zondag 28 april 2013

In de “Ardenne profonde”: weerzien met de collegevriend van mijn vader, zijn vrouw, dochter en schoonzoon

Het werd een ontroerend en hartelijk weerzien: zij dachten vorig jaar dat wij hen in de zomer zouden uitnodigen, en ik herinnerde me dat ze ons in november 2011 hadden gezegd dat ze vorige zomer iets zouden regelen bij hen thuis. Resultaat: ik durfde ze niet herinneren aan hun belofte, en zij vroegen zich uiteindelijk af of wij misschien boos op hen waren. Na bijna 50 jaar vriendschap tussen hen en mij, is de enige reden waarom we boos zouden kunnen zijn, hun weigering om Nederlands te leren! Glimlach Hoewel wij dat heel jammer vinden, boos zijn we er niet om. En dus spraken we prompt af voor vorige vrijdag bij hen.

Hun uitleg voor dat niet willen leren* van Nederlands is (want uiteraard begon ik daar weer over toen ze mij vertelden dat ze, nu ze enkele weken per jaar in Spanje doorbrengen, Spaans leren) dat om te beginnen Vlamingen gemakkelijk Frans spreken, en dat de meeste Vlamingen nog een soort dialect hanteren dat zij toch niet zouden begrijpen, ook al leren ze standaard Nederlands. Ik legde uit dat dit voor de meeste Vlamingen niet geldt, maar dat bleek duidelijk niet hun perceptie te zijn na een paar contacten met vooral (West-)Vlaamse toeristen. Dat ze veralgemenen (want ik moet toegeven dat ik ook enkele Vlamingen ken die liever zouden terugkeren naar hun heel plaatselijk idioom), lijken ze niet in te zien, zij die ons vaak verwijten te veralgemenen wat andere culturen betreft. Je merkt het: de discussies waren niet van de lucht. Maar dat dit bij hen mogelijk is zonder de sfeer te schaden is een van de redenen waarom ik die mensen zo graag zie!

Uiteraard hebben we niet alleen over Nederlands gepraat. Het ging ook over politiek, literatuur, religie, films, gastronomie, over andere talen en geneeskunde; we haalden ook herinneringen op en vertelden natuurlijk over onze kinderen en kleinkinderen. Die van hen zijn veel ouder dan die van ons: hun oudste kleinzoon trouwt volgende zomer in Israël.

Onze vrienden hadden hun oudste dochter (moeder van die bruidegom) en haar man uitgenodigd van zaterdag middag tot vandaag. Onder ons zessen werden de gesprekken zo mogelijk nog intenser. En de etentjes nog lekkerder (hoewel ons avondmaal van vrijdag ook enorm meeviel, ook qua gezondheidsgehalte). Zaterdag was er tijd voor een wandeling in die prachtige streek (vrijdag heeft het praktisch de hele dag geregend) en ‘s avonds, na een aperitief (met uitstekende sherry maar zoals altijd “sans façons” in de leefkeuken) zorgden onze gastvrouw, haar dochter en ik samen voor een succulente tajine van lamsvlees (oei, ik lieg: de schoonzoon hakte de uien). Deze middag, voor ons vertrek, zorgde de dochter voor een heel lekkere linzensoep (ik heb het recept van de tajine en van de soep al via e-mail aangekregen). Dit weekend heeft Roger immers geen enkele keer gezondigd wat zijn dieet betreft, maar dat vermoedde ik al: ik weet dat onze gastvrouw heel gezond, en toch heel lekker, kookt.

En zoals meestal nadat ik bij mijn oude vriend was, kwam ik met een paar geleende Franstalige boeken thuis, die ik zal teruggeven als we elkaar allemaal in augustus weerzien. Deze keer werd er “formeel” afgesproken!Glimlach

* Een aantal jaren geleden, herinner ik me, was zij nochtans begonnen met Nederlands te leren. En tijdens onze wandeling van gisteren, vertelde de schoonzoon, ook een vertaler, dat hij echt ondervindt dat alleen Franstaligen zoveel moeite lijken te hebben met andere talen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten