Ik vergat gisteren te vertellen dat ons aftappunt voor elektriciteit niet in orde bleek. Omdat de receptie al gesloten was toen we het merkten, stelden onze (vriendelijke maar niet opdringerige) Franse buren voor stroom bij hen af te tappen. Deze ochtend heel vroeg waren ze het probleem aan de receptie gaan melden, en toen wij begonnen te brunchen, kwam er een vakman de zaak oplossen. Het bleek gewoon aan de stroomonderbreker te liggen.
Onze buren klaagden ook over de muggen, maar hadden er zich ondertussen tegen gewapend met muggenmelk. Dat wilde ik dus ook kopen vandaag (we hebben in drie winkels gezocht, en pas in de laatste het nodige gevonden) en het blijkt te helpen. In een Lidl werd ik bekoord door een potje foie gras, en vermits de mango’s vrij goedkoop waren, werd dat samen ons voorgerecht voor deze avond. Als hoofdgerecht aten we beefsteak en sla. Maar laten we het eerst over onze dag hebben.
We hebben vorige jaren al veel bezocht in de buurt van Souillac. De voornaamste en meest toeristische steden (Sarlat, Collonges la Rouge, Rocamadour) zouden we vandaag niet meer gaan bekijken.
Bij een temperatuur van 29°C in de schaduw reden we iets na twaalven de camping uit. Deze camping ligt aan de Dordogne waarvan we de vallei een poosje volgden, richting Rocamadour – waar we dus niet naartoe zouden gaan. We wilden wel het kasteel van La Treyne zien, maar dat bleek een hotel en was dus niet toegankelijk. Daarna reden we de causses du Quercy in. Causses zijn kalkrijke vlaktes. Eikenbossen, rotsen, weiden en akkers. Belcastel, een beetje verder, was dan weer slechts een gehucht met een restaurant en enkele huizen. In La Cave kon je grotten bezoeken. We gingen even kijken naar de plek waar je tickets kon kopen, zagen mensen staan wachten op een volgend bezoek, merkten aan de foto’s dat de grotten heel mooi leken, maar vonden 10 euro per persoon toch aan de dure kant. We bleven even aarzelen en ondertussen bekeek ik de natuurstenen die werden aangeboden in een aanpalend boetiekje. Ik vond er iets heel leuks: een magische armband. De kleur van de steentjes zou veranderen naar gelang het humeur van de drager en ik bedacht dat het een fijn geschenkje zou zijn voor buurmeisje Nele. Helaas, toen zag ik pas dat de armbandjes veel te klein waren: ze zijn voor kinderen bedoeld (maar ik vind Elena daar nog te klein voor).
Na een goed half uur stonden dezelfde mensen nog steeds aan te schuiven, en wij besloten dat we verder zouden rijden.
Het was ondertussen al veel warmer geworden. Ik heb nergens meer een thermometer gezien, maar naar mijn gevoel zitten we (zelfs deze avond) weer boven de 30°C, hoewel nog steeds onder de 35°C. We reden door een beboste hoogvlakte, met langs de weg heel veel klaprozen, enkele restaurants en boerderijen met een camping à la ferme. En dan kwamen we aan in L’Hospitalet, vlak bij Rocamadour. Daar hebben we ooit gekampeerd. De camping was goed vol, maar het restaurant waar we toen lekker hebben gegeten, bleek opgedoekt. Brengen wij ongeluk aan al die horecazaken die we ooit bezochten en die nu niet meer bestaan? Dat jaar was de plek al vrij toeristisch, maar nu was het er echt een overrompeling. We zijn er niet lang gebleven: net lang genoeg om enkele foto’s te maken van Rocamadour, dat inderdaad een prachtige site is, maar vergeven van de toeristen.
We vonden er ook wat uitleg over de Causses, en… over die lauzes waar ik onlangs de naam niet van vond (de dakbedekking die we ook in Tonnerre hebben gezien).
Hoewel ik het toen heel warm begon te hebben, had ik helemaal geen zin om in L’Hospitalet iets te gaan drinken. Veel te druk! En… 3 euro voor een onnozele pint!
Dus reden we maar terug naar Souillac, waar we eerst bij een biertje wat rustten op de camping, daarna even door de smalle straatjes van het stadje liepen, de kerk binnengingen en uiteindelijk bij de tent kwamen eten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten