Gisteren wilden we de ‘siroperie Lambert’ zoeken. We wisten dat we in Remicourt moesten zijn, kenden het adres (vanop de potjes stroop), en reden daar dus naartoe.
Maar we vonden de stroopfabriek nergens. Later zocht ik op het Internet en wat bleek: ondanks het feit dat op de potjes nog steeds het adres van Remicourt staat, zou de siroperie ‘gedelokaliseerd’ zijn naar Nederland.
We zijn daarna nog even gaan wandelen in Broekom, maar niet heel lang: het was bar koud en ‘s avonds moest ik naar een bestuursvergadering van de KVLS, terwijl Roger naar een bestuursvergadering van Heemkunde Groot Heers zou gaan.
Iets na 19 uur kwam Boudewijn Knevels mij oppikken. We reden naar Hasselt waar Micheline en Jeannette, twee andere leden van het bestuur, ons opwachtten. Boudewijn laadde ze op in zijn wagen en goed op tijd kwamen we aan bij Edith in Beringen.
De vergadering heeft nogal lang geduurd: ik was pas thuis rond 23:30 uur. Roger was iets vroeger thuisgekomen.
Vandaag was dan weer een drukke vertaaldag. En ook de volgende Limburgse monografie is aangekomen voor nalezing en lay-out. Daar heb ik gelukkig nog een kleine maand de tijd voor.
Toch nam ik vandaag een uurtje vrij voor onze dagelijkse wandeling. Deze keer reden we nog eens naar het piepkleine Grootloon. Het glooiende landschap rond dat dorpje is zo mooi dat het mij telkens weer bekoort.
Het was koud, maar heel mooi weer en ik heb weer genoten van de geuren, van de renetten die de natuur ons onder weg als vieruurtje aanreikte vanop een wilde appelboom, van de ludieke wei die we onder weg ontdekten. In feite was het een boomgaard waar enkele houten sculpturen prijkten, alsook picknicktafels, een afdak ter beschutting tegen eventuele regen, en een bordje waarop stond dat je naar believen mocht plukken van de onbespoten kersen (maar daar is het nu een beetje te laat op het jaar voor).
Net toen we de boomgaard uitkwamen, stopte er een tractor: weer diezelfde verre verwant van Roger die we nogal eens ontmoeten tijdens onze wandelingen (eigenaardig, want meestal ontmoeten we gewoon niemand). We praatten een beetje, over appelsoorten, over de boerenstiel vroeger en nu, en over de schoonheid van de streek. Hij gaf toe: ‘Ja, iedereen zegt dat, maar wij leven hier en zien dat niet meer!’. Dat laatste geldt toch nog niet voor Roger en mij!
Uiteindelijk liepen we verder, weer richting Grootloon waar onze auto aan het kerkje stond.
Onder weg zagen we nog meidoornstruiken, en hier waren de bessen nog verre van verlept!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten