vrijdag 23 maart 2012

Onze Lieve Heer begrijpt geen Vlaams (18)

Leuven Vlaams!

Begin 1967 breidden de onlusten die al een poosje, zo bleek, al wist ik er niets van, de Leuvense universiteit in rep en roer zetten, zich uit tot de middelbare scholen in Vlaanderen. De Vlamingen wilden de Walen buiten uit Leuven. Stilaan immers begonnen ze zich te realiseren dat ze altijd onder de knoet waren gehouden door de Franstaligen.

Toen in Antwerpen een massabetoging voor “Leuven Vlaams” werd aangekondigd en onze school besloot er aan mee te doen, had papa weer de nodige commentaar: ‘Wat bezielt die Flaminganten toch? Dat ze iedereen zijn eigen taal laten spreken!’

Ik was toen zeventien jaar en een paar maanden, helemaal onwetend (gehouden) op politiek vlak en ik vond zijn opmerking de logica zelf (al vond ik wel dat hij op bepaalde momenten zelf meer eerbied had mogen betonen tegenover Vlamingen: zij spraken toch ook gewoon hun eigen taal?).

En uiteraard verbood papa mij mee te gaan betogen. Hoe moest ik dat uitleggen aan mijn vriendinnen? Ik was het dan wel eens met papa zijn standpunt, maar langs de andere kant wilde ik zulke grootste manifestatie (want dat beloofde het te worden) wel  meemaken. En omdat de meeste leraars ook zouden betogen, zou ik me ook tegenover hen moeten verantwoorden. Vervelend!

'Misschien moet ik die dag dan maar thuisblijven', stelde ik nog voor, maar daar hadden mijn ouders geen oren naar. Ik moest en ik zou naar school gaan.

Ik herinner me dat ik mijn zusje benijdde die morgen: zij hoefde niemand wat dan ook uit te leggen. De lagere cyclus ging immers niet mee betogen. Zo ver ging de indoctrinatie toen nog niet in tegenstelling tot nu! Tegenwoordig lees je immers dikwijls dat zelfs lagere schoolkinderen verplicht worden mee op te stappen tegen zaken waar ze, gezien hun leeftijd, niets van begrijpen.

Nu, de retorica-leerlinge die ik toch al was, wist toen blijkbaar ook niet echt waarover het ging!

Ik kwam, zoals meestal, bijna te laat aan op school en mijn vriendinnen stonden klaar om in bussen te stappen die ze naar hartje Antwerpen zouden voeren. Ik dan maar uitleggen dat ik niet mee wilde! Dat ik niet mee mocht, dat durfde ik niet te vertellen. Even heb ik er wel aan gedacht van toch stiekem mee op de bus te stappen, maar ik wist dat de televisie en de radio op de afspraak zouden zijn, en stel je voor dat mijn ouders mij ’s avonds op tv zouden ontwaren tussen de betogende menigte! Ik zou er nogal van langs krijgen!

Wel vroeg ik me even af of al mijn vriendinnetjes eigenlijk meer wisten dan ik. Op school werd zo goed als nooit over politiek gepraat. Kregen zij misschien meer daarover te horen thuis? Nu weet ik natuurlijk wat het verschil was: zij keken thuis naar de BRT (Belgische Radio en Televisie), wij naar de RTB (Radio Télévision belge). En vooral: zij spraken thuis Vlaams!

Ik kreeg uiteraard geen les: alleen “bewaking” van alternerend dezelfde drie leerkrachten. Ik mocht lezen, schrijven, tekenen, doen wat ik maar wilde. Op tijd en stond kreeg ik de kans om op de nu lege speelplaats te vertoeven. Raar gevoel. Want ik was letterlijk de enige leerling van de hogere cyclus die in de school was gebleven.

Een van de toezicht houdende leraren gaf me helemaal geen kans om te lezen, te schrijven of wat dan ook. Hij begon me vragen te stellen. ‘Wilde jij echt niet meegaan of mocht je niet meegaan van jouw ouders?’

Oei, dacht ik, die heeft alles door! ‘Wat is dat toch voor een gedoe,’ praatte ik mijn vader na, ‘mag niet iedereen zijn eigen taal kiezen?’

‘Luister eens, meisje,' zei hij, ‘weet jij, weten jouw ouders, wat Vlamingen allemaal hebben meegemaakt? Weet je dat wij tientallen jaren onze taal niet hebben mogen leren in dat land dat België heet? Weet je dat Vlamingen in België  altijd achteruit worden geschoven? Dat ze in het bedrijfsleven – zeker als ze tot een bepaald niveau zijn opgeklommen – Frans moeten spreken?’ Bijna een half uur aan één stuk haalde hij voorbeelden aan van hoe de Vlamingen achteruit waren gesteld.

Nee, daar wist ik helemaal niets van! Waarom had papa me dat nooit verteld?

En ik dacht terug aan de brief van 'Nonkel Theo’ waar papa zo de spot had mee gedreven!

Thuis durfde ik echter de argumenten van die leraar niet herhalen. Papa was immers zo goed in het debatteren dat ik op voorhand wist dat hij mij wel zou overtuigen dat die leraar er volledig naast zat. Ik moest zorgen dat ik  zelf achter de waarheid kwam. Maar ik begon te vermoeden dat mijn vader niet altijd gelijk had!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten