We reden nog eens naar het rusthuis waar schoonzus L. verblijft. L. maakte het opvallend goed, sprak veel verstaanbaarder en had zin om iets te gaan drinken in de cafetaria. Bij een glas wijn of een kopje thee/koffie voerden we interessante gesprekken, haalden we herinneringen aan vroeger op en wisselden we nieuwtjes. Er kwam een heer de cafetaria binnen en L. zei ons: 'Dat is een priester die in een van de assistentieflats woont.' 'Hij doet me denken aan pastoor Soetewey,' zei ik tegen Roger. Niet lang daarna kwam die priester aan onze tafel zitten (hij kent uiteraard L. een beetje) en er ontspon zich een heel interessante conversatie over de Kerk, het gemis aan priesters, de priesteropleiding en al de activiteiten van die man. Hoewel gepensioneerd leek hij het nog heel druk te hebben en niet enkel met zijn diensten aan dat rusthuis! Voor we het beseften was het 17 uur: hoog tijd voor L. om naar de eetkamer te gaan waar ze trouwens iets te laat aankwam.
Roger en ik liepen terug naar de auto. Even overwoog ik naar Zeger op zijn werk te bellen om eventueel met hem af te spreken. Maar dan bedacht ik dat we nog veel langer dan één uur op hem zouden moeten wachten: hoe zouden we die tijd overbruggen? Daarbij wachtte thuis nog enkele paperassen die ik moest in orde brengen voor broertje, zus én de notaris. We reden dus terug naar Haspengouw langs een opvallend drukkere snelweg dan in het komen.
Nadat ik voor ons avondeten had gezorgd en na het afwassen en het opruimen van de keuken begon ik aan dat papierwerk dat toch nog een paar uurtjes arbeid heeft gevraagd. En nu kijk ik verder naar professor John Lennox' "The logic of christianity". Over onder andere het begrip "Waarheid" en het probleem van het lijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten