ophalen, daarna Hendrik, er waren files (het wordt elk jaar blijkbaar drukker op de weg), daarna kregen we een oproep van Elvira en Geert die bijna ter plaatse waren, maar de kerk niet vonden. Uiteindelijk hebben we (per GSM – mobieltje dus) afgesproken dat onze dochter en schoonzoon op ons zouden wachten voor de flat van Nany.
En van daaruit zijn we achter elkaar naar de kerk gereden. Waar we 20 minuten te laat aankwamen. De mis ging niet door in de kerk zelf (die wordt gerestaureerd) maar in een zaal van het parochiecentrum. Dat werd even zoeken naar de ingang… Die bleek aan de zijkant van de zaal te zijn (en dus niet zoals in een kerk achteraan).
Zeger vroeg zich af of we wel binnen zouden durven gaan. Met ons zessen zouden we misschien al te fel opvallen? Dat vond ik ook en we zijn buiten blijven wachten.
Tot we onze familie zagen buitenkomen. Ik bedacht dat de gelederen toch echt heel erg verdund waren. Enkele jaren geleden waren daar nog bij: mijn Nononc en zijn echtgenote, mijn dit jaar overleden ‘nonkel’ Ludo en zijn vrouw, mijn ‘nonkel’ Gusty, de Beeckmans (Roger Beeckman heeft nu wat gezondheidsprobleempjes, wat eigenlijk niet meer dan normaal is op bijna 82 jaar), én mijn andere, ook overleden, ‘nonkel Ludo’, zijnde onze vroegere gebuur Steurs die ik met ‘nonkel’ aansprak.
Natuurlijk werd Elvira haar buikje fel bekeken! Het staat haar goed, die zwangerschap!
En we reden allemaal naar de begraafplaats in ‘s Gravenwezel, waar we samen even baden of mijmerden. Voor mij: herinneringen tot en met!
Daarna trakteerde mijn moeder met een broodjesmaaltijd.
Alleen de echtgenoot en dochter van mijn zus ontbraken. Voor de rest was onze kleine familie compleet, en alle kinderen terug uit vakantie!
En ook mijn ‘tante’ Josée was erbij (de echtgenote van die ‘nonkel’ Ludo Steurs).
We hebben heel gezellig gebabbeld, de wijn (ik vermoed dat mijn broertje daarvoor gezorgd heeft) was uitstekend.
En ik vernam dat tante Josée en mijn moeder zich samen zijn gaan inschrijven op de wachtlijst van een rusthuis in Schoten (de gemeenten waar ze wonen). Gelijk hebben ze! Niet dat ze daar nu al naartoe moeten: ze zijn allebei nog ongelooflijk actief voor hun leeftijd die rond de 80 ligt, maar ‘voorkomen is beter dan genezen’!
Toen we rond half elf ‘s avonds Hendrik naar de tramhalte richting Antwerpen brachten (hij heeft morgen weer een afspraak; en Zeger, die morgen ook in Leuven moest zijn, is met Elvira en Geert meegereden) kreeg ik ontzettend veel heimwee naar de tijd toen de ‘kinderen’ nog ‘kindjes’ waren’!
En ik vermoed dat mijn moeder, Nany dus, vaak dezelfde gevoelens heeft.
We zijn niet met lege armen teruggekomen. Onze neef, de zoon van mijn zus heeft elk van ons voorzien van pas voor de diepvries ingepakte zalm (tja, dat is natuurlijk zijn branche, maar je moet het toch maar doen! Heel fel bedankt, lieve Anton, dat gaat smaken morgen!).
En mijn moeder én mijn zus hebben me overladen met leesgerief enzovoort.
Ons presentje was moes van bakpruimen, van rabarber, van kweeperen (allemaal bereid door Roger).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten