Tijdens onze brunch deze ochtend kwam er een hele groep Fransen aan, met een soort quads. Wij bespraken wat we zouden doen. Eerst wilde ik nog eens naar de historische stad wandelen, maar de hitte deed me gauw van idee veranderen. Rond 11 uur liep de temperatuur al tegen de 30°C. Roger stelde voor nog eens naar de Salto de Roldan te rijden. Ik vond dat een goed idee (in de auto is het frisser) als hij tenminste weer geen poging deed om de rots te beklimmen.
We reden dus richting Santa Eulalia de la Peña, door de Hoya waarboven weer gieren vlogen.
Foto’s Roger (op de tweede foto de Salto de Roldan)
Daarna klom de weg al slingerend een berg op tot aan het mooie stadje Apies. Daar zijn we even uitgestapt. De hoogte en een zacht briesje maakten de temperatuur draaglijk. We wandelden er even rond en zagen dat binnenkort de televisie er opnames zou komen maken.
Na Apies reden we weer de parque nacional de Guara binnen, en klommen we nog hoger. De weg werd nog smaller, naast ons duizelingwekkende dieptes (wat een geluk dat ik geen hoogtevrees heb in de auto) en aan een splitsing tussen de weg naar Santa Eulalia en die naar de Salto besloten we eerst naar de Salto de Roldan te gaan. De baan werd zo mogelijk nog smaller. Ik had net (zoals vorige keer) aan Roger gevraagd wat we moesten doen als er een tegenligger kwam toen er inderdaad een opdook. Gelukkig was het een buggy die gemakkelijker dan wij tot bijna tegen de rotsen kon uitwijken. En dan kwamen we daarboven aan. Weer diezelfde rust, die gieren, dat bijzonder serene gevoel. We hebben heel even gewandeld, maar al was het daar minder warm dan de laatste keer, ik vond het toch nog te heet.
Daarna keerden we terug naar Santa Eulalia. Daar waren we ook ooit geweest, maar nu bleek de toegang tot het dorp afgesloten met een hek. We vonden wel een andere toegang. Enkele bewoonde of verlaten huizen, waar soms aan gewerkt werd, en enkele mensen die ons raar bekeken. We vroegen ons af of het dorp niet opgekocht was geweest door particulieren en of we ons dus op privé terrein bevonden. Het was er vreselijk warm.
Dan zijn we terug naar Huesca gereden, waar we even rustten en daarna een biertje gingen drinken in de calle de Galicia. Ik had het echt te warm… en dat bleek met reden: we zagen op een thermometer dat het 35°C in de schaduw was. Roger heeft de gewoonte veel mensen die we zien een naam te geven. Weldra zagen we tussen het volk dat aangeslenterd kwam, degene die hij gisteren “Quasimodo” had gedoopt. Een heel mismaakte man: bult, graatmager, zakkend door zijn benen, vooruitstekende kin en neus en en vals bovengebit dat loskwam als hij sprak. Een heel gerimpeld gezicht en toch is zijn leeftijd niet te schatten. Het kan even goed 40 als 70 jaar zijn. Ik kreeg wel de indruk dat hij geliefd is.
In het terugkomen naar de camping (deels in de schaduw van het park, maar daarna weer heet, heet!) zagen we in een Chinees restaurant een menu dat ons aanstond. Daar zouden we deze avond gaan eten. Misschien een beetje gek, maar we hadden er zin in.
Eerst nog een biertje op een ander terras, want het restaurant zou pas rond 20 uur opengaan. Om 20:30 was het echter nog niet open, en wij gaven het op. Aten weer eens bij de tent, waar we bleken nieuwe buren gekregen te hebben… Vlamingen! Nu moeten we dus op onze woorden passen! :-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten